I’m coming out: Wouter

Ik zal ongeveer 11 – 12 jaar zijn geweest toen ik erachter kwam dat ik niet op meisjes viel. Dat ik merkte dat ik paste in het ‘gewone’ plaatje. Ik weet nog precies wat ik dacht; ‘waarom moet mij dit overkomen?’ Deze reactie kwam voort uit de gemeenschap waar ik in opgroeide. Een streng christelijke opvoeding in de Reformatorische kring, kerkverband Gereformeerde Gemeente.

Op 2 februari 1989 werd ik geboren in het ziekenhuis van Vlissingen. Mijn jeugd speelde zich af op het kleine dorpje Meliskerke, gelegen op het Zeeuwse platteland. Een onbezonnen jeugd, met lieve ouders, zusje en twee broertjes, vriendjes en vriendinnetjes, de school en kerk dichtbij huis en oma om de hoek. We waren een gelukkig gezin, natuurlijk was er wel eens, maar dat komt in de beste families voor. Mijn basisschool heb ik best wel goed doorlopen, zonder al te veel grote problemen en struggles.

“Altijd wilde ik in zijn buurt zijn, wilde graag met hem spelen en probeerde zoveel mogelijk dichtbij hem te zijn”

In groep 8 begon het. Tot mijn grote schrik ontdekte ik dat ik verliefd was geworden op een jongen uit mijn klas. Een stoere jongen met mooi donker haar. We speelden vaak samen buiten met al onze andere vriendjes, soldaatje in de duinen, tikkertje in de speeltuin of we speelden met een grote groep een potje voetbal. Altijd wilde ik in zijn buurt zijn, wilde graag met hem spelen en probeerde zoveel mogelijk dichtbij hem te zijn. Tegelijkertijd had ik ‘verkering’ met een meisje uit de klas omdat al mijn vriendjes ook verkering hadden. Ik deed er maar gewoon aan mee. Het gevoel van ‘anders zijn’ werd steeds sterker en met nog meer tegengas stopte ik die gedachte weg.

Tijdens mijn middelbare school in Middelburg werden de gevoelens voor jongens steeds sterker en toen ik moest kiezen voor een vervolgopleiding koos ik de richting verzorging. Hoe cliché! In die tijd deed ik ook mijn eerste seksuele ervaring op met een jongen uit mijn klas. Toen wist ik het zeker, ik val op jongens en niet op meisjes. Nog lange tijd heb ik met mezelf geworsteld en mijn gevoelens aan de kant gezet. Een eenzame en moeilijke periode volgde. Erbij willen horen en daardoor leven met twee gezichten is geen gemakkelijke opgave. Voor de buitenwereld was ik een normale jongen met het hart op de goede plek, zorgen voor anderen, lid van de vereniging, lid van het kerkkoor en andere koren, presentaties houden op verenigingsavonden, clubleider van de jongensclub tot 12 jaar, voorzitter van verschillende kampcommissies en andere organisaties, betrokken bij de Jeugdbond en ga zo nog maar even door. Niets was mij te gek en achteraf bedenk ik dat alles wat toen op mijn pad kwam een vlucht was, even niet aan de situatie denken, even wat anders dan de zorgen voor de toekomst.

“Erbij willen horen en daardoor leven met twee gezichten is geen gemakkelijke opgave”

Want de zorgen over hoe het in de toekomst zou moeten en zou gaan, had ik zeker. Moet ik alleen blijven? Wat zou God ervan vinden als ik met een jongen zou samenleven? Zou ik dan voor altijd ‘de verdoemenis deelachtig zijn?’ In die tijd heb ik mijn heil gezocht in kerkelijke taken en in het maken van muziek samen met het kerkkoor Con Amore. Maar ondanks de grote strijd en het vluchten in taken die in ‘Gods Koninkrijk’ nodig zijn vond ik niet wat ik zocht. Mijn innerlijke strijd naar liefde, geborgenheid, acceptatie en zelfontplooiing was sterker dan mijn taken die ik deed om alles voor mezelf te verbloemen.

Langzaam maar zeker kwam ik tot de ontdekking dat ik niet geschikt was om mijn leven alleen te leiden en dat ik daar dolgraag een lieve jongen bij wil hebben. Maar hoe rijm ik dat met de kerk? Deze vraag stelde ik mezelf direct, hoe moet het dan verder? Hoe zullen mijn ouders reageren? Mag ik na mijn coming-out nog steeds thuiskomen? Er waren verhalen bekend van jongens die niet meer welkom waren in het eigen gezin, zou mij dat ook overkomen? Raak ik dan niet alles kwijt? En stel dat ik mijn ouders ‘kwijtraak’. Hoe krijg ik mijn leven dan weer op de rit? Het hoofd zat vol en de eenzaamheid was groot. Niemand wist van mijn strijd, niemand kon bedenken dat ik zo ontzettend worstelde met mijzelf want aan de buitenkant merkte je niets aan mij. Altijd had ik  dat vrolijke gezicht en was ik de bedachtzame en altijd meedenkende Wouter: ‘Hij zal het wel even regelen, wat heeft hij zijn leven mooi op de rit.’ Niemand kon weten welke strijd ik streed. Zelf kon ik er niet over praten, nooit heb ik iemand deelgenoot gemaakt van dit eenzame leven.

Internet

Op mijn 21e ontmoette ik in het geheim via internet een jongen, het was tweede kerstdag. We raakten wat aan de praat en besloten af te spreken op 2 januari. Nog nooit heb ik zoiets spannends gedaan. Voor mijn ouders had ik een smoes bedacht zodat ik op de tweede dag van het nieuwe jaar een hele dag weg zou kunnen. Ik zou die dag gaan skiën met een groep vrienden in de overdekte skihal te Rucphen. Vol goede moed en spanning reed ik in de auto van oma naar Oosterbeek waar we aan de rand van het bos hadden afgesproken. We hadden een gezellige dag en besloten er meer werk van te maken. Voor mij begonnen toen de raderen te draaien want hoe moet ik dat aanpakken? Ik werkte op een basisschool, had daar een vaste baan en hoe zou het gaan als ik uit de kast kwam?

Na veel heen en weer ge-sms en chatten via MSN kreeg ik het voorstel van zijn ouders om bij hen te komen wonen en daarmee de situatie in de gereformeerde gemeente en alles wat daarbij kwam kijken te ontvluchten. Hier moest ik uiteraard even over nadenken. Maar na een aantal dagen zag ik onder ogen dat ik deze stap moest maken. Tijdens mijn werk op school had ik een brief getypt van ongeveer negen kantjes waarin vele excuses stonden, waarin stond dat ze zich geen zorgen hoefde te maken omdat ik in goede handen was. In de brief stonden vragen als; Waarom doet God dit? Waarom helpt Hij mij niet? Wat is het leven waard? Hoe kan er zoiets bestaan? Waarom wordt het niet gewoon geaccepteerd? Maar ergens vanbinnen had ik een stap gemaakt en besloten weg te gaan uit mijn geliefde Zeeland.

Tijdens de gesprekken werd mij alleen verteld hoe slecht het allemaal was, dat God het zo niet geboden had, dat ik ‘voor eeuwig verloren zou gaan’

Vertrek uit Zeeland

In die tijd vanaf begin januari tot mijn vertrek uit Zeeland heb ik een aantal gesprekken gevoerd met de dominee van het dorp en de kerkenraad. Gesprekken die bij mij telkens insloegen als een bom en die mij nog verdrietiger en bozer maakten. Tijdens de gesprekken werd mij alleen verteld hoe slecht het allemaal was, dat God het zo niet geboden had, dat ik ‘voor eeuwig verloren zou gaan’. Vol vuur werd er gebeden voor mijn ‘behoud’. Gesprekken en gebeden die mij niet hielpen en mijn gevoel juist versterkten.

Toen was het zover. De bewuste zondag dat ik opgehaald zou worden om voorgoed uit Zeeland te vertrekken. Bewust had ik voor de zondag gekozen omdat mijn ouders dan naar de kerk zouden gaan en ik in betrekkelijke rust mijn koffer zou kunnen pakken en kon vertrekken. Juist die zondag bleef mijn vader thuis omdat hij hoofdpijn had en niet lekker was. Een behoorlijke tegenvaller en hoe moesten we deze hobbel nu weer nemen? Ineens kon ik niet meer alles meenemen wat ik graag zou willen. Ik pakte voorzichtig en stil een koffer in en tegelijkertijd besefte ik dat ik op korte termijn mijn ouders onder ogen zou moeten komen om nog meer van mijn eigen spullen op te halen. Zorgen voor later. Precies op het afgesproken tijdstip reed hij de straat in en was het vreselijke moment daar. Mijn brief legde ik op tafel, keek nog even rond in de woonkamer, zou ik hier in de toekomst nog op de bank zitten?

Afscheid

Voorzichtig opende ik de deur, zette mijn koffer buiten en sloot de deur voorzichtig. Met groot verdriet in mijn hart stapte ik in de auto op weg naar het onbekende, op weg naar een regio in Nederland die mij geheel onbekend was, zonder baan, zonder spaargeld en noem maar op. Voordat ik uit Zeeland vertrek rijden we over de boulevard van Vlissingen, het voelde op dat moment als een definitief afscheid. Nog nooit heb ik me zo alleen en verdrietig gevoeld, dat besef komt steeds meer. Op dat moment zit je in die situatie en was ik opgelucht dat ik eindelijk voor mezelf had gekozen, hoe onbekend de toekomst ook was. De rit naar mijn nieuwe woonplaats leek eindeloos te duren en bij aankomst stortte ik in. Waar was ik aan begonnen?

Ommekeer

De maanden die volgden waren moeilijk, zwaar en eenzaam ondanks het feit dat ik goed en warm werd opgevangen. Het was moeilijk een richting te vinden voor mijn nieuwe leven. Een baan werd gevonden en het leven begon een beetje op de rit te komen. Na een aantal weken moest ik terug naar Zeeland om nog meer spullen te halen in mijn ouderlijk huis. Het weerzien was zwaar hoe blij ik ook was om mijn ouders weer te zien. De afstand was voelbaar.

Gelukkig kwam er in de loop van datzelfde jaar een ommekeer en stonden mijn ouders plotseling op de stoep van mijn huisje. Wat was dat een bijzondere dag, deze zal ik nooit vergeten. Vanaf die tijd is het contact hersteld en werd de band steeds weer beter en beter. Dankbaar ben ik dat mijn ouders open hebben gestaan voor wie ik ben en wie ik graag wil zijn.

Wouter Groenleer

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

One thought on “I’m coming out: Wouter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.