Gaykrant interviewde een sociaalliberaal in hart en nieren: Europarlementariër Samira Rafaela (34). Ze wordt gekenmerkt door een sterk rechtvaardigheidsgevoel en een ontzettende gedrevenheid in haar strijd tegen discriminatie en ongelijkheid. Gaykrant ging met haar in gesprek over haar partij D66, Europese anti-genderbewegingen en de houding van de Italiaanse regering ten opzichte van meeroudergezinnen en haar hoogtepunt van de afgelopen jaren: de erkenning van intersectionele discriminatie. Hierdoor is ook Samira Rafaela onze vrouw in de EU.
Tekst: Mart Bornebroek
U werkte eerst samen met Sophie in ’t Veld, nu doet u het alleen. Kwam haar vertrek als een klap?
“Ik doe het nu alleen inderdaad, ik ben nog steeds Europarlementariër namens D66. We zaten tot voor kort met zijn tweeën, maar alles is opgepakt en waar nodig draaiende gehouden. En ik hoop uiteraard dat D66 volgend jaar alle werkzaamheden uiteindelijk weer met een groter team kan voortzetten. Het vertrek van Sophie was voor een groot deel van de partij een verrassing, ook voor mij. Ik betreur het enorm dat het op deze manier is gegaan.”
Sociaalliberaal in hart en nieren
Ik zie dat u een paars jasje aan heeft, een mooie kleur. U dacht niet: ik ga mee naar Volt?
Rafaela begint te lachen. “Ik heb wel een paars jasje aan, maar nee. Ik ben een sociaalliberaal in hart en nieren. Ik ben een D66’er en zeg altijd: als ik D66 zou verlaten, dan verlaat ik de politiek. Ik ben daarvoor te loyaal ingesteld om zomaar naar een andere partij te gaan. Ik ben al lid van de partij sinds 2012 en was daarvoor ook al actief. Eerst bij de Jonge Democraten, waar ik mij met Jorian van Schagen (nu landelijk voorzitter van Pride66) heb ingezet om de eerste Jonge Democraten / D66 Pride-boot te organiseren. Ik heb mijn hele leven nog nooit anders dan D66 gestemd.
“als ik D66 zou verlaten, dan verlaat ik de politiek.”
niet makkelijk
Maar de partij heeft het u niet bepaald makkelijk gemaakt de afgelopen tijd. Denk hierbij aan de beschuldigingen richting uw adres en het feit dat het partijbestuur van D66 de fout in ging wat betreft de informele waarschuwing, wat later uitgelegd werd als enkel een uitnodiging voor een gesprek, richting u als persoon.
“Het is een moeilijke tijd voor me geweest, daar maak ik geen geheim van. Het had beter gekund. Daar heb ik niet alleen last van, maar iedereen die erbij betrokken was. Ik heb er toen weloverwogen voor gekozen om kandidaat-lijsttrekker te zijn, onder andere na gesprekken met partijgenoot en kandidaat-Europarlementariër Bart Lauwen. Dat heb ik gedaan vanuit een hele lastige situatie, maar ik heb besloten om er lering uit te trekken. Zowel voor mezelf als over mezelf. Want als je leiderschap ambieert, dan zul je jezelf moeten afvragen: waarom ben ik in deze situatie terecht gekomen? En wat kan ik doen om bepaalde dingen in de toekomst te voorkomen? Na het beantwoorden van deze vragen heb ik besloten me kandidaat te stellen.”
Leerproces
Heeft u ook het idee dat de partij lerende is ten opzichte van u?
“Een terechte vraag en ook een vraag die ik zelf heel belangrijk vond. Ik moet naar mezelf kijken, maar de anderen die hierbij betrokken zijn ook. De partij is heel groot, dus het is belangrijk om genuanceerd te praten over wie of wat ‘de partij’ precies is. Maar de conclusie is dat we veel van elkaar hebben geleerd. En dat er in de toekomst andere keuzes gemaakt gaan worden om dit soort situaties goed op te lossen. Het was een leerproces..”
Dus dat vertrouwen is er wel?
“Ik kan op dit moment spreken van vertrouwen. “Per dag kijk ik hoe mijn omgeving en de partij reageren op mijn keuzes en mijn visie. Op de nieuwe stijl die ik wil introduceren in de politiek. Die nieuwe visie kan natuurlijk weerstand oproepen. Ik denk dat ik per definitie een politica ben die dingen anders doet. Dat gaat gepaard met kritische vragen en reacties. Het is ook een beetje de aard van het beestje.”
nieuwe stijl
Zou u iets meer kunnen vertellen over die nieuwe stijl?
“Ik ben op dit moment druk bezig met “Representing Europe”. Een online platform wat we ook zeker na de verkiezingen veel actueler willen maken. We willen op een creatieve, toegankelijke manier mensen informeren over wat er speelt in Brussel. Daarnaast ben ik druk met mijn voorlichtingscampagne “Europa naar de straat!” (www.europanaardestraat.nl), om Europa en de burger dichter bij elkaar te brengen.
“Dat vind ik lastig, om met dat specifieke aspect van mijn werk om te gaan.”
De inhoud vind ik belangrijk, ik hoop dat ik dat laat zien door de initiatieven die ik inbreng. Al snap ik heel goed waar jullie eerdere vragen over ruis en rumoer richting mij als persoon vandaan komen. Het is ook een beetje het karakter van de omgeving waarbinnen ik werk. Je wordt als politicus nu eenmaal beoordeelt op wie je bent en hoe je het doet. Daar ontkom je niet aan, zeker niet in de huidige tijdsgeest met social media, waarbij publieke veroordeling ook vaker voorkomt. Dat vind ik lastig, om met dat specifieke aspect van mijn werk om te gaan.”
moed en ambitie
Als u zich voornamelijk wilt focussen op de inhoud en klaar bent met de eventuele publieke veroordeling, vind ik het toch bijzonder dat je je toentertijd als kandidaat-lijsttrekker hebt gekandideerd. Een prominente rol…
“Ik vind dat niet zo bijzonder. Ik vind het horen bij de nieuwe generatie die ambitie toont en die dat ook durft. Je moet ook wel de moed tonen om ergens te komen. Ik wil graag aan de grote Europese uitdagingen werken: klimaataanpak, democratie, de rechtsstaat… Op dit moment ben ik druk bezig met kwesties die betrekking hebben op landen en organisaties die de fundamenten van onze democratie en de rechtsstaat ondermijnen, evenals met zaken die te maken hebben met anti-genderbewegingen en haat jegens transgenderpersonen. En kijk wat er nu in Italië gebeurt. , dat zijn nog maar paar voorbeelden. Vrouwenrechten, in het bijzonder het recht op abortus. Ik ben nog niet klaar met dat soort grote uitdagingen.”
LHBTI+ HAAT IN de lidstaten en instituties
U refereerde al naar een aantal grote uitdagingen gerelateerd aan de LHBTI+-gemeenschap. Hoe kijkt u vanuit Europa aan tegen de haat naar de regenbooggemeenschap?
“Heel zorgwekkend. Er is een reden waarom ik me bezig houd met de anti-genderbewegingen. Ik heb nogal forse uitspraken gedaan, waar heel veel boosheid over ontstond. Wierd Duk en Geert Wilders gingen ermee aan de haal. Ik heb gezegd dat ik vind dat de anti-gender lobby niet thuishoort binnen onze democratische instellingen.
Zij vinden dat ik daarmee vrijheid van meningsuiting schend. Ik zeg van niet. Want onder het mom van vrijheid van meningsuiting mag je anderen niet in gevaar brengen. Ik maak het letterlijk zelf mee binnen het Europees Parlement dat extreemrechtse en ultraconservatieve politici anti-transgendertaal uitslaan. Consistent spreken ze over biologische mannen en vrouwen. Voor de zomer liep een debat zo uit de hand, dat ik en twee andere Europarlementariërs Metsola [Roberta Metsola, huidig voorzitter van het Europees Parlement, Red.] hebben opgeroepen om nu echt strengere maatregels te nemen tegen hate speech.
“Zij vinden dat ik daarmee vrijheid van meningsuiting schend. Ik zeg van niet.”
We hebben er laatst ook een gesprek op haar kantoor over gehad, want er moeten ook meer interne strafmaatregelen komen. Ik noem maar gewoon voorbeelden waaruit blijkt dat zelfs binnen onze democratische instellingen de haat tegen de regenbooggemeenschap aanwezig is. Met name als het gaat om transgenders maak ik me daar extreem veel zorgen over. Kijk ook naar Meloni [Giorgia Meloni, huidig premier van Italië, Red.], wat ze nu doet in Italië.”
Kunt u een voorbeeld noemen van een interne strafmaatregel die zou kunnen worden ingevoerd?
“Er kan gekozen worden om een Europarlementariër het recht ontnemen om een bepaalde tijd niet aan debatten en stemmingen mee te laten doen, voor het geven van een financiële boete of een deel van het salaris inhouden. Blijkbaar kun je er niet vanuit gaan dat men met een eerlijk geweten over rapporten stemt. Voor velen zal het ver gaan, maar mijn punt is dat je afschrikwekkende maatregelen moet nemen om ervoor te zorgen dat mensen echt respectvol debatteren.
Als ik het naar buiten toe trek, richting lidstaten zoals Polen en Hongarije. Waar ik me aan erger is dat de Europese Commissie het gewoon niet aandurft om forse strafmaatregelen te nemen tegen dit soort landen. Denk aan inbreukprocedures. We roepen vaak: ontneem het stemrecht van dit soort lidstaten. Maar uiteindelijk doen we dat niet. En hoe vaak komt het tot een rechtszaak? Er wordt een waarschuwend vingertje opgestoken met een zogenoemde inbreukprocedure, maar ook dat wordt niet doorgezet.
We hebben nu gelukkig wel het zogenoemde rechtsstaatmechanisme. Dat is echt een parel van de liberalen waar we heel trots op zijn. Het rechtsstaatmechanisme in de EU-begroting moet het mogelijk maken om fondsen, geld en subsidies af te nemen van dit lidstaten die de rechtsstaat afbreken. Daarbij kun je denken aan lidstaten die zich schuldig maken aan het instellen van LHBTI-vrije zones of lidstaten die het onderwijs dusdanig willen beïnvloeden dat er in de schoolboeken niks mag staan over seksuele minderheden of gendervraagstukken”.
Europese competentie
“Dit is het uithollen van de rechtsstaat. Het is het verval van de democratische rechtsstaat.”
De nieuwe Italiaanse premier Meloni heeft de aanval ingezet op de LHBTI+-gemeenschap door onder andere een wet in te voeren die het voor niet-heterostellen moeilijker maakt om de niet-biologische ouder wettelijk te later erkennen. Valt deze wet in hetzelfde straatje als de voorbeelden die u net noemde?
“Absoluut. Dit is het uithollen van de rechtsstaat. Het is het verval van de democratische rechtsstaat. Wat problematisch is van ouderschapserkenning is dat het buiten de competenties van de EU valt. Dat betekent dat er geen beleid op Europees niveau over mag worden gemaakt. Dat is ook de reden dat Meloni haar gang kan gaan.
Waar de discussie de komende tijd over moet gaan is dat er grensoverschrijdende erkenning van ouderschap krijgen in Europa. Er liggen een aantal uitspraken van het Europese Hof, maar de realiteit is dat het een geen Europese competentie is. Wat er nu in Italië is gebeurd geeft aanleiding om erover te debatteren de komende tijd.”
Recht op gezinsleven
Is Italië niet gewoon gebonden aan het Recht op gezinsleven volgens Art. 9 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie? Kunnen de Italiaanse ouders daar geen hoop uit putten?
“Als we kijken naar hoe er in Europese verdragen definitie is gegeven aan zaken zoals gendergelijkheid , dan zien we dat deze definities gebaseerd zijn op normen die de boventoon voerden toen de verdragen ontstonden. Daarom: als je meer gelijkheid wilt bereiken in Europa, dan zul je naar een wijziging van de EU-verdragen moeten gaan. Daarbij gaat het dan niet alleen over besluitvorming van de Raad van de Europese Unie, maar ook over het woordelijk veranderen van de EU-verdragen .
Ik ben bijvoorbeeld nu heel erg aan het pleiten om het recht op abortus in onze EU-verdragen te krijgen. En voor de eerste keer in de geschiedenis van EU-wetgeving heb ik in mijn wet over loontransparantie ook erkenning gekregen voor non-binaire werknemers . Dus op het moment dat het gaat over salarisdiscriminatie, dan staan non-binaire werknemers ook sterker in Europa, door deze wet. Wat je wilt is dat het de wetgeving sterker en beter wordt voor mensen. En dan kom je aan op het niveau van de EU-verdragen.
Op het moment dat je op de interpretatie van het Recht op gezinsleven komt en je zit dan in debat met Hongaarse conservatieven; die hebben een heel ander idee over gezinsleven en de vraag wat de familie precies is. Dan komen allerlei termen zoals ‘traditional family’ enzovoorts voorbij. Dat is de lastigheid waar we nu mee te maken hebben in Europa.”
Dus er zou een specificering nodig zijn?
“Absoluut. We moeten specificeren waar de hedendaagse term gender over gaat, want over wie gaat gendergelijkheid? Over wie of wat gaat het recht op gezinsleven?”
Dat zou toch snel te regelen kunnen zijn. Een kleine wijziging zodat het Recht op gezinsleven bijvoorbeeld weer toepasbaar is op een grotere groep mensen?
“Ik pleit heel erg voor die wijziging, maar meerouderschap en de erkenning daarvan ligt nog bij de lidstaten zelf. Daardoor zie je dus dat landen als Polen, Hongarije, maar ook Italië bijvoorbeeld nu volledig hun eigen gang kunnen gaan. Het is aan de lidstaten zelf om op een gegeven moment ook binnen de Raad te zeggen: ‘wij willen dit met een kopgroep van lidstaten agenderen’.
Ik vind dat nationale parlementen daar een hele rol in spelen door aan te dringen richting hun Europarlementariërs om dit in de Europese Raad op de agenda te krijgen. Wij moeten dit zelf ook doen. En je hebt een commissie nodig die niet schroomt om tegen dat soort conservatieve landen in durft te gaan. Een commissie die dat soort onderwerpen durft te agenderen richting de Raad. Ik zal daar uitdrukkelijk op letten wanneer we een nieuwe Eurocommissaris voor deze thematiek moeten kiezen.”
actie!
U had het eerder over het feit dat er vaak een afkeurend vingertje wordt opgestoken, maar dat er minder vaak wordt overgegaan op actie richting lidstaten die de rechtsstaat afbreken. Na Polen en Hongarije is het nu Italië die de rechtsstaat – en dan quote ik u – “begint uit te hollen”. Italië heeft een andere positie in Europa dan Polen en Hongarije. Denkt u dat er nu misschien sneller wordt overgegaan tot daadwerkelijke actie, of ziet u het somber in?
“Ik zie het helaas somber in. Ik had een veel krachtigere reactie verwacht vanuit de Europese Commissie en vanuit de Raad. Het wordt afgedaan met de opmerking dat het nu eenmaal een competentie is van de lidstaten, dat de lidstaten daar dus zelf overgaan. Dit merkte ik ook tijdens mijn strijd voor het recht op abortus. Daardoor ben ik op het idee gekomen om het dan maar via verdragen te gaan regelen. Mijn oplossing voor de lange termijn zit in het het beter uitwerken van EU-verdragen, zodat de commissie er niet meer aan ontkomt.
“Ik vraag me af wat er nog meer moet gebeuren voor men wakker wordt.”
Ik vind dat het veel te stil is gebleven naar aanleiding van de keuzes in Italië. Niet vanuit het Europees Parlement, maar zeker wel vanuit de Commissie en de Raad. Ik vraag me af wat er nog meer moet gebeuren voor men wakker wordt. De cijfers zijn zo duidelijk als het gaat om haat tegen de LHBTI+-gemeenschap en over hoe transgendermensen in onze samenleving worden behandeld. Dat maakt mij triest. Daarom denk ik ook dat het belangrijk is dat we een goede vertegenwoordiging van de LHBTI+ gemeenschap in de politiek nodig hebben.
Als ik zie hoe mijn college Lisa van Ginniken in de Tweede Kamer online, maar ook offline is behandeld. Wat zij allemaal heeft moeten doorstaan de afgelopen jaren… Ik zie haar graag terug in de Kamer. Ze heeft in zo’n korte tijd zo veel betekent voor de emancipatie van de transgendergemeenschap. En niet alleen in Nederland, maar ook in Europa. Mensen kennen Lisa. Ze mocht laatst nog spreken bij ALDE. Ik zie hoe belangrijk die representatie is. Ik kan erover meepraten als je niet de norm bent bijvoorbeeld in een politieke omgeving. Dan worden de voor jou relevante vragen ook niet gesteld. Dan gaat het beleid ook niet zo snel over jouw gemeenschap. Daarom is het wel heel belangrijk dat we een zo breed mogelijke representatie van allerlei groepen in onze samenleving hebben
inhoud versus toon
U heeft ooit zelf gezegd: “Wanneer mensen die ondervertegenwoordigd zijn het woord nemen en aan tafel gaan zitten, dan wordt er niks meer van de inhoud gevonden; maar alleen nog van de toon.”
“Dat is wat ik regelmatig merk. Als je opvalt binnen een omgeving, dan hebben mensen de neiging om te kijken naar de hele manier waarop je dingen doet. Ik krijg ook heel vaak opmerkingen: “Ben je geïrriteerd? Ben je weer boos?”, dat soort dingen. Volgens mij toen Lisa (van Ginniken) terecht klaagde over dat de transgenderwet controversieel werd verklaard, toen ging van der Staaij (SGP) daarop in door te zeggen dat het een overemotionele reactie was. Waar heb je het over, man? Zij is welbespraakt en doet het goed in haar presentatie. Ze heeft gewoon heel goed, feitelijk en kalm uiteengezet waarom je zo’n transgenderwet no way controversieel verklaard wilt hebben. Juist niet in deze tijd waarin extra bescherming voor transgendermensen zo belangrijk is. En dan zeggen dat ze overemotioneel is…
“Soms ben ik dan blij dat er geen ’transgender-collega’s bij zitten. Gewoon omdat ik het ze niet aan wil doen.”
Zo worden mensen die niet de norm zijn heel vaak weggezet. Dat is makkelijk, een afleidingsmanoeuvre. Het is intimiderend, je kan je vinger er niet altijd opleggen hoe mensen dingen bedoelen, maar je voelt aan je water dat dingen niet goed zitten. Als ik dan soms hoor wat er in het politieke debat over de LHTBI+ gemeenschap wordt gezegd, dan denk ik: “Jeetje…” Soms ben ik dan blij dat er geen ’transgender-collega’s bij zitten. Gewoon omdat ik het ze niet aan wil doen. Soms wil ik ook niet posten of zeggen wat er is gebeurd of gezegd, omdat ik me dan zo schuldig voel over wat er door anderen is gezegd tijdens een debat. Ik doe het uiteraard soms wel, want ik moet de samenleving wijzen op het feit dat het gebeurt. Maar ik schaam me soms diep.”
tegenwicht bieden
Wat is volgens u de meest juiste manier om dat soort conservatieve uitspraken te pareren?
“Educatie staat op één. Maar je ziet dat daar nu juist in Hongarije een stokje voor wordt gestoken. Maar ook de media, het wordt in dat land voorkomen dat je uiting geeft over welke identiteit je hebt of zou willen hebben.. Daarom is het nodig dat echte progressieve, sociale geluiden in het Europees Parlement zitten om daar tegenwicht aan te bieden.
Maar we zullen ook aan nieuwe wetgeving moeten blijven werken. Als we merken dat de conservatieven niet stoppen, dan moeten wij ook weer met stappen komen. Dat is bijvoorbeeld ook waarom we via allerlei soorten wetgeving kijken hoe we continu de rechten van de LHBTI+ gemeenschap kunnen versterken. Bijvoorbeeld in mijn wet over loontransparantie. We zijn constant bezig om te zorgen dat we die rechten mainstreamen.
Zij doen het omgekeerde. De European People’s Party (EPP) en de European Conservatives and Reformists Group (ECR) maken er een sport van om letterlijk het woord gender overal uit te slopen: uit elke resolutie, uit elke nieuwe wet… Wij doen het omgekeerde: overal waar het kan stoppen we de termen erin. Zo moet je te werk gaan.”
Klinkt als een kwestie van de lange adem? |
Samira lacht. “Daar ben ik een wetgever voor. Dat zijn lange processen en daar moet je veel geduld voor hebben. Want je zult niet de volgende dag het resultaat zien. Maar als je het resultaat ziet, bijvoorbeeld wanneer non-binaire werknemers voor de eerste keer in EU-wetgeving worden erkend, nou dan heb je ook echt iets te pakken.”
HOOGTEPUNT
Was dat het hoogtepunt de afgelopen jaren?
“Voor mij persoonlijk wel. De erkenning van intersectionele discriminatie, waar dus ook de LHBTI+ component inzit en de erkenning van non-binaire werknemers. Ik heb overigens bijna de onderhandelingen op dat punt laten ontploffen uit principes; het was hoog spel. Maar goed, uiteindelijk is het gelukt. Ik ben toen ook wel geëmotioneerd geraakt tijdens mijn slotwoord bij de laatste onderhandelingen.”
Noot van de redactie: Inmiddels is bekend dat Gerben-Jan Gerbrandy is verkozen tot lijsttrekker voor de Europese Parlementsverkiezingen. Samira Rafaela eindigde na Gerbrandy, op de tweede plaats