Het taboe op homoseksualiteit leidt niet zelden tot verstoting van dierbaren. Praat erover in de familie, betoogt Ahmed Marcouch, zodat men leert accepteren en veel leed wordt bespaard.
Mei blijkt dit jaar niet zo’n hele mooie maand voor onze homo’s. Zij krijgen veel geweld te verduren en onlangs kreeg ik droevige brieven over de Marokkaans-Nederlandse Saïd Zankoua (30) die dood gevonden werd. Alleen. Hij stierf afgelopen weekend in zijn huis, op de dag tegen homofobie, vermoedelijk door epilepsie. Een aandoening die Zankoua kreeg nadat hij op zijn 16de in het ziekenhuis was beland. Hij was zwaar mishandeld omdat hij op mannen viel.
Wie Saïd of Fatima heet en niet in het beeld past van de familie, verliest vaak naast de familie ook zichzelf. Want het gaat om veel meer dan de zoektocht naar seksuele vrijheid, het gaat om het recht er te mogen zijn als persoonlijkheid: normaal en bijzonder tegelijk, van waarde vanuit de eigenheid. Erkend door de mensen die het meest nabij horen te zijn.
Als agent heb ik veel jongeren aangetroffen die door hun familie verstoten waren. Zij verloren zich in verslavingen en soms ook in prostitutie. Jongeren die thuis zijn afgewezen, geven vaak ook zichzelf op, terwijl de homo-emancipatie juist het omgekeerde wil bereiken: homo’s die vanuit hun eigenheid mogen leven als gewone bijzondere burgers die werken, wonen, leren, leven en liefhebben. Net zoals andere emancipatiebewegingen dit voor ogen hebben. Het overkomt naast homo’s ook veel meisjes die verliefd worden op iemand die niet in het familieplaatje past, ook zij gaan maar al te vaak kapot aan de afwijzing door hun familie.
“Zij gaan maar al te vaak kapot aan de afwijzing door hun familie.”
Smeerlappen
Zo bezien deed Saïd het goed. Hij streed in alle openheid voor het bestaansrecht van lhbt, had een Amsterdams verzorgingshuis als toevlucht gekozen en bleek als dienstvaardige en kundige verpleegkundige de hoop voor wie kwetsbaar of oud is. Toch ging hij vaak zijn familie opzoeken in Utrecht. Want ook al kom je terecht in een nieuwe gemeenschap, je wilt niet zonder je familie, zo zullen veel Nederlanders beamen terwijl reünies, zusjesdagen, feestdagen en familiediners door hun hoofd gaan of verdrietig denkend aan hun nu al weken onbereikbare oudjes in het verpleeghuis.
Saïd kwam uitsluitend overdag naar Kanaleneiland te Utrecht. Want als de duisternis viel, liep hij te veel risico aan gort geslagen te worden in de straat waar hij opgroeide. Over deze smeerlappen ben ik kort deze keer: naar de politie met die lui.
“Over deze smeerlappen ben ik kort deze keer: naar de politie met die lui.”
Boosheid en spijt
Naast wanhopige kinderen, zitten ook ouders vol boosheid en soms spijt. Als zij mij opzoeken, zijn de vaders soms zo radicaal dat zij hun hele gezin, inclusief hun vrouw, van zich hebben vervreemd. Help ons het contact te herstellen, vragen zij. Dan is het ernst en volgen de indringende gesprekken waarin wij iets bereiken kunnen. Indringend omdat de schaamte over seksuele openheid zich heeft vermengd met de weerzin tegen de hele levensstijl die buiten het plaatje valt. Veel boze ouders die hun kinderen tot het uiterste gedreven hebben met mislukte healingsessies en schrikbeelden over de hel, blijken wel degelijk hun menselijkheid te vinden als zij erin slagen zich te verplaatsen in hun kinderen als schepselen van God.
Gesprekswoord, geen scheldwoord
De bredere familie kan daar vaak bij helpen, vaak zijn er zussen, broers, tantes en ook grootouders die met hun wijsheid een goede invloed hebben. Daarom doen huisartsen en andere hulpverleners die deze problemen in hun praktijkkamer krijgen er goed aan in de hele familie verwanten te vinden die het gezin kunnen helpen hun homoseksuele zoon of dochter te leren aanvaarden.
Al doende blijkt echter pijnlijk dat de taal ontbreekt. Het woord ‘homo’ hoort aan de keukentafel en op school in gebruik te raken als gesprekswoord tussen ouders en kinderen, al lang voordat het opdoemt als scheldwoord en de blik verduistert.
Ahmed Marcouch is burgemeester van Arnhem.
Deze opinie verscheen ook in de Volkskrant.