De Canal Parade is het feestelijke hoogtepunt van Amsterdam Pride. Elk jaar vaart de uitbundige vloot met paradijsvogels door de Amsterdamse grachten. En zoals elk jaar klinken ook dit jaar weer kritische geluiden over de ‘blote billen parade’, waarmee leerhomo’s en travestieten de emancipatie meer kwaad dan goed zouden doen. Als net-uit-de-kast-provincie-homo was ik het daar roerend mee eens. Maar ik had geen gelijk.
Tekst: Serge, a.k.a. That guy from Rotterdam
Tegenwoordig scandeert iedereen ‘pride is a protest’, omdat dat frame ons goed uitkomt. Maar de eerste Canal Pride was geen protestmars. Wel was de activistische Roze Zaterdag een goede aanleiding. ‘Queer & Pride Amsterdam begon als een cadeautje.
Even terug
In 1994 viel die Roze Zaterdag samen met de EuroPride, die steeds in een andere stad werd gehouden. Reden voor ondernemers uit de lhbtiq+-horeca om in 1996 voor het eerst de Amsterdam Gay Pride te organiseren, als ‘cadeautje’ voor de stad en om de vrijheid en diversiteit te vieren.’ Aldus de officiële promowebsite iamsterdam.com
Ik was net anderhalf jaar uit de kast toen dit cadeautje werd gegeven. En de feestende homo’s deden mijn situatie niet echt goed, vond ik. In mijn omgeving zeiden mensen ‘Als jij later maar niet zo wordt’. Of: ‘Zie je wel, al die flikkers, geen wonder dat ze allemaal AIDS krijgen.’ Een andere populaire was: ‘Als je je zo gedraagt, dan wíl je ook niet geaccepteerd worden!’ Maar vooral: ‘Moet dat nou zo nodig?’
Maaiveld van gelijksoortigen
Met veel zelfwrok en geïnternaliseerde homofobie probeerde ik juist zo ‘gewoon’ mogelijk te zijn. Ik wilde geaccepteerd worden door de omgeving, die ik ook gewoon nodig had voor mijn ‘overleving’. Want zo gaat dat in de dorpjes en stadjes buiten de Randstad: iedereen doet wat water bij de wijn. Zo ontstaat een maaiveld van gelijksoortigen, waar niemand zijn kop bovenuit wil steken. Een varende optocht van relnichten stak als de Lange Jan boven dat Middelburgse maaiveld uit.
Dat de botenparade vooral werd neergezet als een feestje was eigenlijk het hekele punt. Nergens werd gerept over het activistische karakter van de Roze Zaterdag. ‘Pride is a protest’ bestond nog niet in het Nederlandse gay-vocabulaire. Sowieso was actievoeren bijna viezig in die tijd. Een feestje was het. En een feestje zou het zijn. Zoals alles eigenlijk in de jaren ‘90 een feestje was. Robert ten Brink presenteerde prime time de Travestieshow. De IT was het wellustige sodom en gomorra van het uitgaansleven, waar cokesnuivende BN’ers de darkroom indoken. En Paul de Leeuw zong over blote jongens in het park. Pride paste in dat beeld van een Vangodlos-feest der lust, dat ver afstond van het leven in de provincie.
Normaal
Nee, ik wilde daar absoluut geen onderdeel van uitmaken. #notmypride had ik uitgevonden kunnen hebben. Maar ik was er dan ook nog nooit geweest. En ik was zo druk bezig met normaal zijn, dat ik helemaal geen tijd had om me te verdiepen in de homohistorie. Homohysterie vond ik een betere term voor al die overdreven focus op het anderszijn.
Nu, ruim 20 jaar later hoor ik nog steeds mensen die niets begrijpen van het hoe en waarom van pride. De travestieten heten nu dragqueens en de leerhomo’s hebben in de media concurrentie gekregen van de puppy’s. De regenbogen worden over ons uitgestort als regen in de zomer van 2023. Maar tussen mijn oren is er iets wezenlijks veranderd.
Tijdens mijn eerste keer canal parade ontdekte ik dat er veel meer ‘gewone homo’s’ rondliepen dan de exoten op de boten. Maar veel belangrijker nog: ik ontdekte dat we állemaal te maken hebben met dezelfde worsteling. Geaccepteerd worden om wie je bent, heeft helemaal niets te maken met hoe normaal je je voordoet. Maar alles met in hoeverre de ander tegemoet wil komen aan jouw gewoon-zijn. En dat is iets anders dan gewoontjes zijn.
Normaal? of jezelf?
Pride gaat in elk geval niet over de wens om als homo geaccepteerd te worden volgens de maatstaven van de heteromoraal. De meeste leernichten staan niet op die boot om te pleiten om zo naar hun werk te mogen. Queens willen niet met hun hakken tegen de schenen schoppen van burgertrutten. Tijdens Pride staan ze samen op om net zoveel zichzelf te mogen zijn als de criticasters. Je hoeft een fetisj niet te omarmen, of een genderidentiteit te snappen; maar iedereen heeft het recht om dat wél te willen doen. Dat je door jezelf te zijn automatisch een protest tegen de heersende normaal wordt, is geen aandachttrekkerij. Het is eerder triest dat zoveel mensen hun maaiveld willen opdringen aan degenen die daar bovenuit steken.
Ga. of blijf weg.
Voor iedereen die kritisch is over pride, maar die wel onderdeel is van de lhbti-alfabetsoep: stap over je eigen vooroordelen heen en ga! De kans is groot dat je ontdekt hoe gewoon én divers de bezoekers en deelnemers zijn.
Voor iedereen die zich niet thuis wil voelen op Pride; ga er vooral niet heen. Maar respecteer op z’n minst anderen hun plezier; dat hoef je echt niet voor ze te vergallen met je zure polderstrijd. Er zijn al genoeg échte homofoben in het maaiveld die dat voor je doen, en zeg eens eerlijk: andere mensen afzeiken, moet dat nou zo nodig?
Deze column verscheen al eerder op de website van Serge, ook wel bekend als That Guy From Rotterdam.
Zelf omschrijft hij zich als een reislustige huis-, tuin- en keukenhomo.