Minister Ernst Kuipers stelt jaarlijks 1 miljoen extra voor de uitbreiding van PrEP-zorg ter beschikking. Ook wordt de groep mensen die voor PrEP-gebruik in aanmerking komen groter. De eigen bijdrage, die in de huidige pilot nog is vastgesteld op €7,50 voor dertig pillen, gaat ook omhoog. Dat schrijft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in een brief aan de Tweede Kamer.
Op 25 september heeft minister Kuiper de Tweede Kamer via een brief geïnformeerd over zijn voornemen om de PrEP-zorg voort te zetten. Momenteel wordt PrEP nog verstrekt via een tijdelijke regeling. Deze regeling eindigt in augustus 2024.
Kuipers schrijft dat hij wil voldoen aan de motie van Kamerleden Paulusma (D66) en Ellemeet (GroenLinks). Zij riepen de minister vorig jaar oktober op om ‘in kaart te brengen op welke wijze PrEP-zorg in een vorm van reguliere zorg kan landen, passend bij de financiële draagkracht van de doelgroep voor PrEP-zorg’.
EVALUATIE
Bij een eerdere tussentijdse evaluatie constateerde de minister al dat de uitkomsten van de tijdelijke PrEP regeling positief zijn. “In mijn beleidsreactie op deze evaluatie gaf ik aan dat ik voorzichtig concludeerde dat de seinen op groen staan voor het continueren van de PrEP-zorg na afloop van de huidige pilot.” Schrijft Kuipers aan de Kamer. Maar tot grote teleurstelling van vele pleitbezorgers, was Kuipers op dat moment niet bereid om de pilot uit te breiden op basis van die positieve resultaten.
Om tot zijn huidige besluit te komen heeft Kuipers het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) om nog twee onderzoeken gevraagd. Het eerste onderzoek ging over de mogelijkheden om PrEP-zorg na afloop van de pilot structureel door te laten gaan. Het andere onderzoek waar Kuipers om had gevraagd moest inzicht geven in het feitelijke effect van PrEP-gebruik op het aantal HIV-infecties in Nederland.
KOSTENBESPARING
Volgens Kuipers is het aantal HIV-diagnoses in Nederland al langere tijd dalende. Maar door de Covid-pandemie en de afschaling van de SOA- en PrEP-zorg tijdens de lockdowns, is het volgens de minister niet geheel duidelijk of PrEP-zorg ook de laatste twee tot drie jaar een doorslaggevende rol heeft gespeeld bij de afname van HIV-diagnoses.
Wel is volgens Kuipers duidelijk geworden dat voorkomen beter is dan genezen. Of in ieder geval beter voor de Nederlandse portemonnee. Want, zo schrijf de minister in zijn brief: “Uit de resultaten van de kosteneffectiviteitsanalyses blijkt dat het PrEP-programma in de loop van de tijd als kosteneffectief kan worden beschouwd naarmate meer infecties worden voorkomen, wat resulteert in lagere totale HIV-behandelkosten.”
ADVIES
Het RIVM heeft de minister dan ook geadviseerd om PrEP-zorg onder te brengen in dezelfde regeling waarmee de Centra Seksuele Gezondheid (CSG) van de GGD nu al de reguliere SOA-zorg aanbieden. Daarnaast adviseert het RIVM om niet langer een maximum aantal deelnemers in de regeling op te nemen. In plaats daarvan zou het ministerie moeten gaan werken met voorschotten en een prijsplafond voor PrEP-zorg. ‘Dit stimuleert regionaal maatwerk, innovatie en efficiëntie’, aldus het advies van het RIVM aan de minister.
Verder adviseert het RIVM om PrEP op doktersrecept voor te schrijven en dat de gebruiker de kosten voor de medicatie moet betalen. Alleen voor personen die zich geen PrEP-zorg kunnen veroorloven zouden deze niet hoeven te betalen. Een verdere prijsverhoging van PrEP-zorg raden de onderzoekers af. Ook opperen de onderzoekers om te onderzoeken of deze vorm van zorg onder de reguliere zorgverzekering kan vallen.
ANDERE SOA
Tegenstanders van de verstrekking van PrEP suggereren graag dat andere SOA-infecties door PrEP-gebruik toe zullen nemen. Volgens de minister uit zich dat echter niet in de besmettingscijfers. Gebruikers van PrEP worden namelijk op reguliere basis getest, een voorwaarde die aan het gebruik is gekoppeld. Het cliché ‘zoekt en gij zult vinden’ kan daarbij een rol spelen. Wie regelmatig test, kan sneller een diagnose krijgen dan iemand die zich niet of slechts sporadisch laat testen.
“Anderszijds”, zo schrijft Kuipers in zijn brief, “kan het regelmatig testen bij PrEP-gebruik ervoor zorgen dat infecties vroegtijdig worden gediagnosticeerd en behandeld, waardoor verdere transmissie voorkomen wordt.” Met andere woorden: door het testregime dat aan PrEP-gebruik is gekoppeld, kunnen veel besmettingen worden voorkomen. Regelmatig testen vergroot de kans op ontdekking van een SOA-infectie in een vroeg stadium. En daarmee wordt de kans op verdere verspreiding logischerwijs weer kleiner.
kosteneffectief
“Op basis van deze twee studies kan ik concluderen dat PrEP-zorg een belangrijke bijdrage levert aan het tegengaan van HIV en de ambitie om Nederland naar 0 nieuwe HIV-besmettingen te brengen. PrEP is ook in de Nederlandse context aantoonbaar effectief en op de langere termijn kosteneffectief.” Schrijft de minister in zijn brief. Hij wil dat “iedereen die een hoger risico loopt op een HIV-besmetting kan kiezen om zichzelf te beschermen door PrEP te slikken.”
Aan die keuze hangt wel een prijskaartje. Volgens de huidige regeling betalen gebruikers namelijk €7,50 per dertig pillen. Op basis van de resultaten van die regeling schat de minister in dat de prijs bij dagelijks gebruik omhoog moet naar ongeveer dertig euro per maand.
Uitbreiding
Door het breder beschikbaar maken van PrEP komen straks niet alleen mannen die seks hebben met mannen (MSM) en transgender personen met een verhoogd risico op een HIV-infectie in aanmerking. Ook ‘alle andere personen die een substantieel risico op HIV lopen’, kunnen vanaf augustus 2024 in aanmerking komen voor PrEP-zorg.
Hier worden volgens de minister vrouwen of transgender personen die seks hebben met MSM mee bedoeld. Ook mensen die afkomstig zijn uit een land met hoge HIV-infectiecijfers komen vanaf volgend jaar voor PrEP-gebruik in aanmerking. De minister geeft in zijn brief aan dat dit volgens het RIVM ‘waarschijnlijk een kleine groep betreft.’