Artikel 23: of over de onveiligheid van het bijzonder onderwijs

Ooit ben ik getrouwd geweest met een Fransman. We woonden in Nederland. En – heel kort door de bocht – mijn Fransman begreep soms maar weinig van mijn land. Zo ging het bijzonder onderwijs zijn pet te boven.

In Frankrijk is vrijwel al het onderwijs openbaar, terwijl in Nederland maar zo’n 30 procent van alle leerlingen naar het openbaar onderwijs gaat. Zeven op de tien leerlingen in dit land gaat naar een school met een godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag. In artikel 23 van de Grondwet staat hoe ons onderwijs ingericht is.

Ik ben zelf nooit voorstander geweest voor afschaffing van artikel 23 en daarmee van het bijzonder onderwijs. Volgens mij kan het land waarbij de meerderheid van de scholen bijzonder is en dat desondanks als eerste ter wereld de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor paren van gelijk geslacht heeft geregeld, zo’n artikel prima handhaven. En als ik kijk naar het fenomeen moslimextremisme, dan vraag ik mij af of de situatie in Frankrijk, met haar openbare scholen en haar verbod op het dragen van een hoofddoek in schoolgebouwen, nu zo veel beter is dan in Nederland.

Lang leve de zichtbare diversiteit, ook als die diversiteit niet per se mijn diversiteit betekent.

Maar zichtbaarheid en diversiteit moet wel twee kanten op werken. Ik heb zelf op een openbare middelbare school gewerkt, waar kennisoverdracht van diverse levensbeschouwingen en religies gewoon in het curriculum zat. Op die school was er ook alle ruimte voor zaken als seksuele voorlichting en seksuele oriëntatie, burgerschapszin en maatschappijleer.

Zo hadden wij mentoren, vertrouwenspersonen en zelfs een orthopedagoog die voldoende opgeleid waren om kinderen met vragen over (hun) seksualiteit en/of gender te begeleiden. Stelregel was daarbij dat opvoedingsdoelen heel belangrijk zijn, dat opvoedingsmiddelen – zoals straffen en belonen – op juiste en weloverwogen wijze ingezet dienen te worden om deze doelen te bereiken, maar dat bovenal de opvoedingsvoorwaarde ‘veiligheid’ bovenaan het pedagogische lijstje diende te prijken.

Die wederkerigheid zie ik niet in al het bijzonder onderwijs terug. Daar waar het openbaar onderwijs ‘vrijheid’ interpreteert als: ‘Wij bieden alles aan: wereldoriëntatie, religie én seksuele- en genderdiversiteit’, daar wordt ‘vrijheid’ in het bijzonder onderwijs nogal eens sterk begrensd.

Zo zijn er de afgelopen jaren reformatorische scholen geweest die het woord ‘vrijheid’ misbruikten om ouders van leerlingen een verklaring te laten ondertekenen waarin zij de homoseksuele levensstijl afkeuren. Zo zijn er islamitische scholen geweest die het woord ‘vrijheid’ misbruikten om lesmethoden in te voeren waarin staat dat ‘Allah homoseksualiteit verafschuwt’, dat ‘Allah jongens die op meisjes willen lijken vervloekt’, en dat ‘Gemeenschap met iemand van hetzelfde geslacht verboden is’. En zo heeft de reformatorische scholengemeenschap Gomarus in Gorinchem ‘vrijheid’ misbruikt om leerlingen hun homoseksuele gevoelens ‘op te biechten’ terwijl zij daar zelf nog niet aan toe waren.

In NRC Handelsblad stond afgelopen vrijdag te lezen hou oud-leerlingen behandeld zijn: ‘Je ouders staan al bij de balie,’ werd er door de zorgcoördinator tegen de leerlingen gezegd.  Toen de leerlingen in paniek raakten en weg wilden, draaide de zorgcoördinator de deur van de kamer op slot.’

Als anno 2021 ‘vrijheid’ op dergelijke, onmenselijke wijze misbruikt blijft worden om leerlingen een geloofsovertuiging op te dringen waarmee hun basisrecht op veiligheid ontzegd wordt en hun persoonlijke ontwikkeling in de knop gebroken wordt, als de functie van ‘zorgcoördinator’ binnen het bijzonder onderwijs op beestachtige wijze wordt ingevuld, dan wordt het wellicht de hoogste tijd om artikel 23 te herzien. Om, net als in Frankrijk, het onderwijs openbaar te maken. Om de vrijheid van de Staat beter te beschermen tegen de nogal arbitraire en gevaarlijke onvrijheid van de Kerk

Een volwassene kan pas in vrijheid leven als hij als kind in veiligheid is grootgebracht.

*

Rick van der Made (Breda, 1968) is naast hoofdredacteur van Gaykrant ook dichter en columnist. Met zijn twee huisgenoten en twee katten woont hij in Hooge Zwaluwe. 

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.