Ik zat in de derde, ik had die dag levensbeschouwing. We begonnen deze les met de vraag: “Wie van jullie ouders heeft ooit tegen jullie gezegd dat ze trots op jullie zijn?” Bijna alle handen schoten omhoog. Behalve die van mij en drie anderen. Toen ik dat zag, dacht ik: kennelijk is dat normaal, dat je ouders dat tegen je zeggen. Het zette mij aan het denken.
Tekst: Nick Trijssenaar
Ik kom uit een gezin dat niet complimenteus is. Mijn ouders niet, mijn broer niet, ik ook niet. Als ik een 8 haalde voor een toets: kon het altijd beter. Ik deed toch maar havo. De onvoldoendes telden altijd 10x harder mee voor hen, vooral voor mijn moeder, dan de rest van mijn cijfers. Het was dan ook nooit een fijn moment als ik met mijn rapport thuis kwam. Dan kreeg ik opmerkingen dat ik apathisch was en dat ik meer mijn best moest doen. Terwijl ik wel altijd naar de volgende klas overging. Eén uitzondering daargelaten, in het jaar dat mijn oma overleed. De laatste twee jaar op de middelbare school was mijn verhaal inmiddels bekend bij mijn ouders. Ondanks dat heb ik mijn diploma gehaald. Vanuit thuis hing er zo’n grafsfeer dat ik daar het liefst niet was.
Wij gingen twee weken op vakantie die meivakantie. Mijn eerste examen zou drie dagen nadat we terugkwamen plaatsvinden. Dus terwijl iedereen van ons gezin aan het genieten was van hun vakantie, zette ik mijn wekker om ’s ochtends te kunnen studeren. Dan even te kunnen relaxen, om vervolgens weer te gaan studeren.
Ik. Moest. Dit. Diploma. Halen.
Dat was mijn ticket naar vrijheid. Dat lukte. Toen ik die woensdagmiddag in juli werd gebeld zaten mijn broer en mijn moeder bij me. Toen mijn mentor tegen mij zei dat ik geslaagd was, zei mijn moeder: “Zie je, ik dacht het wel.”
Nou moeders. Daar heb ik nooit iets van gemerkt. Het was weken daarna dat ze me de deur wees.
Maar het is die vraag die de docent aan onze klas stelde, die nog steeds in m’n hoofd rond spookt. Ik denk dat dat ook te maken heeft met acceptatie. En misschien wel meer met de acceptatie van mezelf, dan van mijn ouders naar mij.
Mijn vader werd afgelopen maand opgenomen in het ziekenhuis. Hij is nu gelukkig weer thuis en in deze tijd probeer ik er voor hem te zijn. Ik heb hem gezien op momenten dat je je vader niet wilt zien. Hij lag alleen maar in bed. Hij was bang in de nachten. Dan belden we en vertelde ik hem verhalen over vroeger. Dat maakte hem rustig en zo kon hij aan zijn nacht beginnen.
Het was de vierde keer dat ik in het ziekenhuis kwam, ik hem een kus op zijn wang gaf en hem knuffelde, dat hij zei dat hij trots op mij is. Tijdens de treinreis terug dacht ik daar over na. Ik kwam tot de conclusie dat deze opmerking te laat kwam. Ik had er misschien heel veel aan gehad op het moment dat ik zijn goedkeuring ‘zocht’. En op zoek was naar erkenning. Nu zal ik me, denk ik, altijd herinneren en ook koesteren dat hij dit tegen mij heeft gezegd. Maar wat ik had gedacht dat die woorden voor mij zouden betekenen, dat komt niet meer. Simpelweg omdat ik zelf ben gegroeid.
Het is te laat. Dat neemt niet weg dat het heel lief is dat hij dit zegt. Maar er is in die tussentijd, terwijl ik verlangde die woorden te horen, iets gebeurd met mij. Ik ben trots op mezelf. Ik heb geen bevestiging meer nodig. Het feit dat ik naar hem toe ben gegaan, ondanks de angst mijn moeder weer te zien in jaren. Ondanks het feit dat mijn vader er niet voor mij was tijdens mijn operatie. Ondanks al die pijnlijke momenten die zijn gepasseerd. Ben ik er nu wel voor hem. Daar ben ik trots op.
Dat mijn liefde kennelijk wel alles kan overwinnen.
Ik maak mijn eigen keuzes en beslissingen. De afgelopen jaren heb ik gemerkt dat ik steeds meer los kom van mijn gezin. Maar deze afgelopen weken hebben me laten zien dat ik helemaal niet op hen hoef te lijken. Ik blijf in ons gezin het zwarte schaap. En vaak wordt dat gezien als negatief. Maar ik ben daar trots op. Ik zie hoe ik het anders kan doen en trek me van hen niks meer aan.
Nick Trijssenaar (Rotterdam, 2001) werd enkele minuten na zijn tweelingbroer geboren. In zijn pubertijd had hij het gevoel dat het lichaam dat hem was meegegeven niet bij hem paste. Eind 2017 kwam hij op de wachtlijst voor transitie van het VUMC in Amsterdam. Na anderhalf jaar begonnen de gesprekken. Begin 2020 kreeg hij de borstverwijderende operatie. In augustus van dat jaar begon hij aan hormonen.
One thought on “Nick | Ik ben trots op je”