M’n Ex: ‘Er wordt een mysterieus spelletje met me gespeeld’| Thom uit Alphen

Ik heb het goed voor met de mensheid, met de mannelijke helft in het bijzonder, maar dat lijkt niet wederzijds. Mijn grote liefde dumpte me zonder uitleg of afscheid en verdween naar de andere kant van de wereld. De man die vervolgens – na één duistere nacht – met de noorderzon vertrok liet eveneens een teringbende na, met daar middenin een raadselachtig briefje. Waarom doet het leven dit met mij? Wie het weet mag het zeggen.

Redactie: Rits de Wit
Illustratie: Wilbert van der Steen

Destijds, toen het hele idiote gedoe begon, was ik ruim een jaar lid van de stedelijke homozwemclub. Onder de medeleden, die ik inmiddels allemaal betrekkelijk goed kende en bovendien van kop tot kont kon uittekenen, had ik tot dan toe nooit iets aantrekkelijks ontdekt, geen man die mij in het bijzonder interesseerde, ja vriendschappelijk hooguit, maar zeker niet als bed- of relatiemateriaal. Dat was een tegenvaller geweest; als ik heel eerlijk ben had ik me bij de club aangemeld in de hoop er, behalve een redelijke conditie en een zwemmerslijf, ook een leuke man aan over te houden.

Na een paar maanden had ik die hoop opgegeven, ik was echter lid gebleven omdat het zwemmen me inmiddels erg goed beviel en het bovendien nog mijn enige vorm van beweging betekende; sinds ik zo ongeveer naast mijn werk was gaan wonen fietste ik eigenlijk niet meer, hooguit in de zomermaanden wel eens een recreatief rondje met mijn moeder, en de sportschool had ik opgezegd omdat ik er toch nooit kwam.

Imposant

Ricard, zo heette hij, zo noemde hij zich althans, was de met veel oh’s en ah’s aangekondigde nieuwe aanwinst bij de club. Hij was inderdaad imposant, groot en nogal breed, maar bovenal behept met een ovaal, ogenschijnlijk open gezicht en een vertederende, aanstekelijke glimlach die kuiltjes trok in zijn wangen, rechts iets dieper dan links, en die een set onregelmatige, maar stralende tanden blootlegde.

Out of my league, wist ik direct: tijdens zijn eerste trainingsavond achtte hij me nauwelijks een blik waardig, behalve toen ik me uitdrukkelijk tot hém richtte en informeerde naar zijn ervaringen met zwemmen. Zijn antwoord was kort want hij leek direct weer te zijn afgeleid, er was voortdurend en overal aandacht voor hem en hij leek uit beleefdheid niemand te willen negeren.

‘De trainer had mij verzocht de volgende keer een zwemslip te dragen’

Hoe anders was dat geweest tijdens mijn eigen entree bij de club; ik had me stilletjes bij het team gevoegd, niemand had mij, de nieuwkomer, iets gevraagd, behalve de trainer, die had me kort aan de groep mannen voorgesteld en mij verzocht de volgende training een zwemslip te dragen in plaats van een wijde boxershort, waarin ik inderdaad, dat zag ik zelf ook, erg uit de toon viel.

Tijdens het douchen erna had ik stiekem rondgeloerd, vanuit mijn ooghoeken billen en pikken gekeurd, maar ik had niemand zien kijken naar mij, misschien had ik het niet goed gezien, maar ik had me door de situatie een onzichtbaar element gevoeld, wat enerzijds een comfortabele positie was, maar vooral ook een teleurstelling; al vond ik niemand appetijtelijk, ik wilde uiteraard wél aantrekkelijk gevonden worden, en, sterker nog, ik wilde zo snel mogelijk mijn positie in de groep kennen, mij opgenomen weten.

Avontuur

Ik wilde me weer verbinden. Driekwart jaar daarvoor was ik gedumpt en – financieel en emotioneel – ten gronde gericht door Gérard G., de man met wie ik vierenhalf jaar lang het idee had gehad bijzonder gelukkig te zijn, maar die me eenzaam, gedesillusioneerd en berooid achterliet. Totaal uit het niets was hij vertrokken, volstrekt onverwacht. Uit achtergebleven papieren bleek hij naar Indonesië te zijn gereisd, dit tot mijn grote verbazing; ik had hem nooit gehoord over avontuur, over belangstelling voor Azië of Aziaten, hij was juist altijd de honkvaste huismus die te kennen gaf niet geïnteresseerd te zijn in reizen, andere culturen en onbekende oorden.

Na zijn plotselinge vertrek, dat me confronteerde met de akelige gedachte hem eigenlijk helemaal niet gekend te hebben, vernam ik feitelijk niets meer van hem, het was een nachtmerrie geweest. Nu, dacht ik, zou ik nieuwe mensen leren kennen, een nieuwe man, een nieuwe toekomst, bij de zwemclub.

Hoewel ik anders verwacht had, leek de storm van belangstelling voor Ricard de tweede trainingsavond al geluwd. Er werd weer gewoon gezwoegd en gezwegen, ontelbare baantjes werden getrokken, rek- en strekoefeningen op het droge gedaan. Had menigeen de week ervoor indruk willen maken, nu had M., het oudste clublid, zijn pogingen de grappigste man ever te zijn alweer gestaakt, en was het stoer bedoelde loopje van L. alweer verwaterd tot het heupwiegende trippelen dat zo karakteristiek voor hem was.

‘Ik had het hem pro forma gevraagd maar een ja niet voor mogelijk gehouden’

Op een zwemavond enkele weken later was het Ricard die me kwam halen. Mijn auto was stuk en ik had in de groepsapp gevraagd of iemand me wilde oppikken, Ricard had direct, bijna gretig, zijn hulp aangeboden, toen hij me na de training ook weer thuisbracht ging hij met me mee naar binnen voor een afzakkertje, ik had het hem pro forma gevraagd maar een ja niet voor mogelijk gehouden. Het was een godverlaten troep in huis, ik gooide wat strijkgoed, kranten en boeken aan de kant, bracht vuile kopjes en glazen naar de keuken en zette de verwarming hoog.

Cocaïne

Ricard deed zijn schoenen uit en vlijde zich languit op de bank, glimlachend, wat ik opmerkelijk vrijpostig vond, maar tegelijkertijd ook heel prettig; kennelijk voelde hij zich thuis, hier, of bij mij. Ik had de wijn nog niet ingeschonken of hij begon te vertellen, en hoewel hij me verzekerd had na een glaasje weer te vertrekken ging de fles leeg en de volgende ook, en de volgende, enzovoorts. Ricard, zo bleek uit zijn verhaal, had een lastige jeugd gehad, hij was opgegroeid bij zijn moeder die verslaafd was aan drank en cocaïne, ze was jong gestorven en had op haar sterfbed zijn geaardheid verafschuwd en hem vervloekt.

Van een vader was geen sprake geweest, althans niet in beeld, Ricard had wel eens een poging gedaan te achterhalen wie het geweest moest zijn, mogelijk iemand met Aziatisch bloed, had hij wel eens gedacht, vanwege zijn licht gekantelde ogen, maar dat had zijn moeder altijd met klem ontkend. Ik weet nog dat hij vertelde en vertelde en dat ik hem steeds zo mooi vond, zo verschrikkelijk mooi in het schijnsel van de Lotek naast mijn bank, die ik gedimd had, maar niet uitgedaan omdat ik naar hem wilde kunnen kijken, dit prachtige exemplaar van de menselijke soort zo plotseling in mijn huis, op mijn sofa, in mijn schoot.

‘Ik kreeg een enorme erectie maar negeerde die; ik moest hem immers troosten’

Er was ook verkrachting in het spel geweest, weet ik nog, of minstens serieuze aanranding, door een oom of zo, daarover had hij snikkend en rillend gesproken, ik had hem stevig omklemd en hem zacht op zijn voorhoofd gekust, ik had een enorme erectie gekregen maar daar naar mijn idee niets mee gedaan; ik moest hem immers troosten.

Toen ik de volgende ochtend echter wakker werd in mijn bed, volledig naakt, terwijl ik bij het slapen altijd een boxer en een T-shirt draag, zeker in herfst en winter, wist ik feitelijk helemaal niets meer.

Ik herinnerde me niet hoe de avond was gevorderd en geëindigd, hoe ik de nacht was ingegaan. Met een rammende pijn in mijn kop wankelde ik kokhalzend naar de woonkamer waar het een zwijnenstal was, mijn kleren lagen losgerukt en weggesmeten op de vloer tussen de lege flessen, het stonk er naar friet, alcohol en pis, of was ik dat zelf, ik gaf over op het laminaat en vond mijn telefoon besmeurd naast de wc-pot, ik belde mijn werk, waar ik allang had moeten zijn, om me doodziek te melden.

Ik zag een la openstaan in mijn bureau, de la met belangrijke papieren, waarin kennelijk gerommeld was, had ik soms iets gezocht? Ik kon het me niet herinneren. Ik dacht aan Ricard, waar hij toch zou zijn gebleven, of hij zich nog ergens in huis bevond, wat er met hem zou zijn gebeurd, of er ruzie was geweest. Ik wist bij god niet meer wat hij me later nog allemaal had verteld en ik hem, en het enige concrete spoor van hem was een briefje.

Mist

Ik zag het liggen op de salontafel, tussen de scherven van een gebroken wijnglas, flarden van een gescheurde pizzadoos en half gesmolten pillen in een donker plasje koffie. ‘Ik heb gevonden wat ik zocht. Geweldig bedankt, lieve, domme Thom. Ook voor je luisterend oor. X Ricard’.

Ik wist helemaal niet meer waarnaar ik allemaal had geluisterd, en waartoe dat had geleid, of ik me volledig had laten gaan, of ik hem uiteindelijk ongans anaal had genomen, of ik daartoe toch was over gegaan en of ik het nog had klaargespeeld, iets deed me vermoeden van wel, en mogelijk zelfs andersom, waarom en hoezo was ik dom geweest? Wat had Thom bij of in mij gevonden? Ik kon er niet bij. Alles was een diepe, kille mist, een volstrekt volmaakte, angstaanjagende duisternis.

Ik was te ziek om volledig in paniek te raken, ik ben opnieuw naar bed gegaan en heb honderd uur geslapen voor ik weer enigszins de oude was.

Mijn telefoon gaf daarna drieëntwintig ongelezen berichtjes aan, veel van mijn zwemclubgenoten, of ik wel had gezien dat Ricard zich uit de groepsapp had teruggetrokken, of ik meer wist, hij had mij immers naar huis gebracht, ik had hem als laatste gezien. Het nummer bleek onbereikbaar. Speurwerk van zwemmaat M. wees uit dat Ricard nooit had gewoond op het adres dat hij had opgegeven bij de zwemclub, en dat het rekeningnummer, waarvan het lidmaatschapsgeld moest worden geïncasseerd, was afgesloten.

‘Op het kiekje, een avondlijke strandscène, herkende ik G.’

Ik was verbijsterd. Een kleine week later stuurde mijn lieve (en altijd voor een sappige roddel te porren) zwemmaat L. mij een afbeelding door via whatsapp, met als commentaar: ‘Hey Thommie, hebben we hier niet twee intieme bekenden van jou?;-)’

Ik verstarde bij de bestudering van het screenshot, met daarop een foto die kennelijk op Instagram was gepost door een mij onbekende persoon. Op het kiekje, een avondlijke strandscène, herkende ik mijn ex G., hand in hand met een lange jongeman met een wel heel bekend gezicht, een witte glimlach en brede schouders. Bijschrift: ‘Finally together’. Ik twijfelde of hij het was, ik kon het onmogelijk geloven, maar volgens de hele zwemclub was het klip en klaar: ja, dit is ie, dat zijn ze.

Ik heb het leven lief, maar heb geen idee wat het met me uithaalt. Wie enig benul heeft mag het zeggen. Er wordt in ieder geval een angstaanjagend spelletje met me gespeeld.

Wil jij jouw verhaal over een jammerlijk mislukte relatie ook in deze rubriek? Neem contact met ons op via redactie@gaykrant.nl

*

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

One thought on “M’n Ex: ‘Er wordt een mysterieus spelletje met me gespeeld’| Thom uit Alphen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.