Gaykrant sprak met minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap over de staat van de regenboognatie Nederland. Zijn we nog steeds voorloper wat betreft LHBTI-rechten of is het alle zeilen bijzetten? En hoe zit het met die rechten op scholen? Waar staan scholieren en studenten anno 2018, kunnen ze open zijn over hun geaardheid?
Tekst: Bart Remmers
Of Ingrid van Engelshoven (1966) haar ministerschap (ruim vier maanden jong) op het departement Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bevalt? Absoluut. De D66-politica is resoluut. ‘Dit is de leukste baan die je in Nederland kunt hebben. Het is een fantastisch terrein en wanneer je van D66-huize komt dan is het minister van Onderwijs zijn – de eerste die D66 mag leveren en met mogelijkheid te investeren in cultuur, wetenschap en emancipatie – in een regering met een akkoord waar zeer goede teksten in staan over de rechten van LHBTI’ers prachtig. Ik heb een erg mooi pakket gekregen’, vertelt de minister niet zonder trots. ‘Ook zeer mooi om voor dat pakket verantwoordelijk te mogen zijn.’
Van Engelshoven stipt het direct aan. Die rechten van LHBTI’ers. Volgens velen heeft deze groep nog een lange weg te gaan wanneer het aankomt op hun rechten en gelijke behandeling, volgens anderen heeft men niet al te veel te klagen, zeker niet wanneer je kijkt naar landen als Rusland en Indonesië waar LHBTI-rechten niets lijken te betekenen (daarover later meer). Hoe kijkt de minister van OC&W daar tegenaan?
‘Er is in Nederland absoluut nog een hele weg te gaan. Natuurlijk is het eenvoudig om andere landen te noemen waar het klimaat voor deze groep mensen vele malen slechter is en er zijn al een hoop belangrijke stappen in ons land gezet. Er is veel wel goed geregeld op het vlak van LHBTI-rechten. Maar als het bijvoorbeeld gaat om sociale veiligheid, dan is dat een groter punt voor zorg voor LHBTI’ers dan voor andere Nederlanders. Ook in ons land is het niet voor iedereen weggelegd om jezelf te kunnen zijn in een openbare ruimte. Op scholen is dat bijvoorbeeld niet altijd het geval.‘
Broodnodig
Na het interview vertrekt de minister naar het Koning Willem I College in Den Bosch waar ze in gesprek gaat met studenten en docenten over zaken als homoseksualiteit en transgenderschap. en onderwerp dat hoog op de agenda staat van Van Engelshoven. En broodnodig ook.
‘Zeker. Scholieren moeten helemaal vrij zijn om in de klas over hun geaardheid te praten. Ik ben blij dat we verschillende programma’s inzetten om die vrijheid ook te bevorderen. Dat moet. Je ziet dat nog steeds veel jongeren in geestelijke nood komen omdat ze niet uit kunnen komen voor wat ze zijn. Het zelfmoordcijfer binnen die groep ligt hoger dan bij andere groepen. Ook daar is dus nog steeds veel werk aan de winkel. Ik heb het laatst ook gezegd tijdens de Nieuwjaarsreceptie van het COC in Paradiso. Iedereen kon op dat moment zichzelf zijn en dat uiten. Dat moet overal kunnen, niet alleen tijdens een feestje in de Paradiso. Ook op straat, in elke openbare ruimte.’
Onder meer middels theatervoorstellingen op mbo-scholen wil de minister gesprekken over het thema gaande houden. ‘Dat blijven we absoluut subsidiëren. Geen twijfel aan. Ik kan je vertellen dat ik in Haarlem zo’n theatervoorstelling heb mogen bijwonen. Tijdens het nagesprek van het stuk stak een meisje haar vinger op en gaf ze aan dat het toneelstuk over haar situatie ging. Het verwoordde volgens haar precies hoe ze zich af en toe op school had gevoeld. Ik had bij het verhaal van het meisje de tranen in mijn ogen staan. Je voelde zo ontzettend goed de pijn en eenzaamheid van haar. Op dat moment weet je ook dat wat we op die scholen doen nog steeds hard nodig is. Leerlingen die naar aanleiding van een theaterstuk een goed en open gesprek met elkaar voeren over seksualiteit… Dat is fantastisch. Maar het gaat niet vanzelf. Daarom blijven we volop aandacht besteden aan dit punt want helaas voelen scholieren zich nog vaak anders dan de anderen. Dat kan niet en dat mag niet. We moeten naar het punt dat niemand zich meer ‘anders’ hoeft te voelen.’
Voorlichting op school
Veel lezers van Gaykrant benadrukken op social media hoe belangrijk de juiste voorlichting op scholen is. Die voorlichting moet volgens velen geïntensiveerd worden. Zeker ook op scholen waarop veel jongeren met een islamitische of streng-Christelijke achtergrond zitten. Hoe kijkt de minister daar tegenaan? ‘Ik blijf me er in het burgerschapsonderwijs voor het volle honderd procent voor inzetten. Met creatieve vormen zoals het zojuist aangehaalde theater, maar ook afspraken met zogenoemde ‘Regenbooggemeenten’ die we ondersteunen. Want juist de samenwerking tussen scholen, gemeenten, lokale verenigingen en lokale afdelingen van het COC zorgt ervoor dat het debat lokaal gevoerd blijft worden en dat er in elke gemeente gebeurt wat er moet gebeuren op het vlak van LHBTI-rechten. Dat is in de ene gemeente natuurlijk eenvoudiger dan de andere. In Amsterdam is het een ander verhaal dan in Ede’, aldus Van Engelshoven. ‘Ik benadruk ook vandaag weer alle gemeenten die nog geen Regenbooggemeente zijn aan de slag te gaan met dit onderwerp. Want ze kunnen nog zo ontzettend veel doen. Ik ga ze als minister niet controleren. Wel wil ik er samen met hen in over gesprek gaan, want ik zie al heel veel mooie dingen gebeuren.’
Als voorbeeld noemt de minister de stad waar ze jarenlang wethouder was: Den Haag. ‘Ik noem de ‘Roze Reigers’. Die spelen een fantastische rol wanneer het gaat om het gesprek aangaan op de voetbaltribune van ADO Den Haag. Niet de meest ideale plek om er je vinger op te steken en te vertellen dat je gek bent van voetbal en ook homo of transgender. Toch hebben de Roze Reigers het mogelijk gemaakt. LHBTI’ers kunnen zich wel degelijk veilig voelen op de tribune en open zijn over hun seksualiteit. Er zullen echt nog wel eens verkeerde woorden vallen op zo’n tribune, maar er zijn grote stappen gemaakt. En juist dit soort lokale initiatieven moet je als minister steunen. Net als het vlaggen op Coming Out Day, de Gay-Straight Alliances op scholen en als wethouder in een paarse trui op Paarse Vrijdag (de dag waarop scholieren en studenten door het dragen van de kleur paars op school hun solidariteit kunnen tonen met homoseksuelen, biseksuelen, lesbiennes en transgenders, red.) scholen bezoeken. Die steun is enorm belangrijk. Het is erg dat het nog nodig is in het Nederland van 2018, zeker. Maar zo lang het nodig is ondersteunen wij deze acties.’
Regenboogstembusakkoord
Hoe kan elke student of scholier zichzelf zijn op school? Is het überhaupt wel mogelijk? ‘Ik denk het wel. We helpen vanuit Den Haag door regels op te stellen. We gaan het ‘Regenboogstembusakkoord’ uitvoeren als kabinet. Het gaat om formele gelijke rechten, echter moeten die rechten wel vorm krijgen in de praktijk. Daarom moeten dus ook die gesprekken op scholen worden blijven gevoerd. Door het als minister regelmatig op scholen te doen, hoop ik het debat verder te stimuleren.’
Alle partijen in de huidige coalitie gaan volgens de minister honderd procent voor waar ze voor staat: het gesprek op scholen gaande houden en uitsluiting van LHBTI-jongeren voorkomen. Voor D66 en VVD is het gesneden koek, maar geldt het ook voor het CDA en zeker de ChristenUnie? ‘Ook de ChristenUnie heeft gezegd het Regenboogstembusakkoord uit te voeren’, benadrukt de minister nog maar eens. ‘Ik zie daar ook geen enkele twijfel. De ChristenUnie staat helemaal achter het akkoord en ik hoop dat juist die brede coalitie en hun akkoord anderen in ons land gaat overtuigen van waar we voor staan wanneer we praten over LHBTI-rechten. Dat we met ons allen normaal gaan doen. Jezelf zijn – homo, hetero of transgender – moet overal normaal zijn. Het is precies de reden waarom ik de reclamecampagne van Suitsupply (de veelbesproken foto’s van zoenende mannen in strak pak, red.) ondersteun. Er was best wat aan te merken op eerdere campagnes van Suitsupply, maar omdat er veel te weinig reclamecampagnes zijn waarin je openlijke homoseksualiteit ziet, sta ik er nu achter. Veel meer bedrijven zouden dat moeten doen. Hun nek uitsteken.’
Het buitenland
Niet alleen in ons land, ook in andere landen zijn nog vele bergen te verzetten wanneer we praten over de LHBTI-rechten. In hoeverre gaat de minister dat aankaarten bij buitenlandse collega’s wanneer de kans zich voordoet? ‘Wanneer het kan zal ik niet nalaten het onderwerp aan te snijden, hetzelfde geldt voor mijn collega op Buitenlandse Zaken. Het onderwerp zal zeker een punt van aandacht zijn in een nota over buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Ook heb ik laatst tijdens de ambassadeursconferentie waar alle Nederlandse ambassadeurs voor even terug zijn in eigen land gesproken over internationale LHBTI-rechten. Hoe kunnen we juist in landen als Rusland en Indonesië het gesprek over dit onderwerp aangaan? Hoe voeren we met die overheden discussie over de rechten? ‘
‘Hoe dan ook blijven we aandacht besteden aan dit onderwerp. Dat gaat via creatieve wegen, maar we kunnen ons ook richten op het internationale cultuurbeleid. Schrijvers, filmmakers en andere kunstenaars die in hun land opkomen voor LHBTI-rechten hier uitnodigen en hen een platform bieden. Dat helpt. Deze groep mensen krijgt een belangrijkere stem in eigen land wanneer ze in het buitenland serieus worden genomen. Ook dat is een manier: zichtbare steun!’.
“Voor Pride Amsterdam pas ik mijn vakantieschema aan, ik ben er hoe dan ook bij.”
De boot op
Tot slot: gaan we minister Van Engelshoven de komende zomer op een boot zien tijdens de Amsterdam Pride? ‘Absoluut. Al weet ik nog niet op welke boot precies. Maar ik pas er mijn vakantieschema zeker op aan, ben er hoe dan ook bij. Eerder stond ik al eens op de D66-boot en het was een geweldig feest ondanks motorpech’, lacht de minister. ‘Weet je, het is vanzelfsprekend dat ik erbij ben. Het is belangrijk, nog steeds. We zijn nog lang niet klaar in ons land. Je relativeert het wellicht te snel wanneer je onze LHBTI-rechten vergelijkt met die in het buitenland, maar juist de verhalen van individuen, zoals die scholier in Haarlem, bewijzen dat we nog een weg te gaan hebben. Daarom ben ik er met veel plezier bij de komende zomer in Amsterdam.’
Op naar meer Regenboogsteden?
Een veilige ontmoetingsplek voor LHTBI-jongeren, voorlichting over homoseksualiteit bij amateur voetbalverenigingen en theatervoorstellingen op scholen, het zijn een paar voorbeelden van wat de Regenboogsteden de afgelopen jaren hebben bewerkstelligd om de sociale acceptatie en veiligheid van LHBTI personen te bevorderen. Om dit beleid door te kunnen zetten, maakte minister Van Engelshoven in Regenboogstad Den Bosch bekend een nieuwe meerjarige samenwerking aan te gaan met deze 49 steden tot 2022.
De rijksoverheid kan sociale acceptatie versterken door bijvoorbeeld wetgeving aan te passen, maar het zijn juist de steden die samen met ouderenorganisaties, sportverenigingen, scholen en andere maatschappelijke organisaties een belangrijke rol kunnen spelen. Evaluatieonderzoek laat zien dat de Regenboogsteden het duidelijk beter doen op het gebied van LHBTI-acceptatie dan andere steden. Voor de nieuwe samenwerking tot 2022 is ruim 6 miljoen euro beschikbaar.
One thought on “Minister van Engelshoven en haar strijd voor LHBTI-rechten: ‘We hebben in ons land nog een lange weg te gaan’”