Brenda | Moeder van een non-binair kind #6

Als ik mijn mail open, zie ik meteen waar mijn ex op doelt. Hij had mij geappt dat er een verschrikkelijk bericht in de mail zit. Nou dat hoef je niet nog een keer te zeggen. Ik zit er al in. En verschrikkelijk is het.

Er is een meisje op school overleden. Plotseling. Bij het woord plotseling gaan er bij mij alarmbellen af. Natuurlijk kan het zijn dat iemand plotseling sterft door een medische oorzaak, maar bij een puber denk ik ook aan andere dingen, helaas. En misschien is dat iets van mij als moeder. Waarschijnlijk is het mijn eigen angst. Een angst die nu niet meer zo actueel is, maar die er wel is geweest. Een reële angst noemde de huisarts het zelf.

Ik zie Devin nog zo staan met zijn mobiel in zijn handen waar een liedje op te horen is. Een liedje dat ik van hem moet beluisteren. Alleen al van de afbeelding van het liedje schiet ik vol. Dit is foute boel, dit kan geen leuk liedje zijn. En dat is het ook niet. Het gaat erover dat iemand het niet meer ziet zitten. Niet meer weet wat ze met haar leven aan moet. Het is Devin zijn manier om te vertellen dat hij het ook even niet meer weet. Hij huilt er heel hard bij. Ik vind het nog steeds niet fijn om dit op te schrijven. Ik neem mijn kind in mijn armen en hij blijft een half uur hartverscheurend huilen. De bodem is blijkbaar bereikt. Het is corona en de onlinelessen in zijn kamer hebben hem blijkbaar geen goed gedaan.

In eerste instantie waren we blij met corona. Devin zat toen nog op een andere school waar hij heel erg gepest werd. En van de een op de andere dag hoefde hij niet meer naar school. Geen pesters meer die hem het leven zuur konden maken. Wat heerlijk voor ons kind. En ook voor ons. Even rust! Als ouders ga je namelijk ook helemaal kapot.

Maar in een klein kamertje met alleen onlinelessen en weinig afleiding in de vorm van theater of dansen, ga je ook veel nadenken. Veel in je hoofd zitten. En daar is Devin toch al een ster in. En dan opeens is daar de grens. De grens waar je als ouder helemaal van in paniek raakt. Hij zal het toch niet echt gaan doen? Hij wil toch niet echt dood? Dit is toch alleen een noodkreet? Alsjeblieft laat het niet mijn kind zijn.

En zo kan ik nog wel even doorgaan. Natuurlijk zijn we direct naar de huisarts gegaan en zijn er hulptroepen ingeschakeld, want de huisarts vond het terecht dat ik mij zorgen maakte. Toen ik de deur uitliep, weet ik nog heel goed dat hij mij nog even snel apart aansprak. Ik mocht voor mijzelf ook hulp vragen, want dit was nogal wat. Ik vond het toen zo lief en zijn woorden kwamen zo binnen. Ik zat namelijk zelf ook aan de grond, maar daar was geen tijd voor, vond ik. Eerst moest mijn kind geholpen worden.

Gelukkig kon hij snel terecht bij een psychologe waar we nog steeds wekelijks naartoe gaan. Ook ik heb daar hulp gekregen, waar ik nog steeds dankbaar voor ben. En het gaat beter, veel beter, al zijn er nog steeds veel stemmingswisselingen, maar dat hoort ook bij de leeftijd. Er is zoveel veranderd in anderhalf jaar. Want zo kort is het nog maar geleden. Devin is naar een andere school gegaan en heeft het daar veel meer naar zijn zin. Hij kan daar zichzelf zijn. Hoe fijn is dat. Het is namelijk al zo moeilijk als je veertien jaar bent en je op zoek gaat naar je eigen identiteit. Alleen dat is al ingewikkeld genoeg. Als je dan ook nog geadopteerd bent (en dus ooit afgewezen) en je voelt je anders, dan is deze zoektocht een hell of a job.

Ik denk aan het meisje dat er niet meer is. Ook zij zat in het gender and sexuality netwerk van school waar mijn kind ook in zit. En dat betekent dat ook zij niet in een standaardhokje te plaatsen was. Misschien heeft ze zich tijdens haar zoektocht wel heel erg alleen en anders gevoeld. Ik weet het niet, ik ken deze feiten niet. Maar het laat mij niet los. Het verdriet moet immens zijn, dat is een ding dat zeker is. En god, wat ben ik dankbaar dat mijn kind ooit is gaan praten en hulp heeft gezocht. Want ik moet er niet aan denken dat het ook zo met hem had kunnen aflopen.

Het enige dat wij kunnen doen, is onze kinderen (en onszelf) te leren respect te hebben voor andermans zoektocht. Iedereen mag zijn wie die is. Ook als dit een beetje anders is.

In gedachten bij de ouders, familie en vrienden.

*

Brenda Schaaper (Venhuizen, 1969) is eigenaar van camping de Paradijsvogel, een familiecamping voor LHBTIQ+ kinderen/jongeren en hun ouders. In deze rubriek neemt ze je mee in haar leven als moeder van haar excentrieke en non-binaire kind, Devin, die tevens de reden is dat er nu een camping is (ook al houdt Devin niet van kamperen).

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.