Paul de Leeuw | ‘Onder druk ben ik op mijn allerbest’

Paul de Leeuw staat nu alweer enige tijd in het theater met zijn show: 60? We zien wel! In deze theatershow blikt hij terug op zijn carrière met een lach en een traan. Onder andere zijn zonen, zijn bijzondere band met zijn vader en zijn succesvolle carrière komen aan bod. Paul de Leeuw zoals we hem kennen: komisch en puur, en je achterlatend met tranen van het lachen. Gaykrants eenentwintigjarige Nick ging in gesprek met zestigjarige Paul. 

Tekst: Nick Trijssenaar
Foto’s: Annemieke vd Togt

U staat nu weer in het theater, is dit dan toch de plek waar u zich het meest thuis voelt?

Ja dat hangt er een beetje vanaf, ik heb natuurlijk beiden gedaan maar dit is een programma dat ontstond uit een tv-programma dat niet meer doorging: Busje komt zo. Ik zou oorspronkelijk ook maar vijf voorstellingen geven in Rotterdam in het oude Luxor, maar ik dacht: ‘Ik kan ook aan een aantal theaters vragen of ze zin hebben in mij,’ en toen waren er theaters die dat heel leuk vonden omdat ik al wat succesvolle theaterprogramma’s heb gehad. Dus toen heb ik besloten een nieuw theaterprogramma te schrijven. Onder druk. En onder druk ben ik eigenlijk altijd op mijn allerbest.

‘Ik zie nu al dat mijn jongste zoon veel muzikaler is dan ik. En de oudste zoon zal toch echt de culinaire kant op gaan.’

Dus ik sta nu met heel veel plezier met een van mijn beste theaterprogramma’s in het land. Het tv-landschap is nu zo veranderd dat je ook kunt zeggen dat de manier van personality programma’s maken voorbij is, dat er daarom nu op andere programma’s wordt gemikt, meer format-achtige programma’s die gewoon een kop en een staart hebben en een element van talent in zich hebben. Maar ik voel me nu wel heel senang in het theater.

foto: annemieke van der togt

Maar goed, dit gezegd hebbende: ik maak momenteel het programma Over mijn lijk, niet klein te krijgen, dat over levensbedreigend zieke kinderen gaat. Die begeleid ik al een jaar. Dat is natuurlijk een heel ander programma dan wat mensen normaal van mij gewend zijn. Ook buiten de studio, want ik volg die mensen veertien maanden lang. Ook heel leuk om te doen, omdat het totaal iets anders is en ook wel uit mijn comfortzone. Het zijn prachtige verhalen.

Merkt u dat er een groot verschil is tussen de programma’s die u vroeger maakte en die nu nog worden gemaakt, omdat het lijkt alsof we naar een generatie gaan waar steeds minder gezegd of gedaan mag worden?

Dat is nu natuurlijk de discussie: wat kan er wel en wat kan niet? Je moet het denk ik wel een beetje nuanceren. De oudere garde is snel geneigd te zeggen: ‘Je mag niks meer zeggen,’  maar dat is natuurlijk onzin. Jullie zijn een andere generatie waarin andere dingen worden gezegd op een andere manier. Dus het is wel wennen. Ik denk dat ik er redelijk aan gewend ben. Het verschilt ook, want in het theater gaan de deuren dicht en zijn er mensen voor jou gekomen. Televisiekijken doen mensen ook graag om zich aan iets te ergeren.

Nou denk ik niet dat je naar het theater gaat om je aan mij te ergeren, want dat zou zonde van je geld zijn. Dus in het theater kan je ook wat meer zeggen. En ik voel ook wel dat ik sommige opmerkingen die ik in het theater maak niet op tv kan zeggen. Daarom ben ik ook in het theater. Het is wel zo dat ik al zo lang bezig ben dat de mensen het programma dat ik maak wel kennen. Ik begon natuurlijk in de jaren negentig, dertig jaar geleden. Ik zie wel dat mensen voorzichtiger met elkaar omgaan, en soms denk ik: ‘Nou, een klein knuppeltje in een hoenderhok zou nu best lekker zijn’.

U bent openlijk homoseksueel. Hoe was dat aan het begin van uw carrière? En zat er verschil tussen professioneel vlak en persoonlijk vlak?

Ik was 27 of 28 jaar toen mijn carrière startte en je had toen Jos Brink en Albert Mol, maar ik was eigenlijk de eerste die er openlijk geen ‘ding’ van maakte. Ik was gewoon homoseksueel. Ik was natuurlijk ook kwetsbaar. Homo, dik, kalend, dus kwetsbaar.

‘De oudere garde is snel geneigd te zeggen: ‘Je mag niks meer zeggen,’  maar dat is natuurlijk onzin.’

Ik speelde ooit het typetje Bob De Rooij, een soort alter ego. Bob de Rooij was heel erg tegen homo’s. Op een gegeven moment zat ik als Bob de Rooij bij een homostel dat een kind wilde adopteren. Daar was ik als Bob heel erg op tegen. Dus dat was ook heel leuk om te doen, want ik ben natuurlijk gewoon Paul die daar helemaal nooit tegen is geweest.

foto: annemieke van der togt
Heeft u dat ook van huis uit meegekregen? Is het altijd gewoon geaccepteerd?

Eigenlijk hebben mijn ouders het altijd geaccepteerd. En ik had een oom die ook homoseksueel was, dus ik kende het fenomeen wel. Als we bij hem om bezoek gingen, dan zag ik ook van die Franse erotische mannenbladen. Niet echt porno, maar mannen in van die te strakke zwembroekjes. Ik denk wel dat het scheelde dat ik al uit huis was toen ik ervoor uitkwam.

Mijn ouders hadden al geaccepteerd dat ik zelfstandig was en zelf kon rondkomen.  Op zo’n moment kan je het wat gemakkelijker vertellen. Ik denk ook dat de ouders van deze generatie met veel meer acceptatie zijn opgegroeid dan mijn ouders. Het is goed dat we daarin vrijer worden.

Uw jongste zoon begeleidt u in uw theatershow op de piano. Hoopt u dat een van uw zonen in uw voetsporen treedt?

Nee, want zij gaan iets heel anders doen. De oudste is heel culinair en de jongste is met muziek bezig, dus meer een carrière als singer/songwriter. Alleen ze zijn nog heel jong. Ik was 27, 28 jaar toen ik begon en ik ben meer met woorden in de weer. De oudste is ook bezig met woorden en teksten, maar heel anders dan ik. En ik denk ook dat dit een heel andere tijd is. Zij kunnen veel bereiken met social media en ik was echt van de ‘ambachtelijke optredens’.

Als je in Limburg 150 man had staan, hoopte je het jaar daarna dat er 300 kwamen. Dat ging toen nog met advertenties en borden langs de weg. Dat is nu wel heel anders. Het gaat nu heel snel. Je hoeft geen CD uit te brengen maar je hebt aan een track al genoeg. Een hit is een hit. Ik zie nu al dat mijn jongste zoon veel muzikaler is dan ik. En de oudste zoon zal toch echt de culinaire kant op gaan. Je weet natuurlijk nooit waar ze eindigen. Ze zijn allebei creatief, maar niet op dezelfde manier als ik.

***

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.