Juni staat bekend als de Pride-maand, zijnde de maand waarin de eerste Gay Prides gehouden werden. In Nederland sloegen we met de Roze Zaterdag en de Amsterdamse Pride echter een eigen weg in en de laatste jaren wordt zelfs in steeds meer plaatsen een Regenboogweek in oktober georganiseerd.
Tekst: Peter Koop
Foto: Gijs Franken/Wikimedia Commons
De Pride-maand is een fenomeen uit de Verenigde Staten, waar Pride Month doorgaans zelfs officieel door de president wordt uitgeroepen. In Nederland heeft Pride-maand geen speciale status, maar is via internet wel steeds bekender geworden: in 2012 begon Google met een speciale regenboogdoodle bij LHBT-gerelateerde zoekopdrachten in de Pride-maand en wordt er vooral op social media veel aandacht aan besteed, onder andere door grote bedrijven die gedurende deze maand hun logo van regenboogkleuren voorzien.
Met de Pride-maand wordt herinnerd aan de Stonewall-rellen, die op 28 juni 1969 begonnen toen de politie een brute inval deed bij de New Yorkse homobar Stonewall Inn en bezoekers voor het eerst massaal terugvochten. Ter herdenking hiervan vond op 28 juni 1970 in New York, Los Angeles en Chicago de eerste “Gay Liberation Day” plaats, wat in de jaren ’80 werd omgedoopt tot “Gay Pride”. In Nederland zag homorechtenorganisatie COC zo’n manifestatie echter niet zitten: homo’s waren volgens het COC gewoon normale mensen, die hun seksualiteit niet op een dergelijke demonstratieve manier behoorden te uiten.
Roze Zaterdag
Pas op 25 juni 1977 vond in Amsterdam de eerste Nederlandse Gay Pride plaats. Deze manifestatie was georganiseerd door de Internationale Lesbische Alliantie en was met name gericht tegen de Amerikaanse antihomo-activiste Anita Bryant. Dienovereenkomstig heette het dan ook de “Internationale homobevrijdings- en solidariteitsdag”, maar in 1979 werd het evenement omgedoopt tot Roze Zaterdag. Deze wordt sinds 1981 elk jaar in een andere stad gehouden omdat buiten Amsterdam de noodzaak voor homo-emancipatie groter was. Hiermee heeft de Roze Zaterdag zo’n eigen karakter gekregen, dat de meeste mensen het niet meer als de oorspronkelijke Nederlandse Pride herkennen.
Naast de Roze Zaterdag kwamen er eind juni nog twee andere evenementen met een geheel eigen karakter. De eerste was de Nijmeegse Potten- en Flikkersdag (NPFD), die al sinds eind jaren zeventig gehouden werd en in 2002 werd omgedoopt tot Roze Meifeest. Dit vond in 2017 voor het laatst plaats, maar in Nijmegen wordt tijdens de Vierdaagse nog steeds elk jaar de Roze Woensdag gevierd. Ook eind juni is het Midzomergracht festival, dat sinds 1997 in de stad Utrecht gehouden wordt. Daarnaast is er in juli nog de Roze Maandag van de Tilburgse Kermis, die in 1990 ontstond uit een grap van een redacteur van de Gay Krant en inmiddels is uitgegroeid tot het grootste roze evenement na de Amsterdamse Pride.
Prides groot en klein
Keerzijde van de rondreizende Roze Zaterdag was dat Amsterdam zonder jaarlijks homo-evenement was komen te zitten. Om daar verandering in te brengen werd in 1996 vanuit de homohoreca de Amsterdam Pride bedacht. Ondanks de naam had dit evenement geen connectie met de Prides die uit de Stonewall-rellen waren ontstaan, wat onder meer blijkt uit het feit de Amsterdamse Pride niet eind juni, maar begin augustus gehouden wordt. Bovendien was het puur bedoeld om de reeds bereikte vrijheid en diversiteit van Amsterdam te vieren en de stad op de kaart te houden als een aantrekkelijke bestemming voor de roze toerist. In oktober is er bovendien een aparte Leather Pride.
Geleidelijk aan kwamen ook in andere steden vaste Pride-vieringen: Pride Amersfoort (sinds 2003), The Hague Pride en Alkmaar Pride (beide sinds 2010), Rotterdam Pride (2014), Pride Leeuwarden (2018) en ZaanPride (2020). Sinds 2022 gaat ook de Utrechtse botenparade verder onder de naam Utrecht Pride en staat in augustus van dit jaar de eerste Pride Groningen gepland. Net als in Amsterdam zijn er ook bij deze Prides feesten vanuit de plaatselijke homohoreca maar komt er ook steeds meer aandacht voor emancipatie en inclusiviteit.
Tenslotte zijn er de laatste jaren nog een aantal kleine Prides bij gekomen die hoofdzakelijk uit een protestoptocht bestaan en onder het motto “Pride is a protest” weer bewust teruggrijpen op de Stonewall-rellen. Dit betreft de Queer Pride March in juni in Leiden, de Queer Pride Groningen eind mei, de Black Pride begin juli in Amsterdam en de Maastricht Pride, die afgelopen zaterdag voor het eerst gehouden werd.
Coming-Outdag
In 2009 riep toenmalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ronald Plasterk, naar Amerikaans voorbeeld, 11 oktober uit tot nationale Coming-Outdag. Het COC nam vervolgens de promotie op zich en sindsdien hangen steeds meer gemeenten, provincies en andere overheidsorganisaties op die dag officieel de regenboogvlag uit. In ongeveer 20 plaatsen werd Coming-Outdag bovendien aangegrepen voor de aanleg van een regenboogzebrapad als permanent zichtbaar teken van tolerantie en diversiteit.
Anders dan de naam doet vermoeden gaat het bij de Coming-Outdag echter niet om het uit de kast komen. De thema’s die aanvankelijk voor deze dag werden vastgesteld hadden namelijk op veel meer aspecten betrekking, zoals roze senioren, antihomogeweld, jezelf zijn op je werk en in de sport, etc. Tegenwoordig draait Coming-Outdag vooral om de gedachte dat iedereen zich altijd en overal geaccepteerd en veilig moet kunnen voelen (LHBT-jongeren staan wel centraal op de Paarse Vrijdag in december).
Regenboogweken
Voorafgaand aan Coming-Outdag werd in 2010 in de stad Groningen eerstmaals een Regenboogweek georganiseerd om middels een reeks van activiteiten de zichtbaarheid en emancipatie van LHBT-ers te vergroten. Geleidelijk aan kreeg dit navolging in meer plaatsen en zo is er in oktober al in negen gemeentes en regio’s een Regenboogweek (c.q. Regenboogdagen of Rainbow Week), namelijk in Assen, Drenthe, Enschede, het Gooi, Gouda, Heereveen, Steenwijkerland, West-Friesland en Woerden. Dit zijn er al ongeveer net zoveel als het aantal LHBT-evenementen in de Pride-maand juni.
Een Regenboogweek wordt doorgaans geopend en ook wel afgesloten met het hijsen van de regenboogvlag. Het inhoudelijke aanbod verschilt per gemeente en kan muziekoptredens, workshops, lezingen, sportwedstrijden, stadswandelingen, film- en theatervoorstellingen, exposities, een religieuze viering en in sommige gevallen zelfs een optocht omvatten. Met dat laatste verschillen ze niet veel meer van de Prides die eerder in het jaar in de grotere steden gehouden worden, al lenen die zich beter voor activiteiten in de open lucht dan de Regenboogweken in oktober.
Meer helderheid
Naast het al behoorlijk grote aantal evenementen dat hierboven genoemd is, zijn er ook nog een reeks van LHBT-themadagen zonder concrete activiteiten, prijsuitreikingen, feesten met betaalde toegang, etc. De agenda op deze website omvat voor Nederland in totaal al meer dan 80 gelegenheden! Voor wie door al deze bomen het bos niet meer ziet kan de volgende indeling verhelderend zijn:
– 1e generatie: van de Roze Zaterdag uit 1977, via het Midzomergracht festival, de Roze Woensdag, de Roze Maandag tot de Roze Zondag op het Kwakoe festival uit 2008;
– 2e generatie: de Amsterdamse Pride uit 1996, gevolgd door Pride-evenementen in grotere steden die verspreid over de maanden mei t/m september plaatsvinden;
– 3e generatie: de Regenboogweken die sinds 2010 rondom de Coming-Outdag in oktober georganiseerd worden in veelal kleinere plaatsen buiten de Randstad;
– 4e generatie: activistische Queer Prides met doorgaans nog niet veel meer dan alleen een optocht die sinds 2019 in enkele studentensteden gehouden worden.
Ook voor organisatoren van LHBT-evenementen kan deze indeling helpen om het karakter voor het publiek wat duidelijker te maken: een Regenboogweek voor activiteiten die tot de eigen gemeente beperkt zijn, een Pride als een evenement met een regionale of zelfs landelijke aantrekkingskracht en een Queer Pride als een kleinschalig protest. De komende jaren zullen er ongetwijfeld nog meer van deze evenementen bij gaan komen.