In het Katholieke arbeidersmilieu van mijn voorouders gold tot in mijn jeugd de opvatting dat Lieden die voor een dubbeltje zijn geboren, nooit een kwartje zullen worden.
Het leven was iets noodlottigs; een Godsgegeven. Dubbeltjes die zichzelf tot kwartjes maakten, werden verstotelingen.
De tijden zijn veranderd. Iedereen mag zijn grensdoorbrekende dromen waarmaken. Gewone mensen worden Notabelen en De Hoge Heren van weleer zijn normale, benaderbare, mensen geworden.
God speelt geen rol meer in onze voorbestemming, de kerken lopen aardig leeg.
Dus men zoekt een andere oorzaak voor ons falen of ons succes.
Sinds een paar decennia zit ‘Het’ in de genen.
Mensen die zeer bevlogen, bekwaam of getalenteerd zijn, hebben altijd wel iemand in de familie die ook erg bedreven was in bekwaam of getalenteerd zijn.
Andersom is het ook een gegeven. Gebrek aan succes reist met de generaties mee. Daar kan geen CITO score tegenop. Laag opgeleid zit al sinds Piet Paaltjens in de familie.
Iemand die dankzij de genen een bepaalde hoeveelheid huidpigment heeft, zal succes kunnen boeken in misdaad, sport of muziek, maar een carrière als politicus of wetenschapper is erg onwaarschijnlijk.
Het zullen je genen maar wezen.
Aangezien alle mensen genen hebben, is iedereen in beginsel ervaringsdeskundig geneticus.
Dat staat op facebook, dus het is waar.
(Als ik het terug kan vinden zal ik het delen op mijn tijdlijn.)
De laatste tijd spreekt een deel van deze ervaringsdeskundigen zich uit inzake Genderdysforie.
Hun these zou je als volgt samen kunnen vatten:
Alle vrouwen zijn vrouwen, behalve vrouwen die niet genetisch vrouw zijn.
Nu maar hopen dat Transfobie is aangeleerd, niet aangeboren.
Carine de Graaf (1961) is van beroep geluidstechnicus. In haar vrije tijd leest ze veel, luistert ze naar muziek en bezoekt ze graag musea. Daarnaast doet ze een deeltijdstudie psychologie. Carine heeft een transgendered achtergrond: in 2010 is ze van man naar vrouw gegaan.