Vandaag wordt er in de Eerste Kamer voor de tweede keer gestemd over de aanpassing van artikel 1 van de Nederlandse grondwet. Dit wetgevingsproces, dat volgens woordvoerder Philip Tijsma alles bij elkaar 19 jaar heeft geduurd, had op 20 december al achter de rug kunnen zijn. Ware het niet dat de PVV fractie, na een hele dag debatteren tot de conclusie kwam dat ze het onderwerp ineens toch echt wel heel belangrijk vonden. Net iets te belangrijk voor een reguliere stemming.
Op het allerlaatste moment, toen de voorzitter concludeerde dat het debat ten einde was gekomen en er -eindelijk- gestemd kon worden, vroeg Alexander van Hattem (PVV) een hoofdelijke stemming aan. Alle andere partijen, zowel voor als tegenstanders van de voorgestelde wijziging, spraken er schande van. Zelfs Annabel Nanninga, die eerder al duidelijk had verkondigd tegen het voorstel te gaan stemmen, noemde het ‘een heel lelijke gang van zaken’ en ‘onbeschoft’.
Bij de normale gang van zaken is een hoofdelijke stemming, een stemming waarbij alle leden individueel hun stem uitbrengen, geen verrassing voor de andere partijen. En deze aanvraag was nog eens pikanter door de woordenwisseling die eerder was ontstaan tussen tussen Van Hattem en SP-senator Kox (SP), eerder die avond. Kox had zijn afkeur uitgesproken over de beschuldiging die Van Hattem uitsprak over de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. Van Hattem beschuldigde deze ambtenaar van, jawel: racisme.
Kox wees Van Hattem op de regel dat leden van het parlement daarover debatteren met de verantwoordelijke bewindspersoon en dat beschuldigingen aan een ambtenaar die zich daar niet tegen kan verdedigen, ongepast zijn. De SP senator stond er dan ook op dat Van Hattem zijn woorden terug nam. Want, zo vond Kox: “Anders bent u hier eigenlijk niet op uw plaats.” Gevraagd naar een verklaring van deze uitspraak liet Kox weten: “Artikel 1 van de Grondwet is een van onze allerbelangrijkste wetten. De Grondwet zegt dat je niet zal discrimineren. Als je dat dan toch wel doet, dan zeg ik: “Kijk naar jezelf; je staat zelf voor je belofte. Dat heb je zelf beloofd. Dat hebben wij je niet laten beloven. Dat heb je zelf gedaan.”
In Haagse kringen wordt dan ook gefluisterd dat de hoofdelijke stemming die door Van Hattem werd aangevraagd, eerder werd ingegeven door een gekwetst ego, dan door rijp beraad met zijn fractie.