Ik denk dat ik ontvoerd ben | Pim Lammers

Wie mij als recensent van Gaykrant een beetje kent, weet dat ik gek ben op mooi geïllustreerde kinderboeken. Ik denk dat ik ontvoerd ben en andere gedichten voor kinderen van Pim Lammers met tekeningen van Sarah van Dongen, past in dat rijtje thuis. Ik sprak met Pim over zijn met veel lovende woorden ontvangen bundel. 

De gedichten in de bundel halen verschillende thema’s aan. Een deel gaat over diversiteit. Er is bijvoorbeeld een tante die een man is en een neef die make-up draagt.

‘make-up.
Welke jongen doet dat nou?
Foundation, bronzer, rouge.
En dan die nagels, veel te blauw!’

Waarom vind je diversiteit in kinderboeken zo belangrijk?

‘Ik wil dat álle kinderen een thuis kunnen vinden in de kinderliteratuur,’ zegt de schrijver. ‘En zichzelf terug kunnen zien op papier. Het is ontzettend belangrijk om rolmodellen te hebben, ook op jonge leeftijd. Ik heb het zelf erg gemist dat ik in mijn jeugd bijvoorbeeld geen verliefde mannen in kinderboeken tegenkwam. Ik dacht daardoor lange tijd dat ik de enige jongen was die op jongens verliefd werd. Met mijn boeken wil ik nu aan kinderen laten zien hoe mooi en divers de wereld is, hoe mooi en divers de liefde is.’

(De thema’s waarover ik lees in het boek zijn ook alledaags en heel herkenbaar. Zoals: familiedag (de stomste dag van het jaar), zwemles, een uit het nest gevallen vogeltje. Maar oeps … dan is er opeens juf Indra. Die heeft iets met papa. “Maar er is wel één probleem: en mama dan?”)

 Gaan de gedichten over je eigen jeugd?

‘Jazeker,’ antwoordt Lammers, ‘In mijn dichtbundel zitten veel van mijn eigen jeugdherinneringen, soms één op één overgenomen. Bijvoorbeeld het gedicht waarin de hoofdpersoon achterop de rolstoel van zijn oom gaat staan en ze zo samen naar de ijssalon racen. Maar er zitten ook een paar gedichten in over jeugdherinneringen die ik zelf juist heel erg heb gemist. ‘Kriebelen’ bijvoorbeeld, over een meisje dat uit de kast komt bij haar opa.’ Lammers zegt: ‘Ik heb nooit aan mijn eigen opa kunnen vertellen dat ik homo ben en dat vind ik nog steeds erg jammer. Dus met dit gedicht wil ik kinderen laten zien dat ze het gewoon kunnen vertellen, aan hun ouders of grootouders.’

*

Toen ik het boek las, bleef het gedicht over de opa me ook als een van de aandoenlijkste bij. De opa die kriebelt op de rug van zijn kleindochter. Zij vraagt aan hem of ze in plaats van een jongen, ook een mooi meisje mag zoeken? Opa schrijft het antwoord met zijn vingertoppen op haar rug: “wie jij maar wil.”

Ik lees in een van de gedichten over een jongen waarbij zijn eerste verliefdheid de kop op steekt. Verliefdheid op meester Jasper. Verliefdheid op een meester of juf zal voor diverse kinderen herkenbaar zijn.

‘Ik ben op J.
maar durf het niet te zeggen.
Hoe moet ik hem uitleggen
dat ik samen
rond de wereld wil reizen, hand-in-hand
wil wandelen door het park om de hoek.’

Het is Lammers gelukt om in de huid van kinderen te kruipen. Hun gevoelens op een begrijpelijke en herkenbare manier voor de doelgroep neer te zetten. De ene keer met humor, de andere keer op een meer serieuze manier.  Want niet alles hoeft op een grappige manier benaderd te worden als het om kinderen gaat.

Je ging langs scholen tijdens de Kinderboekenweek om voor te lezen. Hoe reageren kinderen op je werk?

‘Ik lees vooral voor bij kinderen in de midden- en bovenbouw,’ zegt Lammers. ‘Hoe ze reageren verschilt per klas. Soms weten ze al veel over de onderwerpen, maar soms hebben ze nog nooit eerder gehoord dat twee mannen of twee vrouwen ook verliefd kunnen worden. Maar vaak ontstaat er dan juist een leuk gesprek. Ik lees ‘De boer en de dierenarts’ voor (waarin twee mannen verliefd op elkaar zijn) en vertel dat ik zelf ook verkering heb met een man. Er is dan altijd wel een kind dat zegt dat dat niet kan, ‘omdat mannen geen kinderen kunnen krijgen’. Gelukkig zijn er dan kinderen die mij helpen door ‘wellus!’ te roepen. Ze beginnen dan zélf over adopteren. Laatst was er zelfs een meisje dat wist wat een draagmoeder was! Doordat ik er in de klas heel open over praat, wordt het voor alle kinderen een heel gewoon onderwerp.’

*

Het viel me  in de bundel op dat een pijnlijke gebeurtenis zoals de dood van oma Beppe, door de dichter consequent wordt afgewisseld met een luchtiger probleempje, zoals bijvoorbeeld de puist op de neus van puberzus. Dit houdt het boek luchtig genoeg voor kinderen. Zoals bijvoorbeeld het stukje over een hilarische seksuele voorlichting wordt voorafgegaan door een gedicht over hoe pijnlijk en lastig het is om slecht nieuws te brengen en te ontvangen.

‘Ik zie ze zoeken
De juiste woorden, de juiste zinnen.
Ze hebben geen idee
hoe ze moeten beginnen.

 Maar ze hoeven niets meer te zeggen.
Ik weet het, ik heb ze al door.
Ze hoeven me niets meer uit te leggen.
De stilte was ze voor.’

 Lammers is er in het boek in geslaagd te beschrijven dat een volwassene door andere ogen kijkt dan een kind. Zo kun je als kind denken dat je ontvoerd bent omdat je anders dan anderen bent.

*

Welk gedicht lees je graag voor als het om diversiteit gaat?

‘Als ik word uitgenodigd om op een school voor te lezen,’ vertelt hij, ‘dan is ‘Tante Ben een erg fijn gedicht als het om diversiteit gaat. Er zijn veel mensen die denken dat ‘non-binair’ veel te ingewikkeld voor kinderen is, maar ik wil juist laten zien dat dat helemaal niet zo is. Je kunt er op een heel makkelijke manier over praten, je hoeft alleen maar dit gedicht voor te lezen! Kinderen komen met ‘Tante Ben’ vaak voor het eerst in aanraking met non-binaire personen. Ze moeten misschien even wennen, maar vinden het daarna eigenlijk heel logisch: natúúrlijk is er meer mogelijk dan alleen man en vrouw. Het gedicht laat ook zien dat iemand véél meer is dan alleen gender of geslacht, iemand heeft ook hobby’s, gekke trekjes, uiterlijke kenmerken, verlangens, dromen, et cetera. In de hetero-normatieve samenleving is iedereen veel te obsessed met gender.’

*

De vele kleurrijke illustraties van Sarah van Dongen hebben een toegevoegde waarde voor de bundel. Er zit humor in haar tekeningen, veel warmte en ook diversiteit. En plaatjes kijken hoort bij een kinderboek.

*

Wat vind je van de samenwerking met Sarah van Dongen?

‘Ik ben ontzettend blij met Sarah,’ zegt Lammers, ‘Ze heeft er echt iets moois van gemaakt. Ik wil met mijn bundel álle kinderen aanspreken en daar heeft zij heel erg aan bijgedragen. Er komen allerlei verschillende families langs, zo zijn er tekeningen met vaders van kleur en moeders met een hoofddoekje. Ieder kind kan zijn/haar/hun eigen familie terugzien in het boek.’

Je hebt eerder kinderproza geschreven en nu deze gedichtenbundel. Ga je meer poëzie schrijven?

‘Absoluut, ik heb ontdekt dat poëzie echt bij mij past. Ik vond het heel leuk om te schrijven en over na te denken. Gedichten zijn een heel fijne manier om iets over te brengen, bijvoorbeeld een bepaald gevoel. Het is daarnaast een fijne uitdaging om iets unieks te nemen, iets persoonlijks, waarin tóch veel mensen zich zullen herkennen.’

Ik moet toegeven dat ik ‘stiekem’ heb genoten van de gedichtenbundel bedoeld voor kinderen. Er zit humor in en de serieuze onderwerpen worden met gepaste luchtigheid gebracht. Leuke poëzie om voor te lezen of om samen te lezen. Een mooi cadeau voor Sint of Kerst. Voor jezelf. Of voor anderen.

Pim Lammers schrijft niet alleen kinderboeken maar ook verhalen en gedichten voor volwassenen. Kinderboeken die onder andere verschenen: Ik mis Milo (2022) en De Ridder Roa-reeks. Hij heeft diverse publicaties voor volwassenen op zijn naam staan in Het Rode Oor, De Revisor en op Hard//Hoofd.

*

De bundel ‘Ik denk dat ik ontvoerd ben’ kun je hier bestellen.

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

One thought on “Ik denk dat ik ontvoerd ben | Pim Lammers

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.