Ik ben fan van Troye Sivan. Zijn nieuwste album vind ik goed: hij zingt comfortabel over zijn liefdesleven. Zijn teksten zijn vast biografisch. Hij ontkende eerst dat het nummer Bloom over bottoming ging. ‘Jaja, natuurlijk’ zeiden de fans. De manier waarop hij in Bloom bloemen beschrijft is letterlijk, zo hield hij vol.
Later erkende hij dat Bloom wel als metafoor diende. De pers dook erop. Er was een journalist die zich afvroeg of hij zich met dit nummer tot een bottom icon had gemaakt. Gelukkig gaf hij het enige juiste antwoord: ‘that’s so reductive’. Songtekst (maar ook literatuur, poëzie) een-op-een op de schrijver ervan betrekken: ik zou me ook verzetten. Want de tekst is een wereld op zich. Al zou de inhoud van de tekst wel onderdeel van het leven van de schrijver zijn; van een sekspositie een soort identiteit maken, is het seksueel ongewone en onbekende onnodig benadrukken.
“Er was een journalist die zich afvroeg of Troye Sivan zich met dit nummer tot een bottom icon had gemaakt.”
Laat ik dit vertalen naar wat je de heteroseksuele wereld zou kunnen noemen: ik heb nog nooit van een heteroseksuele schrijver of zanger gehoord die naar aanleiding van diens tekst ongevraagd tot zo’n icoon gebombardeerd wordt. Omdat diegene zich in zijn tekst bekent tot liefhebber van fellatio. ‘Een echte pijper’. Bijvoorbeeld.
Als dit wel het geval is dan wil ik gerust een tik op mijn vingers verdragen. Ik doe het nu alvast maar voor het geval het nodig mocht zijn; ik zal dan eraan toevoegen hoe idioot het is dat zelfs in zijn algemeenheid identiteit verbonden wordt aan dit soort specifieke voorkeuren. Want het bevestigt stereotype beelden over wat je seksueel moet doen en het beperkt. Gelukkig heeft Troye het wel begrepen.
Joshua Zandberg is voorzitter van het Landelijke Netwerk Biseksualiteit en elke week schrijft hij een column over zijn leven als bi-man.
Lees hier zijn column van vorige week: ‘Genoeg’