5 | Gevangenneming, La Magnifica en koning Juan Carlos

Sam Roozen woont in Spanje en ontmoette daar de vierentachtigjarige Cayetano die hem zijn levensverhaal vertelt. Over homoseksueel zijn in het Spanje van Franco en de gevaren die openlijk homoseksueel zijn in die jaren met zich meebracht. Sam heeft de woorden van Cayetano opgetekend en Gaykrant publiceert het in meerdere delen.

Deel 5: Gevangenneming, La Magnifica en koning Juan Carlos

‘Pedro en ik werden op dinsdag 17 december 1974 gearresteerd. We hadden die middag een cadeau voor Angel gekocht. Angel was de nieuwe liefde in het leven van mijn beste Pedro. Hij was een stuk ouder maar bracht stabiliteit in Pedro’s leven. Het enthousiasme waarmee Pedro over straat liep had ons weggegeven. Hij liep als Dorothy uit The Wizard of Oz met zijn aankoop te pronken. Hij was gelukkig en trots dat hij genoeg geld bij elkaar had kunnen sparen om een winterjas voor Angel te kunnen kopen. Hij had een geweldige baan in een hotel waar hij een jaar daarvoor gepromoveerd was tot bedrijfsleider. Het leven lachte hem eindelijk toe.

In het politiebusje legde Pedro me uit wat ons te wachten stond. Ik was doodsbenauwd. Voor Pedro was het de derde keer. Er zaten nog twee mannen in de boevenwagen. Twee bomen van kerels met grote tatoeages. Spanjaarden waren het niet. Vrij imponerend. Eenmaal op het politiebureau aangekomen werden we van elkaar gescheiden. Ik werd verhoord en zonder aanleiding naar de gevangenis in Zaragoza overgebracht. Ik kreeg niet eens de kans op iemand op de hoogte te stellen.

In Torero, de naam van de gevangenis, kwam ik in een hel terecht. De eerste avond al werd ik verkracht. Op de vierde avond kwam ik erachter dat ik een balans moest vinden. Tegenwerken had geen zin, want daar liep ik gekneusde ribben en blauwe plekken bij op. Gewilligheid werkte ook averechts. Na een week mocht ik voor het eerst luchten. Ik kon bijna niet lopen van de pijn. Ik kwam oude gezichten tegen. Gezichten die van het straatbeeld waren verdwenen.

‘La Magnifica’ was een travestiet die van de een op de andere avond niet was komen opdagen op zijn werk. Niemand wist waar hij was. Hij herkende me. Hij zat als een klein hoopje mens in een hoekje in de leegte te staren. Hij huilde van geluk. Hij wilde weten hoe het met iedereen was en of de ondergrondse club waar hij stiekem zijn shows had gegeven nog bestond. Ook Pedro kwam naar ons toelopen. Ook hij huilde. ‘Als Angel hoort wat ze allemaal met me gedaan hebben de afgelopen dagen, maakt hij het uit’. De volgende dag was het Kerstmis. De bewaker had zichzelf getrakteerd op de winterjas die voor Angel bestemd was. Het maakte Pedro nog verdrietiger.

‘La Magnifica’ heette in het dagelijks leven Manuel. Manuel zocht een manier om uit het leven te stappen. Voor hem hoefde het niet meer. Hij was zijn zelfrespect verloren. Op een bedrijfsfeest dat door de gevangenis georganiseerd werd in de eerste week van 1975 moest hij optreden. Ze hadden voor een blonde pruik, make-up en twee jurken gezorgd. De bewakers hadden de avond van hun leven. Ze hadden hun vrouwen meegebracht. Het optreden was een daverend succes en Manuel voelde zich voor heel even de koning te rijk.

Toen hij geboeid werd teruggebracht naar Torero kreeg hij zomaar een flink pak rammel van de chauffeur en de bewaker. Hij werd halfdood afgeleverd en werd gelijk afgevoerd naar het ziekenhuis. Er waren foto’s gemaakt op de feestelijke avond waardoor ze zich het niet konden veroorloven dat de ster van de nieuwjaarsfuif zou komen te overlijden. Toen hij niet meer terugkwam naar de gevangenis waren wij ervan overtuigd dat hij vermoord was.

Pas in 1985 zag ik hem terug in een discotheek hier in Benidorm. ‘Ik was bont en blauw toen ze me naar het ziekenhuis reden,’ zei La Magnifica. ‘Van buiten was ik zichtbaar gewond maar van binnen was ik volledig bij de tijd. Daar heb ik gebruik van gemaakt. Ik liet ze maar denken dat ik halfdood was. De verpleegster heeft me geholpen te ontsnappen.’

‘We zijn vrij Cayetano. Vrij. Vrij om te doen en laten wat we willen’.

Ja, vrij waren we zeker. Vrij om in het openbaar te flirten. We hadden zelfs een eigen wijk hier in Benidorm waar we zonder gêne konden zoenen in het openbaar. Ik neukte erop los. Er waren blonde toeristen die niets liever wilden dan door een echte Spanjaard genomen te worden. Die echte Spanjaard was ik. De mannelijkheid was er bij me ingeramd. Ik hoefde mijn stoere pas niet meer te forceren. Er waren travestietenshows op elke hoek van elke straat en de mannen konden na hun performance gewoon in drag naar huis lopen zonder lastiggevallen te worden. We waren vrij. Op televisie was het ook geen taboe meer.

‘La movida Madrileña’ noemden ze het. De komst van koning Juan Carlos betekende vrijheid van meningsuiting. De eerste, belangrijke jaren van de wederopbouw van de onafhankelijkheid heb ik gemist. We kregen wel voor het eerst televisie in de gevangenis in die jaren. Dat moet rond 1978 geweest zijn. We mochten alleen amusementsprogramma’s kijken. Het nieuws was vooralsnog streng verboden. De Spaanse jeugd was rebels geworden.

Popgroepen zongen over onderwerpen die tot kort daarvoor ondenkbaar waren. Ik stond in de spoelkeuken waar de radio altijd aanstond. Ik luisterde aandachtig naar de politiek getinte teksten van zangers die eigenlijk niet konden zingen en die make-up droegen. Ik kende de liedjes uit mijn hoofd, maar weigerde mee te zingen.

De nieuwe gevangenen kenden dat schaamtegevoel niet. Die hadden al twee jaar van het nieuwe Spanje geproefd en wisten waar hun grenzen lagen. Grenzen waren er nog, maar je kon het niet vergelijken met de zware jaren die wij als gevangen hadden doorgemaakt. Wat me wel opviel was dat er geen homoseksuelen meer binnen werden gebracht. De nieuwelingen legden ons uit dat het geen misdrijf meer was om homoseksueel te zijn.

‘Maar als het geen misdrijf meer is waarom mogen wij dan niet gewoon naar buiten?’ vroegen wij onszelf verbijsterd af. Wij zagen de nieuwe gevangenen als buitenaardse wezens. Die hadden het nieuwe Spanje met eigen ogen gezien. Wij zagen onszelf als een soort achtergebleven gebied. Onderdanig. Schrikachtig en vooral bevreesd voor iets dat voorgoed verleden tijd was.

Pas in 1979 werden we vrijgelaten. We waren met z’n zevenen. Achteraf hoorde ik dat er rond de dertig homoseksuelen waren gesneuveld in de gevangenis van Torero. Mannen die geen vlieg kwaad deden. Mannen die artistiek en gevoelig waren. Mannen die van andere mannen hielden. Mijn lieve Pedro heeft de eindstreep niet gehaald. Toen Manuel tegen me zei dat we vrij waren, hield ik daar gemengde gevoelens aan over. Mijn ziel zal nooit vrij zijn.’

Cayetano zucht.

‘Ik loop over het naaktstrand en zie jonge mannen ronddartelen. Opnieuw krijg ik gemengde gevoelens. Ik ben blij dat ze zichzelf mogen zijn, maar vraag me ook af waarom het er zo dik bovenop moet liggen. Is het stiekeme afgunst? Ben ik jaloers? Ben ik een oude, depressieve man geworden die vanaf de zijlijn alleen nog maar mag kijken?

In 1995 ontmoette ik Cristian. Hij was vijftien jaar jonger en kwam van de Dominicaanse Republiek. Een prachtige, zwarte jongen. Ik was achtenvijftig, maar zag er nog goed uit. Het was liefde op het eerste gezicht. We gingen samenwonen. Huisje, boompje en twee Siamese katten. Uit respect voor Cristian zal ik niet over ons seksleven vertellen maar geloof me dat er een nieuwe wereld voor me openging. Seks gecombineerd met liefde was nieuw voor mij. In 1999 kwam hij bij een auto-ongeluk om het leven.

Voor mij was de cirkel rond: ik had een onstuimig en divers leven en seksleven gehad. Verstopt omdat het verboden was. Verplicht omdat ik geen keuze had. Boordevol adrenaline omdat ik de vrijheid hervonden en de jacht geopend had. En met mijn hart omdat ik de liefde gevonden had. Na het overlijden van Cristian heb ik nooit meer een man aangeraakt.’

*

Klik hier voor de eerdere delen van Cayetano

*

Sam Roozen is in Dordrecht geboren en woont sinds 1982 in Spanje. Hij heeft daar voor verschillende tijdschriften en kranten geschreven. Tegenwoordig is hij fulltime schrijver en werkt hij aan zijn boek ‘Lulletje Roozenwater’, waarin hij ingaat op de traumatische ervaring die hij als jong mannetje had toen zijn ouders besloten te emigreren en hij uit zijn vertrouwde wereldje werd weggerukt. 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.