Roze Buddyzorg Amsterdam | Tienjarig bestaan

De HIV/Aidsepidemie in de tachtiger jaren is voor de Schorerstichting de aanleiding om sociale ondersteuning aan homomannen op te zetten met behulp van vrijwilligers uit de eigen gemeenschap: de buddy’s. Riek Stienstra, destijds directeur, introduceert in 1984 deze uit San Francisco afkomstige werkwijze in Nederland.

Tekst: Jacqueline JMM Janssen
Foto’s: Cobie Groenendijk

Het Amerikaans/Nederlandse model wordt over de hele wereld overgenomen. Schorer met 40 medewerkers (+ 160 buddy’s) groeit uit tot de grootste gezondheidsinstelling voor lesbische vrouwen en homomannen in Europa. Koningin Beatrix oriënteert zich op wat er gaande is op het gebied van HIV in Amsterdam. Schorer huist op dat moment in een smal pandje aan de Nieuwendijk. Beatrix is heel verbaasd over deze benepen huisvesting, temeer omdat de stichting zulk belangrijk werk doet. Binnen twee weken wordt het voormalige Fortis bankgebouw in de P.C. Hooftstraat voor Schorer bestemd.

Na het vertrek van Stienstra treedt Ferdinand Strijthagen aan. Er zijn dan al verschillende problemen gaande. Hij reorganiseert en wil commerciëler werken. Van de nadruk op inhoud verschuift het accent naar vorm. De stopzetting van de subsidie in 2012 gebeurt niet van de een op de andere dag, maar er ligt geen plan B of C klaar. Een faillissement per 1 april 2012 is onvermijdelijk. Josee Rothuizen (1946), algemeen bestuurslid van Roze Buddyzorg sinds 2021, werkt van 1991-2004 bij de Schorerstichting als hulpverlener, projectleider en consultant. “Ik kon me niet vinden in de aanpak en het beleid van Strijthagen en ben daarom in 2004 vertrokken.”

Definitief op slot
Binnen de groep buddy’s van de Schorer heerst ongeloof. Hoe kan het zijn dat een succesvol kenniscentrum als Schorer moet stoppen? Voorafgaand aan het faillissement richt een groep van tien vrijwilligers Stichting Roze Buddyzorg Amsterdam op, om de begeleiding van zieke en sociaal geïsoleerde lhbti+’ers veilig te stellen. Tachtig buddy’s sluiten zich hierbij aan. De Regenboog Groep neemt een ander deel van de buddyzorg over onder de naam Rainbow Buddy Support, specifiek gericht op lhbti+’ers met psychische problemen. Op de valreep wordt de cliëntenlijst voor buddyzorg uit de boedel ontfutselt. Henriët Ooms neemt nog snel wat opschrijfboekjes mee. Achter haar rug doet de curator de deur definitief op slot.

Buiten je eigen bubbel
Henriët Ooms (1966), voorzitter van het bestuur, is actief in de buddyzorg sinds 1997. In een crisisperiode: werk, partner en huis kwijt, gaat zij op zoek naar betekenis en structuur om weer grond onder de voeten te krijgen. Tegelijkertijd ervaart zij hoe een slechte medische uitslag soms bijzondere reacties bij anderen oproept. Men wil ‘voor jou gaan denken’ en er ontstaat ‘buitensluiting’. Dit is haar motivatie om zich in te zetten voor mensen met HIV/Aids door middel van buddywerk. Er ontstaat een sociaal netwerk van buddy’s met grote onderlinge acceptatie en veel plezier – ook om de verbinding van Henriët als heterovrouw aan de homoman.

Henriët, in haar dagelijkse leven floormanager van de facilitaire dienst van het AMC, woont op IJburg en heeft twee dochters. “Ik ben zó gemotiveerd voor dit werk dat ik gerust op zondagavond een paar telefoontjes pleeg als er acuut iets opgelost moet worden. Wat zo geweldig leuk is aan dit werk, is dat je mensen buiten je eigen bubbel ontmoet en dat dat heel interessant en verrijkend kan zijn.”

Een ontzettende drive om dóór te gaan
Roze Buddyzorg is een principieel onbetaalde praktijkorganisatie van vrijwilligers. Vanuit de community vóór de community. Er zijn nu bijna 50 buddy’s actief. 80% van de cliënten is man en dat geldt ook voor de buddy’s. Het merendeel is 50+.

Buddywerk is ‘relatiewerk’: als je kwetsbaar bent is aandacht extra belangrijk. Kern van het werk is ondersteuning en gezelschap, maar geen persoonlijke relatie. Aankomende buddy’s worden o.a. getraind in hoe je op een goede manier grenzen aan kunt geven. Desalniettemin kan er een speciale band ontstaan. In principe is er éénmaal per twee weken contact. Als buddy hoef je je niet voor langere tijd aan een cliënt te verbinden. Na één jaar is er ruimte om te stoppen.

Joost Davidse (1960), secretaris en penningmeester van het bestuur, sinds de start betrokken bij Roze Buddyzorg, is coördinator Mentorschap en woont in Utrecht. “Eigenlijk is het onvoorstelbaar dat we al zó lang en zó effectief dit werk op geheel vrijwillige basis doen. Ik voel wel van tijd tot tijd de druk om áán te blijven – je kunt natuurlijk niet zomaar opstappen. Ik voel me moreel verantwoordelijk en ik denk dat ik iets wezenlijks toevoeg aan de samenleving. Door het belang van ons werk ervaar ik een ontzettende drive om dóór te gaan. Eigenlijk ben ik een VOS-er: een Vrijwilliger Op een Sleutelpositie.”

Symposium van 18 sept 2022:

De cliëntengroep bestaat vooral uit oudere mannen  en de meeste buddy’s (M) zijn zelf ook op leeftijd. In de buddygroep èn in de cliëntengroep worden nu nog te weinig vrouwen, jongeren, mensen van kleur en transgenders bereikt. De lhbti+ doelgroep is meer divers geworden en vraagt om een groter team om een betere aansluiting te maken. Wie echt zorg nodig heeft, maakt aanspraak op professionele zorg. RBA is gericht op mensen uit de lhbti+ gemeenschap die te weinig sociaal netwerk hebben. Een buddy levert geen fysieke zorg en regelt geen zaken voor de cliënt, maar geeft aandacht en sluit aan bij activiteiten voor de cliënt. Cliënten die meer nodig hebben dan sociale aandacht, kunnen bij het buddyproject van de Regenboog terecht, waar een professioneel team op de achtergrond steun geeft. “Kennis van dementie op peil brengen is van belang om beter met moeilijk gedrag van cliënten om te kunnen gaan” (Uit: lezing van Rob van Dam, borgbestuurder).

Druk op mantelzorg èn op buddyzorg gaat toenemen
Door de vergrijzing wordt al langer een zorginfarct aangekondigd. De druk op mantelzorg zal toenemen en daarmee ook op aanvullende vrijwillige zorg. Wanneer verwijst RBA door of werkt zij samen met mantelzorg en professionele zorg? In de vergrijzende lhbti+ doelgroep zullen meer mensen overlijden. Niet iedere oudere heeft nog naasten voor een goede afronding van het leven. Dit zou een mooie rol kunnen zijn voor RBA. Het past goed bij vrijwillige inzet, ook omdat de gevraagde inspanning tijdelijk is.

Spanningsveld buddyzorg en professionele zorg
Jens Ramdor, buddy, heeft recent een crisis meegemaakt met zijn cliënt. Er dreigde een psychose. Wat wel en wat niet te doen? “Het was vooral lastig om ‘nee’ te zeggen. Het is doorslaggevend, dat er een organisatie achter je staat.” Jens ziet palliatieve zorg als een uitbreiding. Karin Pool, longarts en palliatief specialist, ontmoet regelmatig eenzame patiënten. De kern van palliatieve zorg is kwaliteit van leven verhogen. Op fysiek, emotioneel, sociaal en spiritueel terrein. “Hoe empathisch ik me ook opstel, als specialist blijft er afstand tot de patiënt. Er is sprake is van afhankelijkheid. Een buddy heeft een gelijkwaardige relatie en kan in de breedte meer betekenen.” Karin wil zich inzetten voor een betere aansluiting tussen het ziekenhuis en RBA. Deskundigheidsbevordering van buddy’s rondom palliatieve zorg is noodzakelijk.

Henriët Ooms signaleert dat er grensgebieden zijn tussen de inzet van de buddy en de behulpzame buurvrouw, maar ook tussen de inzet van de buddy en het werk van de verzorgende in een verzorgingshuis. Wanneer gaat het goed en waar kan het beter? Vanuit de HIV/Aids-achtergrond is bij RBA is al ervaring in huis is met palliatieve zorg. Het is een goed idee om specialismen uit te bouwen. Zij pleit ervoor om uit de professionele zorg te blijven.

Wat motiveert vrijwilligers en wat kan RBA hierop bieden?
De waardering van de cliënt wordt door aanwezige buddy’s genoemd als belangrijkste motor voor persoonlijke motivatie. Door Covid zijn er een hele periode geen live bijeenkomsten in RBA-verband geweest maar moest alles digitaal. Intervisiebijeenkomsten zijn gecanceld. Men geeft aan onderling contact en intervisie belangrijk te vinden. Het geeft persoonlijke erkenning en het gevoel van dankbaarheid is belangrijk. Fysieke bijeenkomsten vinden sinds driekwart jaar weer plaats.

Roze Stadsdorp als toeleverancier van vrouwelijke buddy’s?
Door een roze legaat, verworven in 2015, bestaat er een goede financiële buffer. Recent komt er nieuwe aanwas van buddy’s, ook jongere, en van cliënten. Meestal worden mannelijke buddy’s aan mannelijke cliënten gekoppeld en vrouwelijke aan vrouwelijke cliënten. Wellicht kan het netwerk van Roze Stadsdorp Amsterdam het aantal vrouwelijke buddy’s en cliënten opkrikken? Roze Buddyzorg Amsterdam laat zeker de behoefte en noodzaak van een dergelijke voorziening voor lhbti+’ers zien.

 Suggesties voor uitbreiding en vergroten van diversiteit.
Er bestaat veel enthousiasme om samen te werken met Roze Stadsdorp Amsterdam ( RSA). Bijvoorbeeld een vaste plaats op de website en in de Nieuwsbrief Flamingo, samenwerken met RSA of een andere lhbti+-vrijwilligers club om een professionele PR op te zetten, doorgaan met het vertellen van persoonlijke verhalen. Het interview van Dolly Bellefleur met Hanneke Hurkmans en haar buddy op de website van RBA is een goed voorbeeld.

Interesse in een rol als buddy?
Ga naar de website. Daar kun je ook het interview zien van Dolly Bellefleur met Hanneke Hurkmans (cliënt) en Jan (buddy) en het Jaarverslag 2021 van Stichting Roze Buddyzorg Amsterdam lezen.

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.