De kamers van Freeland, deel 4

Naast hoofdredacteur voor Gaykrant, was Rick van der Made tot 1 april van dit jaar eigenaar van een hotel in Amsterdam. Vorige maand was het vijftien jaar geleden dat hij samen met zijn compagnon, beste vriendin en huisgenoot Pascale het ‘straight-friendly’ hotel aan het Leidseplein overnam van zijn oom Ton (1939) die het samen met zijn geliefde levenspartner Daniel twintig jaar lang in bezit heeft gehad. Speciaal voor Gaykrant heeft Rick een serie geschreven over de vele, vaak zeer kleurrijke gasten (én medewerkers) van het hotel. Vandaag deel 4 uit de serie: ‘De kamers van Freeland.’ 

Kamer 13: De heer Naly

‘Goedemorgen, met hotel Freeland.’

‘Goedemorgen, ik ben John Atkinson uit Cincinatti, Ohio,’ zei de Amerikaanse meneer aan de andere kant van de lijn. ‘Ik ben private investigator en ik wilde vragen of u een reservering heeft van een heer Naly en of deze gast binnenkort bij u incheckt.’

??

‘Eh… nou, meneer Atkinson … wij geven eigenlijk nooit informatie van gasten aan derden.’
‘Oké,’ zei de heer Atkinson, ‘Dan zal ik de politie van Amsterdam contact met u op laten nemen.’
‘Misschien moet u mij maar even vertellen wat er aan de hand is.’

Het bleef even stil aan de andere kant van de lijn.

‘Heeft u de laatste tijd pakketjes, brieven of poststukken ontvangen met de vraag deze in bewaring te houden totdat de heer Naly in uw hotel arriveert en om deze dan aan hem te overhandigen?’

Heel voorzichtig begon er een klepeltje tegen mijn geheugen aan te tikken. Inderdaad. Ik herinnerde me een email van een meneer die had geschreven dat hij voor zijn werk alvast wat pakketjes naar het hotel moest sturen die hij bij het inchecken dan in ontvangst zou nemen. Met de hoorn van de telefoon in mijn ene hand, scrolde ik met de andere hand langs de e-mails van de afgelopen weken. Terwijl ik nadenkend zweeg en zocht ging de heer Atkinson verder met zijn verhaal.

‘Het gaat om een zeer vakkundig georganiseerde bende van oplichters. Via internet en valse creditcards hebben ze inmiddels een vermogen aan gestolen en nooit betaalde diamanten en juwelen vergaard die ze via de poststukken die ze naar uw hotel sturen naar andere landen proberen te smokkelen.’

Met open mond en met enig ongeloof luisterde ik naar de heer Atkinson. Werd ik voor de gek gehouden? Of was ik in een aflevering van Magnum P.I. beland?

‘De man die bij u een kamer gereserveerd heeft, is niets anders dan een koerier van deze bende. Hij zal alle poststukken, brieven en pakketten in ontvangst nemen en deze over de grens smokkelen, verder Europa in.’

Nog geen uur nadat ik het gesprek met de heer Atkinson had beëindigd, belde er een rechercheur op. Of ze even langs mochten komen. Nou ja, liever niet natuurlijk, maar ja, zeg dat maar eens tegen een uiterst ernstig klinkende rechercheur.

Even later stopten er drie donkerblauwe Audi’s voor de deur. Geen politiewagens. Geen zwaailichten op het dak. Geen sirenes. Drie mannen en twee vrouwen stapten het hotel binnen. Binnen een mum van tijd hadden ze het verhaal van de heer Atkinson bevestigd, hadden ze de poststukken bekeken en wilden ze weten wanneer de heer Naly zou inchecken. Enigszins nerveus geworden bladerde ik door het reserveringenboek.

‘Woensdag 14 mei,’ zei ik. ‘De heer Naly heeft voor twee nachten gereserveerd.’

Ze knikten alle vijf.

‘U zult ons moeten bellen als hij hier is.’
‘Eh … hebt u nog voorkeur voor een tijd?’
‘Het lijkt me handig als het rustig is en er zo min mogelijk andere gasten bij aanwezig zijn.’

Daar kon ik weinig tegenin brengen.

***

Veertien mei was een drukke dag. Veel check-outs, veel check-ins. Er werd aan de deur gebeld. Ik liep naar de voordeur. Daar stond een van de knapste mannen die ik ooit had gezien. Jaar of dertig, donker haar, vriendelijk gezicht. Een beetje verlegen. Ik was op slag verliefd.

‘Goedemiddag,’ zei de man. ‘Ik heb een reservering.’
‘Kom verder.’

We liepen naar de balie. Ik stond tegenover hem. We kletsten over Amsterdam. Hij complimenteerde mij met de gezellige receptie. Hij keek me aan en lachte naar me. Zijn ogen twinkelden. Er verschenen kuiltjes in zijn wangen. Ik kreeg het warm en mijn knieën begonnen wat te knikken.

‘En wat is uw naam?’
‘Naly. Christophe Naly.’

??

Danig in verwarring gebracht, checkte ik de charmante knapperd in. Terwijl ik hem hem alle pakjes die ons toegestuurd waren overhandigde, dacht ik dat ik het maar lastig vond dat niet alle criminelen eruitzagen als de Penguin uit Batman. Zo goed en zo kwaad als het ging speelde ik het spel der check-in mee. Daarna vertrok hij naar zijn kamer om korte tijd later weer naar beneden te komen om de stad in te gaan. Hij bedankte me voor de fijne kamer en voor de gastvrije ontvangst.

‘See you,’ zei hij toen hij na ons gesprekje over koetjes, Wallen, kalfjes en coffeeshops wegging.
‘Yes,’ antwoordde ik nogal uit het veld geslagen. ‘See you.’

Later die middag belde de politie. Of de heer Naly was ingecheckt. En of twee van hen de volgende ochtendvroeg in de receptie plaats mochten nemen om te besluiten wanneer het beste tijdstip was dat ze de heer Naly zouden arresteren.

‘Dank u wel,’ zei de rechercheur, ‘Door u zullen de benadeelden hun spullen terugkrijgen en wordt er veel toekomstig leed voorkomen.’

Ik hing op.
Ik voelde me vreemd.
Jezus en Judas tegelijk.

De volgende ochtend werd charmante heer Naly na het ontbijt gearresteerd. Van de Leidsekade tot aan het Leidseplein was de straat afgezet. Aan beide kanten stonden politiewagens. Drie politiewagens en een overvalbusje stonden voor het hotel. Vanuit de lucht werden we door een politiehelikopter in de gaten gehouden. Buren stonden vast met hun neuzen tegen de ramen gedrukt. Ik was in de receptie gebleven terwijl in de ontbijtzaal vijf agenten de heer Naly handboeien omdeden en hem naar buiten leidden.

Vlak voordat mijn knappe crimineel het pand verliet, keek hij nog even achterom, de gezellige receptie in. Toen hij mij zag, glimlachte hij me toe, met zijn mooie, verlegen lach en die charmante twinkeling in zijn ogen. Ik wilde terugglimlachen maar dat lukte niet goed. Hij haalde zijn schouders op. Ik deed hetzelfde.

Game over?
Game over.

Ja, ik had vast meegeholpen de wereld een beetje minder crimineel te maken.

Maar wat een rotdag.

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

One thought on “De kamers van Freeland, deel 4

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.