M’n ex: ‘Ik was in ieder opzicht de ideale man’| Donovan uit Bergen

Mijn extreem losbandige bestaan – en alle daarmee gepaard gaande verslavingen – ruilde ik in voor een knus en gezond leventje met mijn grote liefde. Helaas maakte ik opnieuw een grote fout, hoewel ik eigenlijk nog steeds niet weet welke.

Redactie: Rits de Wit
Illustratie: Wilbert van der Steen

Volledig los ging ik, zodra ik van mijn vrouw – en daarmee van een intens burgerlijk leven – verlost was. Met een krankzinnige gretigheid belandde ik in een wereld waarvan ik het bestaan niet eens had kunnen dromen. Van gekkigheid wist ik niet waar ik het zoeken moest; de gay scene die zich aan mij openbaarde bleek een snoepwinkel waarin het smakelijkste van het smakelijkste in open vitrines voor het grijpen lag. Ik stortte me op extravagante seksparty’s en -clubs, bukake-feestjes, massale fist-orgies, pakte mijn koffer voor idiote afspraakjes en fetisj fuifjes in Berlijn en New York, ik reisde af naar poz prides in San Francisco en illegale chems fuck-in’s op Gran Canaria en Ibiza.

Mijn lichaam leek een onuitputtelijk genotsvoorwerp waaraan ieder die mij in erotisch opzicht beviel zich naar hartenlust kon vergrijpen, hoe meer en hoe vaker hoe beter. Ik verloor mijn baan doordat ik regelmatig niet kwam opdagen, raakte verslaafd aan diverse seksuele aberraties, aan alcohol en cocaïne. Op eigen beweging kwam ik daar weer uit. Althans, op eigen initiatief. Ik herinner me als de dag van gisteren het moment dat ik zeker wist dat het moest stoppen.

Maaginhoud

Ik was kort voor die lumineuze gedachte met een gillende koppijn wakker geworden in een mij totaal vreemde, kille, schaarsverlichte ruimte. Minstens vijftig naakte mannen lagen daar naast, op en over elkaar heen. De meeste lichamen leken te slapen, andere bewogen op elkaar, maakten geluidjes en neukbewegingen; de geur van pis, zweet, sperma en sterke drank drong zich aan mij op en ik moest overgeven.

Zonder dat iemand er aandacht aan besteedde loosde ik mijn maaginhoud luidruchtig op een behaard, gespierd achterwerk dat vlak daarvoor nog als hoofdkussen had gediend voor mijn loodzware, disfunctionele hersenpan. Ik wist bij god niet waar ik was, hoe lang ik er was, in welke stad, op welke locatie, met wie, in welke context; ik was bloot en ik stonk, maar kon mij van de gebeurtenis ervoor niets herinneren en dat zou nog lang zo blijven.

‘Ik wilde meer inhoud en minder hedonistisch narcisme’


Ik ben toen opmerkelijk genoeg in staat geweest op te staan, mijn uitgewoonde lijf te bedekken met textiel dat ik op mijn zoektocht naar een uitgang tegenkwam en me uit de voeten te maken. Het was nacht, of in ieder geval donker, ik ben blijven lopen, of wat daarvoor door moest gaan. Zodra ik bij een metrostation kwam en me realiseerde dat ik in Amsterdam was, ben ik op de een of andere manier thuisgekomen. Daar, nadat ik mijn huisgenoot had wakker gebeld en de deur zwijgend voor me was opengedaan, nam ik een beslissing: dit was de laatste keer.

Hoewel ik niet zo duidelijk voor mezelf had geformuleerd wát dan precies de laatste keer was geweest, leek ik dat feilloos aan te voelen. Ik ging in therapie en zag in dat ik een ander leven wilde, met meer inhoud, met meer zingeving, met minder hedonistisch narcisme en uitputtende verslavingen. En inclusief, als het even kon, een vaste relatie met een lieve, gelijkgezinde man, want die zou mijn intense behoefte aan liefde werkelijk kunnen bevredigen.

Dat dat soort heren niet voor het oprapen ligt was mij al snel duidelijk, maar op een dag liep ik Freddy tegen het lijf bij de opening van een nieuwe kaaswinkel in de stad. Naast onze liefde voor kaas bleken we meer gemeen te hebben, razendsnel ontpopte zich een intensief contact dat Freddy als eerste een relatie noemde.

Vertroetelen

Ik was zo blij met zijn komst dat ik nauwelijks meer moeite hoefde te doen mijn onuitroeibare drang naar anonieme seks en drugs te weerstaan. Ik was een nieuwe weg ingeslagen, ik vond weer een baan en een leuk appartement en we namen een kat toen we gingen samenwonen. Vrienden noemden ons burgerlijk, maar de knusheid waarin ik met Freddy was beland deed me in geen enkel opzicht denken aan het verstikkende huishouden destijds met mijn vrouw; nu wilde ik juist steeds maar samenzijn, mijn lieve mannetje vertroetelen en behagen, het zou hem – en daarmee mij – aan niets ontbreken, daar voelde ik me hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor.

‘Als hij iets wenste, ging ik het voor hem regelen’

Als Freddy zei dat hij ergens van hield of iets lekker of ontspannend vond, ging ik het regelen. Ik droeg het ondergoed dat hij me lekker vond staan, liet mijn borst- en schaamhaar groeien omdat hij dat zo sexy vond. Ik kookte zijn favoriete maaltijden en serveerde zijn lievelingskaas op brood, kocht bioscoopkaartjes voor de films die hij graag wilde zien, boekte arrangementen in luxueuze wellness resorts, zorgde als hij laat thuiskwam dat zijn lekkerste wijntje koud stond en zijn pantoffels bij zijn luie stoel, hij hoefde maar te kicken of het werd door mij met liefde gefikst. Ik liet het bovendien nooit merken als iets me verdrietig had gemaakt omdat ik wist dat hij daar slecht tegenkon. Kortom: ik was in ieder opzicht de ideale man.

Ik vind het dan ook nog steeds onbegrijpelijk dat hij dat steeds minder leek te appreciëren. Zijn reacties werden gaandeweg koeler en onverschilliger, waarna ik nóg meer mijn best ging doen. Liet hij voorheen nog wel eens briefjes voor me achter met lieve woordjes (‘Wat ben je toch een engel’, ‘Dankjewel schatje voor alles wat je voor me doet’) nu negeerde hij soms mijn gestes botweg.

Ik kreeg ik zelfs steeds meer de indruk dat hij zich begon te ergeren als ik iets voor hem geregeld had waarvan ik dacht dat hij er blij mee zou zijn. Toen ik hem op een dag vroeg wat er eigenlijk scheelde, antwoordde hij bits: ‘Je moet hier eens mee ophouden’, maar waarmee ik moest stoppen zei hij niet en begreep ik dus ook niet. Ik raakte in paniek: hoe kon het zijn dat hij zo reageerde terwijl ik zo mijn best deed en alles bereid was te doen wat hem gelukkig zou maken?

Ik belde mijn oude therapeut, maar die zei dat ik het nu goed alleen kon, ze prees mij om het feit dat ik nog steeds van drank en drugs afbleef en een monogame relatie had opgebouwd; ze wilde niet echt naar me luisteren, dus ik hing op en voelde me daarna nog meer alleen. Ik denk dat het toen nog twee maanden heeft geduurd voordat Freddy vertrok. Hij deelde het me mee alsof het de normaalste zaak van de wereld was en toen ik in tranen uitbarstte, keerde hij me, zoals ik al had verwacht, de rug toe.

Hij verdween, voor drie dagen, en toen ik hem weer zag had hij van alles geregeld, tijdelijke woonruimte, een verhuiswagen, een voorstel voor een onderkomen van de kat en voor de scheiding van de paar spullen die we samen hadden gekocht en betaald. 

Triest

Nu ik dit schrijf is het op de kop af een jaar geleden dat Freddy de deur definitief achter zich dichttrok. We hebben soms contact. Het lijkt erop dat hij het belangrijk vindt dat het goed met me gaat en dat ik niet weer aan mijn verslavingen ga toegeven. Dat heb ik mede daardoor ook nog niet gedaan. Soms denk ik dat Fred een nieuwe vriend heeft, maar ik durf er niet naar te vragen. Ik vraag hem überhaupt niks meer, uit angst dat hij me afbekt.

Ik zou zelf niet meer durven beginnen aan een nieuwe relatie, want kennelijk werkt alles wat past in mijn overtuiging van wat je behoort te doen voor je partner juist averechts, zonder dat ik begrijp waarom. En dat is een intens trieste gedachte.

 

Wil jij jouw verhaal over een jammerlijk mislukte relatie ook in deze rubriek? Neem contact met ons op via: gaykrantredactie@gmail.com

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.