De katers van Pride

De katers van Pride. Ieder jaar slaan ze weer genadeloos toe. Ook al konden we het dit jaar in Amsterdam iets rustiger aan doen door de activiteiten over twee weken uit te smeren. Dit dankzij het -onder stoom en kokend water tot stand gekomen- Queer & Pride eh… initiatief? Gebeuren? Geheel?
Nou ja, dat er vernieuwing nodig is, dat is wel duidelijk. Maar hoewel er veel tegenin te brengen valt; Pride blijft voor mij mooi en betekenisvol. Gevuld met herinneringen, ontmoetingen, belevenissen, mensen en liefde. En katers.

Het begint met de Pride-walk. Ik liep mee met de groep van Bi+ Nederland, ze hebben me niet voor niets ambassadeur van die groep gemaakt. Maar ik liep er natuurlijk ook als hoofdredacteur van Gaykrant. En zo liep ik – voor mijn gevoel althans – mee als ambassadeur van de gehele regenbooggemeenschap. En dat doe ik graag. Ook al voelt die gemeenschap soms aan alsof je een stel katten in een kruiwagen probeert te houden. Terwijl je een estafettewedstrijd aan het rennen bent. Op houten klompen. Waarbij die kruiwagen in de fik blijkt te staan.
En je klompen ook…

Team regenboog

Want: zoveel katten in de kruiwagen, zoveel meningen. En klachten, En gezeur. Deels begrijpelijk, deels onzin.  Het teamgeluid wordt overschreeuwd door types die roepen dat Pride maar onzin is. Wind-mee-types, wiens wiegje in Nederland stond en die helemaal achteraan stonden op het moment dat empathie werd uitgedeeld. Ook vanuit onze eigen regenbooggemeenschap zijn er mensen die het narratief van rechts-conservatieve evangelicals napraten. Ik schreef er eerder de column ‘Oogkleppenlul‘ over. Gelukkig is Team Regenboog groter. En, tijdens Pride althans, luider. De kater is na Pride dan ook groot, als je merkt dat de anti-club weer verder krijst.

Tijdens de Pridewalk loop ik mee voor Team Regenboog. In binnen- en buitenland. Voor familie en goede vrienden die man, vrouw, non-binair, genderfluïde, transgender of cisgender zijn. Maar ook voor hen die juist bij die hokjes vandaan willen blijven. Ik loop mee voor mensen. Voor degenen die mij vertellen over hun eigen problemen. Problemen waar ik me vaak niets bij voor kan stellen, simpelweg omdat ik hun lichaam, huidskleur, geslacht of genderbeleving niet deel. Maar omdat ze mens zijn en omdat ze mijn vrienden zijn, leef en loop ik met ze mee.

Ik loop mee voor degenen die mij vanuit het buitenland laten weten dat ze Nederland nog altijd zien als gidsland. Ook al zijn we dat allang niet meer. Als ik aan hen denk, en aan de situatie waarin zij verkeren, dan voel ik ook een soort katterig gevoel. Vloekend op hun leiders, chagrijnig om hun toestand denk ik dan: Wish you were here. You know who you are.

En ik loop mee voor de mensen die we zijn verloren. Er is altijd een moment waarop ze – heel even – door mijn gedachten flitsen. Niet dat ik daar heel bewust een moment van maak. Maar zodra het homomonument in zicht komt, overvalt het me toch. Telkens weer. En dat is goed. Oké, het levert soms een heel klein katertje op.
Zo eentje dat langskomt, een kopje geeft en dan weer verdwijnt.

blote billen

Er zijn ook andere katers. Van die katers die je ‘s nachts uit je slaap proberen te houden met hun valse gejank. Op het bloot-op-de-boot-gehalte wordt bijvoorbeeld nogal wat afgekat. Speciaal voor de dolende trol op Facebook die ‘geen blote reten op ‘n boot’ wenst te zien, of ‘pijpende en tongende mannen op straat in daglicht’: In 2019 constateerde de Volkskrant al dat bij 0,32% van de deelnemers sprake was van een zichtbare string. Dus kom eens langs en wijs ze aan, in plaats van domrechts-conservatieve onzin na te papegaaien. (En verander dan ook meteen de header van je profiel, als je echt denkt dat het zo problematisch is om blote mannen te zien.)

Dit jaar werd het er niet beter (lees: bloter) op voor de toeschouwer. Het was namelijk niet bepaald string-weer tijdens de Canal Parade. De deelnemers aan de botenparade kregen op vijf augustus te maken met regen en de gemiddelde temperatuur voor de omgeving van Amsterdam kwam uit op 15,7℃. Iedereen die onder die omstandigheden geheel of gedeeltelijk bloot op een boot stond, verdient applaus, warme gemberthee met honing, een vitaminepil en een grote voorraad zakdoekjes. Het kan namelijk niet anders dan dat ze als verzopen katten van de boot af kwamen.

commercieel

Er wordt nog veel meer op Pride Amsterdam gekat. Met name dat het ‘zo commercieel is geworden’. Zo is het in 1996 wel begonnen. Pride Amsterdam was not a protest, maar begon klein, als commercieel bedankfeestje vanuit de horeca. Dus juist het omgekeerde is het geval: Pride Amsterdam is niet commerciëler geworden, het is gegroeid. Met alle bijbehorende groeistuipen. En Pride Amsterdam is volwassen(er) geworden.

Ja; er valt nog altijd heel wat op aan te merken. Maar van een klein, commercieel feestje is Pride Amsterdam uitgegroeid naar een meerdaags evenement waarbij  aandacht wordt besteedt aan LHBTI+ asielzoekers, Queer-kunstenaars, religie, LHBTI+’ers met autisme, intersectionaliteit, aan jongeren én aan ouderen. De agenda van de Senior Pride telde dit jaar alleen al twintig pagina’s. Ik kan me dan ook goed voorstellen dat de organisatie met een kater heeft rondgelopen, toen bleek dat de gemeente ze wel dezelfde verplichtingen gaf, maar minder ruimte ter beschikking stelde om hetzelfde resultaat neer te kunnen zetten. Voor degenen die het nog niet weten; Pride Amsterdam wordt georganiseerd door een stichting. Zonder winstoogmerk dus. Een organisatie waarvan openheid en transparantie niet alleen verwacht mag worden, maar waarbij zoiets zelfs een verplichting is. Dus voor de katers van Pride: eerst kijken, dan katten.

Kun je het beter? Anders? Kom maar op dan. Queer Amsterdam heeft die handschoen in ieder geval wel opgepakt. En dat is dapper. Ik ben dan ook oprecht benieuwd naar de evaluatie en naar wat we nog meer vanuit die hoek mogen verwachten en wens ze alle succes daarbij.

The kater of the queens

En tot slot, de laatste kater van Pride: de ondertussen traditioneel terugkerende berichten van dragqueens die tijdens de Pride geweigerd zijn door taxichauffeurs. Eerder dit jaar kwam Gaykrant, samen met de mensen van MEIJT en Uber nog met een campagne over het melden van slechte taxi-ervaringen. In gesprek met Uber werd de mogelijkheid tot melden in de app verbeterd. Ook andere taxibedrijven schaarden zich achter het initiatief.  Maar hoewel de bedrijven mooie stappen zetten, de chauffeurs bleven staan. Of in geval van Dragqueen Skyla Versai: bij die gelegenheid reed de BOLT-chauffeur juist door.

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Skyla Versai (@skylanyc)

Waarschijnlijk zijn deze mensen ziek in hun hoofd. Ze hebben waarschijnlijk last van Iridofobie. Een ziekelijke, maar irreële angst voor regenbogen. Het is gelukkig goed mogelijk om iridofobie te overwinnen met behulp van therapie en behandeling. Veelgebruikte methoden zijn Cognitieve Gedragstherapie (CGT) en ontspanningstechnieken. Er is helaas een grote kans dat de chauffeurs niet bereid zijn om hier vrijwillig aan mee te doen. Melden dus. In het uiterste geval bij de politie. Want gelet op het bericht van Skyla hebben sommigen TBS met dwangverpleging nodig.

Een andere methode om fobieën te bestrijden is exposure therapie. Daarom ga ik volgend jaar gewoon weer naar Pride. Met de taxi. In het meest glitterende, glimmende regenboogpak dat ik kan vinden. We moeten deze taxi-chauffeurs ooit eens van hun regenboogkater afhelpen, toch?

Ronald Mol (Alkmaar, 1983) is naast hoofdredacteur een zelfverklaard Regenboogroeptoeter, ambassadeur voor Bi+ Nederland, hoofdconducteur en geïnteresseerd in politiek. Heeft: veel meningen, het lang niet altijd bij het juiste eind, geen huisdieren en een leuk leven.

 

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.