Norbert Splint bespreekt de voor- en nadelen van een personal trainer.
Op mijn studententijd na, heb ik altijd aan sport gedaan. Voetbal, schaatsen, wielrennen, een paar zaalsporten: het is allemaal langsgekomen. Na mijn afstuderen – twintig jaar geleden – ben ik gaan fitnessen. Soms alleen, soms met een personal trainer. Maar de een vertrok eerst naar Londen en toen naar Berlijn, de ander ging naar BasicFit en dat vond ik te goedkoop, en die daarna naar Splash en dat vond ik weer te duur. Gelukkig heb ik sinds een jaar een goeie.
Net zo breed als lang
Hij is 100% Japans, maar geboren in Amsterdam. Omdat hij niet met zijn naam in de krant wil, noem ik hem Kenzaburo Takehashi. Hij is net zo breed als lang, namelijk 1m50, en op dagen dat hij ook zelf heeft getraind, knijpt hij mijn trouwring in een eivorm als hij mij de hand schudt.
En daar blijft het niet bij. Voortdurend vallen er zinnen als: “Ja, wel een beetje efficiënt trainen hè?” Of: “Veel bewegingen maken.” En een andere, poëtische (alsof er een haiku wordt voorgedragen): “Tel maar: één, twee, drie. Doe maar rustig: één, twee drie. Prima! Zie je wel?”
Hij bijt nog liever zijn tong af dan dat hij mij iets verbiedt
Voor de goede orde: alles begint bij voeding. Want wat er niet aan komt, hoeft er ook niet af. Op zijn commando eet ik dus in de ochtend zuivel, fruit, zaden en noten. Tussendoor neem ik een banaan en in de middag groente en granen. ’s Avonds verorber ik een visje, een kipje of een biefstukje van de slager om de hoek. En geen friet, pasta of aardappelen. Dat ik een en ander wegspoel met een flesje wijn (en soms met twee) vindt Kenzaburo onverstandig, maar hij bijt nog liever zijn tong af dan dat hij mij iets verbiedt.
Aldus raakte ik binnen een jaar vijftien kilo kwijt. Netto. Want als je met een personal trainer aan het werk gaat, verbrandt je niet alleen vet: je spiermassa neemt ook toe. Een dure hobby is het trouwens wel. Niet vanwege die paar tientjes per uur die je aan je trainer kwijt bent – dat hoest iedereen wel op – maar je kunt je complete garderobe vervangen: je lichaam verandert immers van vorm.
Knetterverliefd
In mijn geval zakte mijn broek af. Ik ging van jeansmaat 32/33 naar 30, terwijl Alex van de G-Star winkel riep: “Weet je wat JIJ moet proberen: 29!” En dat maatwerk van Pakkend hoefde ook niet meer, want na al dat gewichtsverlies zei eigenaar Chris als ik binnenkwam: “Norbert, wat doe je hier? Ga naar de overkant, naar de ready-to-wear-shop. Dat scheelt je twee à driehonderd euro.” Per pak dus. Het totaalbedrag besteed aan nieuwe kleren liep dat jaar aardig op.
Toch raad ik werken met een personal trainer iedereen aan. Je doet – letterlijk – meer. En daardoor val je af en bouw je spiermassa op. Het één houdt verband met het ander. En je doet nóg meer als je van de ene dag op de andere dag knetterverliefd op je trainer wordt. Maar daar heb ik natuurlijk geen last van gehad. Helemaal niet.
Norbert Splint
Norbert Splint (1969) is tekstschrijver en journalist. Hij studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en publiceerde in 2015 de roman ‘De ZorgPartij’. Dit najaar komt zijn verhalenbundel ‘Dood kind’ uit.