De eerste week van augustus 1998 was het warm in Amsterdam. In alle wijken en buurten liepen schaars geklede mannen en vrouwen; homo’s en lesbo’s domineerden het straatbeeld. Het was nog nooit zo kleurrijk en vrolijk in de stad. En het was, volgens de politie, nog nooit zo druk zonder noemenswaardige incidenten. De stad ademde tolerantie en de agenten flirtten mee.
Een hoop vriendschappen en relaties werden gevormd, een aantal verbroken; een vriendin verloor de hare aan een Amerikaanse. Een hetero die zo ontroerd was door de goede sfeer in de stad en de mannenliefde, deelde rozen uit in de Reguliersdwarsstraat, een jonge man uit Zimbabwe huilde vette tranen op het Rembrandtplein. Hij was bij de Games op uitnodiging, voelde zich voor het eerst gelukkig, maar maakte zich grote zorgen over zijn toekomst. De leernichten in de Warmoesstraat keken minder streng en hun aangelijnde vrienden kregen een aai over de bol.
En dan waren er nog de Games, bodybuilders die hun spieren lieten zien als balletdansers, de kunstrijders op de schaats, komisch en ontroerend op het ijs, namen met deelname het risico dat ze niet meer mee mochten doen in de reguliere competitie. Burgemeester Schelto Patijn sprak er schande van. De zwemmers in Amersfoort, volleybal, ik was overal bij als journalist en voelde me bevoorrecht. Iedereen stond open voor contact.
De stad was nog nooit zo veilig en tolerant, die jongen van de rozen heeft ook de week van zijn leven gehad, maar hoe is het met onze vriend uit Zimbabwe?
Nederland komt hij niet meer in.
Eduard Hoekstra (1956) is barkeeper/entertainer, psycholoog, journalist en schrijver. Hij woont in Amsterdam en heeft twee kinderen. Hij houdt van eilanden, lezen, pittig eten en zwemt elke dag.