Marcel Heyman (Pink Terrorists): “Vecht voor je rechten. En kijk af en toe naar het verleden.”

Multimediaplatform Pink Terrorists en de Gaykrant lanceren de samenwerking ‘Pink Letters’. Samen gaan wij op zoek naar hoe het homoactivisme zich ontwikkeld heeft door de jaren. En wat betekent het om homo-activist te zijn in de 21ste eeuw. We trappen af met een interview met Marcel Heyman, oprichter en directeur van Pink Terrorists.

Tekst: Monty Aal

Hoe zag je jeugd eruit?

“Ik ben Marcel Heyman, 59. Geboren in Amsterdam. Jaaa, Jezus…. Weet niet of ik dat allemaal wil vertellen… Mijn ouders hebben na mijn geboorte afstand van mij gedaan. Mijn eerste levensjaar bracht ik door in een kindertehuis in Hilversum voordat ik in een adoptiegezin in Castricum werd geplaatst. Daar heb ik tot mijn 4e gewoond. Daarna ben ik bij  m’n ouders gaan wonen, tot m’n 13e. Tussen m’n 13e en 16e heb ik in twee kindertehuizen, een pleeggezin en een onderduikgezin gewoond. Op m’n 16e ben ik alleen gaan wonen.”

“Ik was een wegloper en om te overleven zat ik in de prostitutie. Dat heb ik van m’n 15e tot m’n 17e gedaan. Een week na mijn 17e verjaardag kreeg ik een baan in een restaurant dat de oudere homo’s onder ons vast wel kennen. Het eerste gay restaurant van Amsterdam: restaurant Leto op de Haarlemmerdijk. De eigenaar liep daar zingend en de klanten beledigend met 30 paar valse wimpers en glitters boven zijn ogen te bedienen. Toen ik hem zag wist ik, daar wil ik werken. Daar ben ik geschoold om een lekkere valse gilnicht te worden. Ik heb daar drie jaar gewerkt. Het restaurant was heel populair en ik had een soort cult sterrenstatus in de stad. Ik heb daar ontslag genomen omdat we werden uitgebuit. Ik vertrok samen met m’n beste vriend / collega. We ging toen bij ‘Why Not’ werken, het jongensbordeel. Ik voor de bar en hij achter de bar.”

“Vanaf mijn 15e experimenteerde ik al met allerlei verschillende drugs maar heroïne was thuiskomen voor mij.”

“Er waren daar toen al veel jongens werkzaam, die heroïne gebruikten. Vanaf mijn 15e experimenteerde ik al met allerlei verschillende drugs maar heroïne was thuiskomen voor mij. Ik werd van een weekendgebruiker, een junk. Toch wist ik 9 jaar lang de schijn op te houden. Ik wist mijn gebruik zo te controleren dat ik nooit meer gebruikte dan mijn inkomsten. In het laatste jaar van mijn gebruikersperiode verloor ik de controle en veranderde mijn leven in een onoverzichtelijke puinhoop. Ik deed toen dingen waar ik niet echt trots op ben.”

“Mijn twee beste vrienden dwongen mij toen om af te kicken. Ik heb toen bijna anderhalf jaar in de verslavingszorg gezeten. Ik zat al eerder in een methadonprogramma, dat ik niet echt serieus nam, en ik viel door de mand toen  een urinecontrole een positieve uitslag gaf. Jellinek heeft me toen uit  het programma gezet. Dit gebeurde voor een weekend dat ik mijn beste vriend in Duitsland zou opzoeken. Voordat ik ging, kocht ik slechte methadon op de Pillenbrug, een brug aan het einde van de Damstraat die vroeger een hotspot voor junks en dealers was. Tijdens mijn bezoek werd ik ziek. Mijn beste vriend confronteerde mij met mijn drugsgebruik. Hij vertelde mij toen dat hij de laatste paar jaar van onze vriendschap slechts uit medelijden met mij omging. Hij stelde mij een ultimatum. Gelijktijdig belde hij onze beste vriendin, waarmee ik samenwoonde. Toen ik thuiskwam en haar vertelde over de confrontatie met hem, bleek dat zij met hem op een lijn zat. Ook zij stelde mij een ultimatum.”

Marcel Heyman

“In m’n leven heb ik de nodige obstakels gekend, maar m’n homoseksualiteit was dat nooit.”

“Toen begon mijn eerste serieuze afkickpoging. Eerst drie weken detox, twee maanden op een wachtlijst, voor een opname van 9 maanden en uiteindelijk een jaar nazorg, maar dat heb ik uiteindelijk niet afgemaakt. In dit nazorgtraject vielen veel mensen terug en veel overleden door een overdosis of zelfmoord. Ik heb nu al 30 jaar geen heroïne gebruikt.”

“Vanaf m’n 30e is mijn leven eigenlijk echt begonnen. Ik kreeg voor het eerst een relatie en werkte voor het eerst echt wit, bijna wit dan, ik bleef nog steeds een beetje rommelen in de marges. Toen ik 22 jaar geleden mijn soulmate Eduardo ontmoette (zijn huidige man, red.) werd ik gedwongen mijn leven om te gooien. We kregen een relatie en omdat hij uit Brazilië komt kon hij alleen in Nederland blijven als ik garant voor hem kon staan. Inmiddels ben ik een voorbeeldige burger.”

Waarom ben je gestart met Pink Terrorists?

“Beroepshalve heb ik altijd in de horeca gewerkt. Met het geld dat ik daar verdiende, bekostigde ik m’n passies. Ik heb een galerie gehad, was kunstenaar en heb geacteerd. 8 jaar geleden besloot ik samen met een collega van mij uit m’n toneelgroep (Gideon’s Bende, red.) om de uitzending van Menne Velinga van MVS (de Platenkoffer, red.) over te nemen . Het was op een tijdstip dat steeds meer berichten over geweld tegen homo’s de media bereikten. In m’n leven heb ik de nodige obstakels gekend, maar m’n homoseksualiteit was dat nooit. In het Amsterdam van de jaren 70 was dat geen probleem. In de jaren 80 waren we natuurlijk enorm aan het emanciperen. Toen kwam de aidsepidemie. Dat bracht een kink in de kabel van de emancipatie. Aids werd gezien als een homoziekte en homo’s hadden de reputatie dat ze niks ander deden dan seksen.”

“Aids werd in de jaren ’80 gezien als homoziekte en homo’s hadden de reputatie dat ze niks ander deden dan seksen”

“Na de eerste golf van de epidemie te hebben overleefd en veel vrienden en kennissen te hebben  verloren, was er toch een soort opleving in de jaren 90. Er waren toen veel initiatieven die mijn activisme hebben geïnspireerd, bijvoorbeeld Hellun Zelluf’s Gay Datingshow. Hellun Zelluf (Geert Vissers), een collega van mij bij de Huyschkaemer (een gay krakerskroeg op de Utrechtsestraat, red.) wist met de groep mensen die hij om zich heen had verzameld een creatieve impuls aan de gay-uitgaansscene van Amsterdam te geven. Hij maakte op luchtige wijze aids bespreekbaar en propageerde de liefde. Helaas overleed hij zelf aan de gevolgen van aids, net voordat hij landelijk zou doorbreken.”

“We waren in het begin een beetje een klaagprogramma. Er was immers elke week wel geweld tegen homo’s. Maar na verloop van tijd voelde het een beetje als zeuren en daar werden we niet vrolijk van. Dus we veranderden onze naam en insteek. De naam Pink Terrorists is geïnspireerd door uitspraken van Erwin Olaf.”

“De naam Pink Terrorists is geïnspireerd door uitspraken van Erwin Olaf.”

“Met positieve initiatieven en mensen uit onze gemeenschap een podium geven; onze kracht en creativiteit te tonen aan de wereld, dat is ons doel. Verbindingen leggen tussen organisaties en mensen is een bijkomstig doel geworden. We spreken zoveel mensen / organisaties waardoor we vaak links zien en mensen met elkaar in contact brengen. De laatste paar jaar heb ik mij bewust omringd met jongeren. Jonge activisten die via onze organisatie hun stem vinden. In de toekomst lijkt het me echt leuk om een Pink Terrorists Academy te starten: jonge mensen trainen in het LHBTI activisme en hun helpen om een vorm te vinden die bij hun past: tv, radio, schrijven social media etc. We willen debatten organiseren over onderwerpen waar nog steeds een taboe  op rust, zoals ‘chemseks’ en sekswerk.”

Wat kunnen we leren van het verleden?

“Ik vind dit een moeilijke vraag. Een feit  is dat wanneer mensen elkaar accepteren, of zelfs toleren de hele maatschappij er dan veel gezelliger uit gaat zien. Dit ervoer ik in de jaren 70, de hippieperiode, met Amsterdam, op Londen na, als grootste hippiestad van Europa, de jaren 80 maar ook nog in de 90er jaren. Er liepen allemaal vreemde figuren door de stad maar die werden toegelachen en niet uitgejouwd. Alles wat vreemd is tegenwoordig wordt niet omarmd, zoals toen, maar juist kritisch bekeken en ontmoedigd. Doe maar normaal, dat zegt zelfs onze premier. Terwijl je in die tijd vreemd/anders of  extravagant mocht zijn! Dat was ook de tijd van Mathilde Willink, de vrouw van de kunstschilder Carel Willink, die zich slechts in de peperdure extravagante outfits van Fong Leng in het openbaar vertoonde. De glorietijd van Fabiola, toen onderdeel van een groep kunstenaars die de Haarlemmer Poort hadden gekraakt en zich uitgedost als aliens, door de stad rondwaarden. De naakte rollerskater, Jezus en Maria (twee zeer bekende zwervers). Amsterdam was toen een beetje verwaarloosde recalcitrante stad waar de kraakbeweging als bijkomstigheid had dat veel creatieven de stad bevolkten.”

“Wat mij soms het meest bevreemd is, dat ik op m’n 50ste, nog activist werd. Terwijl ik toen ik op mijn 15e uit de kast kwam de noodzaak afwezig was.”

“Wat mij soms het meest bevreemd is, dat ik op m’n 50ste, nog activist werd. Terwijl toen ik op mijn 15e uit de kast kwam de noodzaak afwezig was. Nu, bijna 60, merk ik dat er onderhoud gepleegd moet worden op al die rechten die we gekregen hebben. Niets is vanzelfsprekend. We moeten onszelf trainen om dingen die we niet kennen, dingen die niet dichtbij zijn te accepteren en te tolereren. Het gaat erom dat je herkenning zoekt in een ander, ook als het iemand is  die je niet gelijk kunt plaatsen. Ik geloof heel erg in het feit dat we allemaal op zoek zijn naar dezelfde basics in het leven: erkenning, gelukkig zijn, zijn wie je wilt zijn zonder je te moeten conformeren aan het ideale plaatje dat onze maatschappij ons oplegt. Nogmaals, dat onze premier zegt dat we normaal moeten doen, is verontrustend want niemand is normaal. Het is een heel benauwd kader.”

“Het is eigenlijk heel simpel. Als je dat wat ik net zei als uitgangspunt neemt voor hoe je mensen in het algemeen benadert, dus op zoek naar de herkenning en niet dat wat vreemd is, dan kom je erachter dat – ook al heeft iemand paars haar, een baard en tieten in een kort rokje en plateauzolen – degene ook hetzelfde wil als jij in het leven. Zo simpel is het. Dat is wat ik in die 8 jaar geleerd heb bij Pink Terrorists. Voor mij is alles mogelijk en niets vreemd. Ik mag dan ook stellen dat ik een zeer diverse vrienden- en kennissengroep heb. Mensen van kleur, vluchtelingen, gelovig of atheist, rijk, arm, jong en oud. De hele LHBT-plus gemeenschap is vertegenwoordigd. Het verrijkt je leven . De link naar mijn eigen verleden is dat ik door alles wat ik heb meegemaakt veel empathie heb voor de outcasts en buitenbeentjes.”

Wat vind je van de LHBTI community van nu?

“Ik heb toch het idee dat we vroeger meer een eenheid waren. Misschien ook omdat er vroeger binnen de community minder diversiteit was. Er is nu veel meer diversiteit en zichtbaarheid, en alles wat er vanuit de maatschappij richting ons speelt, speelt ook binnen onze community: er zijn homomannen met een aversie jegens feminiene homo’s en transgenders. Of rechtse homo’s die geen vluchtelingen willen binnenlaten omdat ze moslims eng vinden. We zijn veel meer verdeeld. Het is heel gecompliceerd als je deze onderwerpen adresseert. Ik merk dat er weinig begrip en empathie  is van een groot deel van onze eigen community richting deze mensen. Door de social media is het ook veel lastiger om de gemeenschap als geheel aan te spreken en we leven in een tijd van polarisatie.”

“Het is ook een teken dat het goed gaat. Toen de grote boze buitenwereld ons slecht behandelde waren we een eenheid. We streden samen. Nu is het op het het gebied van rechten, op de trans gemeenschap na, allemaal goed geregeld. Maar wat je wel ziet dat heel veel homo’s op een of andere manier in het heteroplaatje willen passen. Huisje boompje beestje. Ze willen leven als het doorsnee heterogezin. Daar is niks mis mee maar waar wel iets mis mee is dat je dan anderen, die niet aan dat plaatje voldoen, gaat veroordelen.”

“Vecht voor je rechten. En kijk af en toe naar het verleden. Velen zijn jullie voor gegaan.”

Wat zou je willen meegeven aan de jongeren, de nieuwe generatie van activisten?

“Vecht voor je rechten. En kijk af en toe naar het verleden. Velen zijn jullie voor gegaan. De meeste jongeren weten niet dat de eerste Gay Pride werd georganiseerd door een groep transseksuele sekswerkers van kleur in New York, naar aanleiding van bruut politiegeweld tegen hun gemeenschap. Jongeren zouden wat vaker met ouderen kunnen communiceren over hoe zij vroeger actievoerden. Denk aan Boris Dittrich, veel jongeren weten niet eens wie hij is, terwijl hij zich enorm heeft ingezet voor het homohuwelijk en samen met anderen er voor heeft gezorgd dat Nederland het eerste land in de wereld was waar het huwelijk voor mensen van gelijk geslacht werd ingevoerd. Tegenwoordig is hij werkzaam bij Human Rights Watch.”

Shakespeare Club, januari 1949, met geheel rechts medeoprichter Niek Engelschman, en uiterst links Benno Premsela, foto: collectie Jan Carel Warffemius

“Wij hebben ook een rijke geschiedenis op het gebied van LHBTI emancipatie: Benno Premsela , ontwerper en voorvechter voor homorechten of Niek Engelschman, de oprichter van het COC in 1946 . Ook tv persoonlijkheden die openlijk homoseksueel waren en daardoor hebben bijgedragen aan onze emancipatie zoals Albert Mol en Jos Brink. Waar het op uiteindelijk op neerkomt is dat wij als LHBTI-gemeenschap ook een geschiedenis hebben en jongeren zouden zich daarin moeten verdiepen en vanuit het verleden naar de toekomst kijken. Activisme is tegenwoordig anders, door bijvoorbeeld social media. Maar uiteindelijk is het doel hetzelfde, jezelf mogen zijn, dus laat je inspireren zou ik zeggen! Onthoud dat je wat je voor jezelf wilt, je een ander ook moet gunnen anders verliest je strijd aan zeggingskracht.”

http://pinkterrorists.nl/

 

 

 

 

 

 

 

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.