Nicolaas Veul: ‘Homoseksualiteit laat zien dat ook de psychiatrie verandert’

In Pisnicht, the movie probeert Nicolaas Veul de vraag te beantwoorden hoe tolerant Nederland is op het gebied van homoseksualiteit en wat de grens is tussen humor en homofobie. Zelf zei hij erover: ‘Deze film is geen betoog om woorden of grappen te verbieden, maar ik wil inzicht geven in wat het betekent om als homo op te groeien en continu geconfronteerd te worden met het feit dat je anders bent en volgens sommigen minder of zelfs vies.’

Tekst: Rick van der Made
Hoofdfoto: Diederick Bulstra Photography

Nicolaas Veul is geen documentairemaker die zelf niet in beeld wil komen. Hij is, net als collega Tim den Besten, actor in zijn eigen documentaires. Zo maakten ze samen in 2020 de serie 100 dagen voor de klas, waarin ze als buitengewone stagiaires op scholengemeenschap ISG Arcus in Lelystad de kijker meenamen in hoe het is om les te geven op een middelbare school. Door zelf voor de klas te gaan staan.

Het vervolg op 100 dagen voor de klas is de zesdelige documentaireserie 100 dagen in je hoofd geworden die op donderdag 21 oktober is gestart en waarin Nicolaas en Tim als bijzonder stagiaires in een psychiatrische kliniek in Eindhoven zich onderdompelen in de wereld van de geesteszieken.

Beeld uit het programma (foto: VPRO)

‘Je komt jezelf wel tegen,’ zegt Nicolaas als ik hem over de opnames van 100 dagen in je hoofd vraag. ‘Op sommige momenten was het heel erg emotioneel. Zeker als je na een dag hard werken alle heftige levensverhalen nog een plek moest geven. Al in de eerste week ben ik in huilen uitgebarsten en onze mentor – iemand die er al dertig jaar werkte – had het ons inderdaad ook gezegd: ‘het kan enorm confronterend zijn hier.’

Als ik Nicolaas vraag of hij een specifiek moment kan benoemen, zegt hij: ‘Er was een geweldige en creatieve jonge vrouw op de afdeling die – na misbruikt te zijn geweest – extreem veel moeite had om van zichzelf te houden na alles wat haar was aangedaan. Die verhalen raken je omdat iemand zo leuk is, en je hoopt voor iemand dat het leven wat gemakkelijker is.

En tegelijkertijd zijn er sommige cliënten die ook iets in jou losmaken. Dat deed zij bij mij. Ik heb lang geworsteld met mezelf, kon ook maar moeilijk van mezelf houden. Haar verhaal wierp me terug op mijn eigen jeugd, waarin mijn omgeving en ouders worstelden met het feit dat ik homo en in hun ogen dus anders was. Het oordeel van ‘buiten’ is bij mij ook naar binnengekropen. Ik dacht ook lang: ‘Wat ben ik nou waard?’

Zo’n jonge vrouw op zo’n zware afdeling met psychosen en schizofrenie deed me beseffen dat iedereen dit kan overkomen. Dat je in je hoofd plotseling een afslag neemt waardoor je in een andere wereld, en in een psychiatrische kliniek belandt. Het leven is kwetsbaar. Mensen zijn kwetsbaar. De psychiatrie is een andere wereld. En het is fascinerend om die wereld te mogen leren kennen. Om er niet bang voor te zijn.’

Was je bang?

‘Nee. Niet voor de mensen en voor het werk. En ik ben zelf in therapie geweest dus ergens staat het ook weer niet zo heel ver van mij af. De angst zat hem meer in het feit dat je je realiseert dat iemand ‘zomaar’ echt heel erg ziek in het hoofd kan worden. Maar de cliënten waren stuk voor stuk geweldige mensen met allemaal hun eigen indringende verhaal, van de man die heel zijn leven door Spanje gezworven had tot een ras-Amsterdammer die in zijn psychoses stemmen hoort van onzichtbare mannen die rond zijn hoofd zweven.’

Net als in 100 dagen voor de klas is het hier ook weer hands-on. Tim en jij zijn actoren in jullie eigen documentaires.

‘Ja. Bij de meeste documentaires wordt de dramatische lijn gezocht bij de mensen – of personages – die gevolgd worden, maar de omgeving waar je in belandt verandert meteen want je komt ergens met een camera binnen. Wij kiezen ervoor om die omgeving dan maar al handelend tegemoet te treden. Wij willen onszelf daarin niet besparen. Je kunt de emotie, de twijfel en het gevecht van de maker buiten beeld laten, maar je kunt er ook voor kiezen het wel te laten zien. Dat doen we. We trekken onszelf de verhaallijn in en dat voegt een andere en interessante laag aan de documentaire toe.

Tim en ik zijn tegenpolen. Water en vuur. Bassie en Adriaan. Knabbel en Babbel. We zijn een goede combinatie en dat maakt de serie denk ik aantrekkelijk. Eerlijker misschien, want wij moeten ook met de billen bloot. Kijk, je kunt docenten en schooldirecties interviewen over hoe het is om les te geven, en artsen en verpleegkundigen over hoe het is om in een GGZ-instelling te werken, maar je kunt het werk ook laten zien door er zelf honderd dagen in mee te doen. Daarmee trek je de kijker mee in een echte ervaring en dat is onze manier om materie voor kijkers inzichtelijk en interessant te maken.

De spanning zit niet zozeer in de vraag hoe zwaar het vak is, maar meer in de vraag of we echt contact kunnen maken met de geesteszieke. We dalen af naar – of beklimmen – de wereld van de psychiatrisch patiënt zelf, naar wat in de volksmond toch al snel ‘die gekke ander’ is die vaak een leven lang met dat stigma moet rondlopen.’

Je hebt binnen de regenbooggemeenschap met name furore gemaakt door Pisnicht, the movie. Nu is homoseksualiteit pas in 1990 door de Wereldgezondheidsorganisatie geschrapt als psychische aandoening. Komt daar nog iets van terug in de serie?
 
‘Ja. Verschrikkelijk. Echt een schandvlek van de psychiatrie.  Een thema als homoseksualiteit laat zien dat ook de psychiatrie onderhevig is aan veranderingen en voortschrijdende inzichten. En ja, in vrijwel alles wat ik maak komt homoseksualiteit of de regenbooggemeenschap op de een of andere manier terug. Soms heel expliciet, zoals in de documentaires Gay-K en Een man weet niet wat hij mist, en soms wat minder expliciet, zoals in deze serie.

De thema’s blijven hier wat meer op de achtergrond, maar het gaat wel degelijk over de diepere structuur die er voor mij zeker onder ligt en die raakvlakken heeft met het thema ‘mentale gezondheid’: het anders zijn, het effect dat dat op mijn ontwikkeling heeft gehad, het eerdergenoemde ‘niet goed genoeg zijn’ en het niet gezien worden. De kwetsbaarheid van ons allemaal, dat hoop ik wel met zo’n programma als dit voor het voetlicht te brengen

Vaak wordt er gezegd: ‘Ach joh, schouders eronder en verdergaan’, maar wat wel eens vergeten wordt, is dat binnen de regenbooggemeenschap mensen ook veel te verstouwen krijgen en op onbegrip stuiten. Dat eist zijn tol. Ook emotioneel.

*

100 dagen in je hoofd
Nicolaas Veul en Tim den Besten
Elke donderdag om 20;50 uur bij de VPRO op NPO 3

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.