Nick is een twintigjarige trans man. Met zijn twintig lentes is hij de jongste medewerker van Gaykrant. Sinds een half jaar schrijft hij indringend en eerlijk over zijn leven als trans man, over zijn transitieproces en over de moeilijkheden die hij daarbij ondervindt.
Zijn moeder accepteert hem niet. Toen Nick op zestienjarige leeftijd aangaf te moeten worden wie hij vanaf zijn geboorte al was, stuitte dat op grote weerstand bij zijn moeder die enkel verkondigde dat Nick nooit hard genoeg had geprobeerd een meisje te zijn. De ingrijpende mastectomie heeft Nick alleen ondergaan. Op een logeerbed bij zijn tante heeft hij van de operatie kunnen herstellen. Van zijn moeder hoorde hij niets. Zijn vader stuurde een appje. Het contact tussen vader en Nick is summier. Nick heeft het gevoel dat vader niet voor zijn zoon op durft te komen en dat hij voor de lieve huwelijksvrede zijn eigen, soms onnavolgbare, struisvogelpolitiek bedrijft. Nick heeft een homoseksuele tweelingbroer die nog thuis woont. Het contact tussen de broers is goed, ondanks de ernstig verstoorde verhoudingen in het gezin. Moeder accepteert de homoseksualiteit van haar zoon wel. Van haar heeft hij nooit te horen gekregen dat hij wat meer zijn best had moeten doen hetero te zijn.Toen ik beide broers enkele weken geleden sprak, moest ik aan een lesbische ex-schoonzus van me denken die – lang geleden inmiddels – ten overstaan van haar familie en in het bijzijn van haar zwangere vriendin declameerde dat zij het niet zou accepteren als haar kind transgender zou blijken te zijn. Een uitspraak die ik uiteraard ronduit schokkend vond en nooit of te nimmer begrepen heb.
‘Jammer dat jullie mijn moeder nooit hebben gekend,’ was het enige wat ik tegen de ex-schoonzus kon uitbrengen. Ik had weinig zin meer aandacht te besteden aan dergelijke onnozelheid. Een zin die ik ten overstaan van de tweelingbroers herhaalde. Mijn moeder die zelf drie homoseksuele kinderen heeft grootgebracht. Mijn moeder die onvoorwaardelijk de uit Turkije gevluchte Koerdische geliefde van haar enige heteroseksuele dochter met open armen in haar gezin opnam. Mijn moeder die aanbelde bij het pas verhuisde Marokkaanse gezin in de straat om hen met een kerstkaart te verwelkomen. Mijn moeder die alle vriendjes (m/v/x) van haar kroost die een lastige thuissituatie hadden zonder morren voor kortere of langere tijd kost en inwoning gaf. Mijn moeder die Nick onmiddellijk in haar armen gesloten zou hebben. Mijn moeder voor wie uiterlijk, afkomst, opleiding, geboorteland, gender, seksuele voorkeur, huidskleur of geloofsovertuiging helemaal niets uitmaakte. Toen wij mijn moeder twintig jaar geleden ten grave droegen, trok er een bonte stoet mensen al lopend van de kerk dwars door het dorp naar het kerkhof. De condoleance erna werd bij mijn broer en zijn man thuis gedaan en daar, in de tuin met in de strakblauwe hemel een stralende augustuszon, omhelsden homo en hoofddoek elkaar, liepen vrouwen met vrouwen hand in hand, gaf mijn liefje mij een zoen ter troost, terwijl de Koerdische schoonfamilieleden de varkensvleesworstjes uit het worstenbrood plukten om deze aan de honden te voeren waarna ze al keuvelend het vleesloze broodje oppeuzelden. Het verdrietige afscheid van mijn moeder was tevens een warme ode aan het liefdevolle samenzijn van diversiteit en eigenheid in al haar verschijningsvormen. ‘Ik weet niet wat er zal gebeuren als ik ook het huis uitga,’ zei Nicks tweelingbroer op gegeven moment. ‘Ik betwijfel sterk of het huwelijk van mijn ouders stand zal houden als ze alleen maar op elkaar aangewezen zullen zijn. En ik weet niet of ik dan nog zin heb veel contact te onderhouden met mijn moeder. Ze is niet makkelijk. Doordat ze Nick afwijst, ziet ze haar eigen moeder, onze oma, ook niet meer en heeft ze ruzie met haar broer.’ Ik knikte. Een uurtje later nam ik rond een uur of vijf afscheid van beide broers. Ik reed naar huis, at en las wat, en viel, denkend aan het gesprek en de geschiedenis van de tweelingbroers, vroeg in slaap. Ik ken de moeder van de tweelingbroers helemaal niet, maar die nacht droomde ik over haar begrafenis. Ik droomde dat in de kerk, bij het graf, en tijdens de daaropvolgende condoleance er niemand was om afscheid van haar te nemen. In het midden van de lege, grauwe mortuariumzaal stond enkel een schaal met daarop een stapel dampende worstenbroodjes.*
Rick van der Made (Breda, 1968) is hoofdredacteur van Gaykrant. Hij is ook dichter en columnist. Rick woont met zijn huisgenote Pascale en hun twee katten Boris en Klaas in Hooge Zwaluwe.
One thought on “Nicks moeder en Ricks moeder”