Nederland blijft steken op de 14e plek in Europa van landen die lhbti+ mensenrechten goed hebben geregeld. Dat blijkt uit de Rainbow Europe Index van de Europese lhbti+ mensenrechtenorganisatie ILGA-Europe die op 15 mei verscheen. Vorig jaar eindigde Nederland ook al op deze plaats. Nederlandse lhbti+ belangenorganisaties vinden de stilstand zorgwekkend en willen dat een nieuw kabinet voor verbetering zorgt.
Tekst: persbericht COC Nederland
‘Iedereen in Nederland moet veilig en zichtbaar zichzelf kunnen zijn, wat ook je seksuele oriëntatie, geslachtskenmerken, genderidentiteit of genderexpressie is,’ aldus COC Nederland, de Nederlandse organisatie voor seksediversiteit NNID, Transgender Netwerk en Bi+ Nederland in een reactie. ‘Wat ook de samenstelling van een nieuw kabinet wordt, ze hebben een dure plicht om te zorgen dat de mensenrechten van lhbti+ personen in Nederland beter worden gewaarborgd.’
meer maatregelen, hogere straffen
De vier organisaties pleiten onder meer voor maatregelen tegen discriminatie en geweld. Zo zouden er hogere wettelijke straffen moeten komen op geweld met een discriminerende achtergrond. Er zou bijzondere aandacht moeten zijn voor mensen die te maken hebben met een combinatie (intersectie) van discriminatievormen. Bijvoorbeeld omdat ze transgender en van kleur zijn.
Ook willen COC, Bi+, NNID en Transgender Netwerk dat er een verbod komt op medisch niet-noodzakelijke behandelingen van intersekse kinderen, die zonder hun expliciete en goed geïnformeerde goedkeuring plaatsvinden. Verder willen de organisaties dat wijziging van de officiële geslachtsvermelding voor transgender en non-binaire personen gebaseerd wordt op zelfbeschikking.
andere landen
Andere Europese landen slaagden er afgelopen jaar wél in om de mensenrechten van lhbti+ personen te verbeteren. Zo werd in Duitsland wijziging van de officiële
geslachtsvermelding voor trans- en non-binaire personen gebaseerd op zelfbeschikking en kwamen er hogere wettelijke straffen op geweld met een discriminerende achtergrond. Duitsland passeerde Nederland en steeg van de 15e (2023) naar de 10e (2024) plaats op de Rainbow Index.
Nederland boekte afgelopen jaar alleen vooruitgang bij bloeddonatie: op aandringen van COC Nederland kwam er in 2024 een einde aan decennia van discriminatie van homo- en bi+ mannen. Voor ILGA Europe was deze ontwikkeling echter niet genoeg en zodoende belandde Nederland alsnog op de 14e plek qua LHBTI+ mensenrechten.
stilstand
Ook ILGA-Europe is bezorgd over de stilstand op het gebied van wetgeving in veel Europese landen. De organisatie noemt die gevaarlijk, want juist daardoor wordt het voor conservatieve nieuwe regeringen eenvoudig om mensenrechten van lhbti+ personen te ondermijnen.
Malta voert ook dit jaar weer ILGA’s Rainbow Index weer aan. De eilandstaat wordt gevolgd door IJsland op de tweede en België op de derde plaats. Zowel België als IJsland voerden afgelopen jaar bijvoorbeeld een wettelijk verbod in op zogenaamde conversiehandelingen (‘lhbti+ genezing’). Dat is iets waar de Nederlandse lhbti+ organisaties ook al lang voor pleiten.
De mensenrechten van lhbti+ personen zijn in Europa volgens de Rainbow Index het slechtst geregeld in Rusland, Azerbeidzjan en Turkije.
fra onderzoek
De Rainbow Europe Index meet hoe Europese landen presteren op het gebied van wetgeving en beleid. Op 14 mei verscheen ook nieuw onderzoek van het Mensenrechtenagentschap van de EU (FRA). Daarin kijken de onderzoekers naar de acceptatie van lhbti+ personen in de EU.
Uit het FRA-onderzoek blijkt onder meer dat bijna twee derde (62%) van de lhbti+ personen in de EU te maken krijgen met online lhbti+ haat. Ruim de helft (54%) kreeg het afgelopen jaar te maken met pesterijen. Ook steeg de groep die de afgelopen 5 jaar te maken kreeg met fysiek geweld van 11 % in 2019 naar 14 % in 2023. De geweldscijfers liggen het hoogst onder intersekse personen (34%), trans vrouwen (29%) en trans mannen (23%).