Deze column is een vervolg op de column ‘Pakkenpesterij en de liefde van zijn leven’.
Samen fietsen de twee jongens door de grote stad. Waarheen weten ze niet. Samenzijn is het enige wat ze willen. De stad lijkt dan voor even van niemand anders. Als ze elkaar aankijken glimlachen hun mondhoeken en twinkelen de ogen. Zo willen ze zich voelen.
Iedere dag spreken ze af bij het bushokje waar het allemaal begon. Bij de twee zoenende mannen in pak. Hoe die reclame ze bij elkaar bracht. En de vrienden die geen vrienden bleken te zijn. Het bushokje was de poort naar hun liefde.
Na schooltijd wachten ze altijd op hetzelfde bankje. Om de hoek bij het bushokje, zodat ze er samen langs kunnen fietsen. Elke dag voelen ze dezelfde kriebels als de eerste keer. “Heet dit nou verliefd zijn?”, vroeg de een. “Ik heb geen idee”, zei de ander.
Vandaag zit hij al tien minuten op het bankje te wachten. Maar het voelt als een uur. Hij kijkt op zijn horloge. Geen minuut later dan toen hij net keek. Zijn liefde komt aanfietsen. Ze kussen elkaar. De bezweten lippen proeven zoutig.
Ze fietsen langs het bushokje. Stoppen en kijken elkaar aan. Gele strepen bedekken de foto. “Waarom zou iemand zoiets doen? Zouden ze een hekel hebben aan zoenende mannen?” Hij krijgt geen antwoord op zijn vraag. Zijn liefde kijkt slechts beduusd naar hun bushokje. Boos fietsen ze door.
Auw auw auw… hoe tolerant is ons Nederland? #suitsupply #intolerantie pic.twitter.com/ret1hXeLe7
— Ilja (@IljaPauwline) March 6, 2018
De stad voelt plots van iedereen. Ze rijden langs de volgende halte. Dit keer geen gele strepen, maar een zwarte vlek en een swastika. Tranen vullen de ogen van zijn liefde. “Wil niemand ons dan nemen zoals we zijn?”, snikt hij. Ook hij schiet vol.
Poster #SuitSupply in #Zwolle beklad incl een hakenkruis.
Blijkbaar is dat normaler dan 2 zoenende mannen. pic.twitter.com/hiJLgURBv9
— Erik (@Mel0nTwist) March 6, 2018
Het raakt de jongens in het hart. De poster die ooit voor vrijheid stond, verwerpt nu hun liefde. De stad wil niet dat mannen zoenen. Een dikke laag gele verf is wat ze willen zien. Ze zitten verslagen op het bankje. Hun hoofden steunen op elkaar, alsof ze leunen op elkaars gedachten.
Hun liefde wordt door de samenleving niet geaccepteerd. “Moeten we dan wel doorgaan?”, vraagt hij. Zijn liefde kijkt op. “Natuurlijk. We laten onze liefde niet afnemen.” Ze omhelzen elkaar en gaan naar huis. Het is genoeg voor vandaag.
De volgende dag wacht hij op het bankje. De minuten lijken uren. Zijn liefde komt aanfietsen. Zoutige lippen, zoals gisteren. Ze fietsen langs het bushokje. De gele verf bedekt nog altijd de zoenende mannen. Ze stoppen en stappen af. Hij heeft een rode marker meegenomen. Samen tekenen ze een groot rood hart over de gele strepen. Het bushokje bleef de poort naar hun liefde.
Pepijn schrijft ieder weekend een column voor de Gaykrant. Lees hier zijn column van vorige week: Snelkookpan voor liefde.
One thought on “Groot rood hart”