Karin Blankenstein: ‘Een voetballer die voor de club scoort wordt bejubeld. Ook als hij homo is.’

Het Europees Kampioenschap voetbal is begonnen. Nederland heeft zijn eerste wedstrijd gespeeld. En gewonnen. Op de radio volgde ik een gesprek over het EK. Wel knielen? Niet knielen?

Tekst: Rick van der Made

Tijdens het luisteren dacht ik aan een van de twee ambassadeurs van Gaykrant. Karin Blankenstein. Zij is de jongere zus van John Blankenstein (1949 – 2006), de voetbalscheidsrechter en LHBT-activist die in 2003 de Bob Angelo Penning ontving. Karin is oprichter van de John Blankenstein Foundation, de stichting die ijvert voor meer acceptatie van LHBT+ers binnen de sport.

Vorige week publiceerde de stichting de uitslagen van het onderzoek naar LHBT+ acceptatie onder alle voetballers van eerste en eredivisie. Daarin werd duidelijk dat er nog genoeg werk aan de winkel is. Zeven op de tien betaald voetbalspelers beoordelen de acceptatie van homo- en biseksualiteit met een onvoldoende. De helft geeft aan dat het moeilijk is om als profvoetballer uit de kast te komen.

Gisteren belde ik met Karin. Ik was benieuwd hoe het haar de afgelopen week was vergaan. Ik wilde graag weten hoe het onderzoek door de media was opgepikt. En hoe het met haarzelf ging.

‘Ik kijk graag naar voetbal,’ zei ze, ‘Maar gisteren vroeg ik wel aan mijn man of we de wedstrijd bleven uitzitten of dat we verder zouden gaan met Line of Duty op NPO.’

Ik schoot in de lach.

‘Bij een kampioenschap duurt het altijd even voordat het echte enthousiasme komt. Ik moet erin groeien, in zo’n toernooi.’

Ik vroeg haar hoe zij afgelopen week heeft beleefd.

‘Er is in de media veel aandacht voor het onderzoek geweest. Radio, tv, kranten, internet. De dag na publicatie zat ik al bij NPO Radio 1. Voetbal krijgt altijd zo veel aandacht. Zeker nu met het EK. Maar wist je dat twee maanden geleden een onderzoek met dezelfde strekking – LHBT+ acceptatie – gedaan is onder de top van de Nederlandse hockeyheren en dat de uitslagen nauwelijks verschilden van die van het betaald voetbal? Ook in die wereld is het blijkbaar lastig om uit de kast te komen.

En ik luisterde onlangs naar een podcast van een beachvolleybalspeler die op zijn zestiende uit de kast kwam. Hoe vaak er ook in die setting geen grappen over homo’s gemaakt werden. En dan hoor ik mensen zeggen: ‘We mogen nergens meer grappen over maken,’ maar dat is natuurlijk onzin. Het gaat om jongeren op een kwetsbaar moment in hun leven. Zij zijn geen volwassenen die een grapje met een schouderophalen kunnen pareren. Dan past het niet grappen erover te maken. Of deze grappen in de kleedkamer te tolereren.’

‘Coming-out blijft lastig.’

‘Ja. En uiteraard wordt het lastig als je als Nederlandse profvoetballer uit de kast wilt komen, terwijl je misschien ook naar het meer conservatieve buitenland wilt vertrekken. Dat is begrijpelijk. Maar de media stortten zich afgelopen week ook op de supporters van voetbalclubs. De angst voor spreekkoren. Voor massale afwijzing. Maar dat zijn aannames. Daar is nooit onderzoek naar gedaan en daar is nooit bewijs voor geleverd. Ik weet dat supportersverenigingen wel degelijk openstaan voor gesprek en voor acceptatie. Een voetballer die voor de club scoort wordt bejubeld. Ook als hij homo is.’

‘Het gaat om de ontmoeting?’

‘Ja. Ga het gesprek aan, en laat iemand het persoonlijke verhaal vertellen over de pijn en het ongemak van schelden. Van spreekkoren. Net zoals de Anne Frank Stichting ooit een aantal Feyenoordsupporters samenbracht met een oude Joodse dame. Die supporters waren zo onder de indruk. Die zullen nooit meer over Joden zingen.’

‘Ik moet nu denken aan de Feyenoordsupporters die na de moord op Fortuyn in 2002 het over ‘onze Pim’ hadden.’

‘Ja. Ik zou ik de vermeende link tussen bemoeilijkte coming-out en supportersverenigingen – los van elke politieke context – nader onderzocht willen zien. Na de publicatie van de uitkomsten van het onderzoek deden media het voorkomen of zij een groot obstakel vormen op weg naar een veilige coming-out. Ik betwijfel dat oprecht. Als ik in gesprek ga met supportersverenigingen en ik vertel dat mijn oudere broer John mijn held was – en nog steeds is – en dat met het moedwillig neerhalen van mijn broer enkel en alleen omdat hij homoseksueel was niet alleen de persoon in kwestie neergehaald wordt, maar ook diens voltallige omgeving, dan begrijpen zij dat. Daar worden ze stil van.’

‘Je blijft positief. We knielen. En ooit hijsen we de regenboogvlag boven de Johan Cruyff Arena in top.’

‘Zeker. Komende vrijdag bestaat de John Blankenstein Foundation 12,5 jaar. Dan gaan we met het bestuur proosten op alles wat we bereikt hebben. En op alles wat we nog zullen bereiken. Want dat zullen we. Ik blijf me onvermoeibaar inzetten voor de goede zaak.’

‘Proost.’

‘Proost.’

Klik hier voor meer informatie over de John Blankenstein Foundation

*

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.