Toen ik op school uit de kast kwam, was dat nieuws privé genoeg om meteen verspreid te worden onder alle andere leerlingen op school.
Deze opinie is een reactie op het opiniestuk van de Belgische politicus Jean-Marie Dedecker op Knack.be: ‘Seksualiteit behoort tot de privésfeer, in of uit de kast.’
Als ik op straat mijn vriend een hand geef, of god verhoede, een zoen, dan is dat privé genoeg om vuile blikken en ongevraagde opmerkingen te krijgen. Niet alleen van allochtone mensen zoals u graag schijnt te denken, net zo goed van autochtonen. Ik hou me niet bezig met mijn persoonlijke statistieken, maar de overgrote meerderheid van mijn negatieve ervaringen hadden blanke mannen als hoofdrolspelers. Daarmee wil ik niet ontkennen dat er bij ‘jongeren met een migratieachtergrond’ niet ook een probleem is met homofobie, maar geloof mij, het gaat verder dan dat.
En wanneer een topvoetballer niet presteert zoals zijn fans dat willen, of eender welke man niet stereotiep mannelijk genoeg handelt, dan is mijn seksualiteit privé genoeg om gebruikt te worden als scheldwoord.
In dat laatste geval wordt gewoonlijk als ‘verzachtende omstandigheid’ ingeroepen dat het niet naar mij gericht was. Laat mij u vertellen, meneer Dedecker, dat dat zo mogelijk nog meer pijn begint te doen dezer dagen. Want elke keer opnieuw worden ik, mijn vrienden en de man die ik graag zie gereduceerd tot een soort halfmannen die dan wel alle fysieke attributen mogen hebben, maar toch niet écht man zijn.
“Beginnen onze Prides stilaan te lijken op grote feesten? Goed! We hebben dat verdiend ook.”
Beginnen onze Prides stilaan te lijken op grote feesten? Goed! We hebben dat verdiend ook. Maar vergis u niet, heel wat van die volgens u geïmporteerde homo- en transfobie wordt tussen het feesten door, stukje bij beetje afgebroken. Dat is een traag proces, want je kan homofobie niet verbannen met regeltjes. Wel met de hulp van goeie mannen en vrouwen die zich door hun vrienden gesterkt voelen om uit de kast te komen bij hun families die dat misschien niet zullen accepteren, maar die vanaf dat moment alvast één homoseksueel of trans persoon zullen kennen, en die diep vanbinnen niet kunnen ontkennen dat die persoon goed is en respect verdient. En laat die strijddagen nu net de perfecte gelegenheid zijn voor mensen in dat soort situaties om vrienden te maken.
Zijn we dan perfect als LHBTQI-gemeenschap? Verre van. Ik ben de eerste die dat zal erkennen. We worstelen zelfs binnen onze oh zo tolerante gemeenschap nog met homofobie, racisme, transfobie en alle andere lelijke denkbeelden die het leven moeilijk maken.
“Zijn we dan perfect als LHBTQI-gemeenschap? Verre van.”
Nu, ik schrijf wel dat regeltjes geen homofobie zullen oplossen, maar regels zijn nu eenmaal wel zowat het belangrijkste instrument dat een overheid te zijner beschikking heeft om mensen te beschermen. Heel veel zaken zullen cultureel moeten groeien, maar het is fijn om weten dat er nu al regels zijn die dat proces kunnen stroomlijnen. Net zoals er regels waren die het gebrek aan tolerantie tegenover de rechtsnationalistische partij N-VA op de Belgian Pride hebben bestraft.
Het was natuurlijk simpelweg idioot dat enkele linkse activisten de wagen van die partij hebben aangevallen, laat ons het daarover eens zijn. De Pride is van en voor iedereen, en een plaats waar ideeën mogen botsen. Maar ik ben het niet eens met de these van Milo Yiannopoulos (ik kan niet geloven dat we nog steeds over die man praten) dat holebi’s doorheen hun gevecht voor acceptatie zelf intoleranter geworden zijn tegenover mensen die anders denken.
Ik ben intoleranter geworden tegenover mensen die mijn bestaan en dat van anderen minderwaardig achten. En het is een heel grote denkfout om dat te beschouwen als louter “anders denken.”
Nick de Schutter
Online redacteur Het Nieuwsblad
Twitter: @schutnick
Hoofdfoto: Mario Gogh by Unsplash