André van Duin | ‘Wat is er leuker dan gezellig babbelen over humor?’

André van Duin komt op 10 februari met een nieuw zesdelig programma op tv. In ‘Bij Van Duin op de Achterbank’ brengt hij collega-cabaretiers in een luxe oldtimer naar de plek waar ze moeten optreden. Tijdens de rit houdt Van Duin een gesprek met zijn gast. André mocht zijn gasten zelf uitkiezen. Vanaf 10 februari zullen op de achterbank verschijnen: Youp van ’t Hek, Tineke Schouten, Herman Finkers, Brigitte Kaandorp, Peter Pannekoek en Jochem Myjer. ‘Wat is er leuker dan gezellig babbelen over humor?’ zegt André van Duin over het programma. Onze hoofdredacteur weet wel wat nog leuker is, namelijk over humor babbelen met André van Duin zelf.

Redactie: Rick van der Made
Foto: Elvin Boer

Gisteren was het 17 januari. Ik luisterde naar Annemiekes A-lunch op radio 2 en zij vertelde iets over 17 januari 1976. Weet jij wat er toen gebeurde?

Ik heb geen idee.

Je liedje ‘Willempie’ kwam die dag uit.

Oh, wat grappig.

Waarom ik het noem: je bent zelf lang komiek geweest en nu mag je – als éminence grise van het Nederlandse cabaret – andere cabaretiers interviewen. Over de smaak van humor valt niet te twisten.

Nee, dat laatste klopt. Ik ben zelf altijd een theatermens geweest, maar wel in combinatie met tv, radio en muziek maken. Het is mooi om te zien hoe je door je leeftijd naar een soort meta-niveau verschuift: in plaats van het zelf te doen, er met anderen over mogen praten. Ik mocht de zes gasten zelf uitzoeken. Uiteraard ging dat wel in overleg met de redactie – we zochten wel een bepaalde mix van man, vrouw, jong, oud – maar ik had daarin een grote mate van vrijheid. En omdat ik alle gasten persoonlijk ken, ben ik bij ze langsgegaan en heb ze persoonlijk gevraagd mee te doen. Gewoon tijdens een bakkie thee of koffie.

‘Als je een puber op straat naar Wim Kan vraagt, trekt deze waarschijnlijk de wenkbrauwen op. Geen idee over wie je het hebt.’

De opnames zijn inmiddels achter de rug. Het was ontzettend leuk om te doen. We hebben een mooie Rolls Royce die nog van de koningin-moeder van het Verenigd Koninkrijk is geweest, compleet met pluche en lichtjes, en we rijden met al deze glamour naar het theater toe waar de gast die avond moet optreden. Op de achterbank praten we over humor. En de gesprekken worden gelardeerd met fragmenten van wat de gast humor vindt. En dat kan van alles zijn: tv, theater, film. En daardoorheen leer je de gast ook beter kennen, en op een bijzondere manier, omdat het thema humor is.

Je bent zelf heel eerlijk over je privéleven. De dood van Martin, je ziekte, je nieuwe liefde Fernando. Zoek je dat ook in je gesprekspartner op?

Nee, daar is dit programma niet voor bedoeld. Die diepte gaan we niet in, omdat dat ook niet het format van het programma is. Natuurlijk komen er persoonlijke zaken aan bod, maar wel gelieerd aan humor, aan het vak van theatermaker of cabaretier. Het zijn zes heel verschillende mensen met – zoals je al zei – zes verschillende smaken humor. De een vindt die cabaretier leuker dan de ander. Dat is heel persoonlijk. Maar toch hoop ik dat mensen al mijn gasten zullen waarderen om wie ze zijn. En als het programma een succes wordt, willen we zeker nadenken over een vervolg.

Het zijn zes grote namen.

Zeker. Maar ja, als je begint met net beginnende standup comedians, dan vraagt het gros van het publiek zich af wie dat zijn. Vandaar dat we voor de eerste reeks grote namen gekozen hebben. Maar ik sluit niet uit dat in een vervolgreeks minder bekende of opkomende talenten eveneens een plaatsje op de achterbank krijgen. Er is zo ontzettend veel grappig talent.

Wim Sonneveld, Wim Kan, Toon Hermans

De grote drie. Ja, die komen in het programma zeker voorbij.

Wim Sonneveld, Wim Kan, Toon Hermans, André van Duin.

Tja, als je wat ouder wordt, pas je uiteindelijk overal bij. Hermans en Kan waren echte theaterpersoonlijkheden. Zij deden buiten de tv-registraties van hun theaterprogramma’s weinig met tv. Sonneveld was op dat gebied veelzijdiger. Theater, tv, radio. En muziek natuurlijk. Ik denk dat ik qua veelzijdigheid misschien wel in het rijtje pas, ja. En, ach, die drie namen hebben ook met vergankelijkheid te maken, merk ik. Als je een puber op straat naar Wim Kan vraagt, trekt deze waarschijnlijk de wenkbrauwen op. Geen idee over wie je het hebt.

Ik ben in Breda geboren…

Oh, Fernando ook. Al het goede komt uit Breda!

Haha. Dankjewel. Maar waarom ik Breda aanhaal: in 1976 liep ik als achtjarig jongetje op jouw Willempie de polonaise tijdens carnaval. Als iemand mij toen gezegd had dat ik ooit hoofdredacteur van Gaykrant zou worden, had ik met mijn vinger tegen mijn hoofd getikt. Als ze 37 jaar gelden tegen jou hadden gezegd dat jij ooit op de Dam de Vier Mei-toespraak zou mogen houden en dat jij de grootste komieken van Nederland zou mogen interviewen, had je misschien wel hetzelfde gedaan. Tegen je voorhoofd getikt.

Zeker. Dat had ik toen ook niet gedacht. Maar 37 jaar is een lange periode. Je rolt van het ene in het andere. Ik heb geluk gehad in mijn carrière. Ik zeg altijd: het is 50 procent geluk en 50 procent talent. Je kunt het niet alleen. Je moet de juiste mensen tegenkomen, een beetje geholpen worden en, ja, soms een beetje geluk hebben. Als ik Van den Ende en Ferry de Groot niet tegen was gekomen, was het misschien allemaal weer heel anders gelopen in mijn leven, om maar even twee van de vele namen te noemen. De mensen met wie je omgaat bepalen ook hoe je terechtkomt. En misschien niet op het moment zelf als je ze ontmoet, maar wel later. En als je dan terugkijkt, dan denk je: ‘Ja, die ontmoeting is wel bepalend geweest voor mijn carrière.’ Als ik als beginnend artiest een vioolspeler tegen was gekomen, had ik misschien wel iets met vioolmuziek in het theater gedaan. Dat weet je niet van tevoren.

‘Er is zo ontzettend veel grappig talent.’

De Vier Mei-toespraak was heel bijzonder. Ik ken Gerdi Verbeet, de oud-voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en zij vroeg mij destijds de toespraak te houden. ‘Zou dat niks voor jou zijn?’ vroeg ze mij. Ik dacht: ‘Zoveel kan er niet misgaan, ik heb een briefje voor me en het is een kwestie van oplezen’, maar het effect was heel groot. De link die ik legde met het homomonument, daar kreeg ik ongelooflijk veel positieve reacties op. ‘De regenbooggemeenschap werd voor de eerste keer genoemd tijdens de nationale 4 mei-herdenking!’ Het was een grote eer dat te hebben mogen doen. Dat bedoel ik dus met mensen die je tegenkomt en leert kennen. Je kunt niet alles alleen.

En dat geldt ook voor ‘Bij Van Duin op de Achterbank’.

Inderdaad. De kracht ligt in het samenbrengen van mensen.

*

Bij Van Duin op de Achterbank
Vrijdag 10 februari
21.20 uur
Omroep MAX. NPO1

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.