Gisteren las ik in mijn archief nog eens een Brits onderzoek uit 2019 onder de Conservatieve en Labour-stemmers. Eindconclusie: ‘Maak het in-transitie-kunnen-gaan en de geboorteakte wijzigen van trans en genderdiverse personen niet eenvoudiger.’
Achtentwintig procent van de Britse respondenten vond in 2019 dat het administratieve proces (het veranderen van je geboorteakte) makkelijker zou moeten worden gemaakt. Negenenveertig procent vond van niet, en vierentwintig procent had geen mening. De Britse vrouwen waren in 2019 met zevenenveertig procent tegen het vergemakkelijken van het wijzigen van de geboorteakte, en vijftig procent van de Engelse mannen was tegen het versoepelen van de regels. Opvallend vond ik dat in 2019 in de leeftijdsgroep 18 tot 24 jaar maar liefst zevenendertig procent tégen een vergemakkelijking van de regelgeving was omtrent transitie en geboorteakte-change. Je zou toch veronderstellen dat moderne jongeren vrij massaal een inclusieve pet op hebben, maar nee…
Wat zegt een Brits onderzoek van vier jaar geleden over het Nederland van 2023?
Mijn vriendin maakte ooit een cynische grap over ‘vragenlijstjes ingevuld door het collectief’. En ik quote haar: “Het probleem met directe democratie (zoals referenda, enquêtes enz.) is dat mensen hun mening kunnen geven over iets dat henzelf niet direct aangaat, het gevaar van de numerieke meerderheid. Voor hetzelfde geld kun je een enquête houden of Groningers geen bijstand meer mogen aanvragen of dat een bepaalde bevolkingsgroep geen stemrecht meer mag hebben. Een meerderheid over letterlijk van alles is zo behaald.”
Anyway, de cijfers van dit Britse onderzoek uit 2019 kan ik zo knippen/plakken op het onderbuikgevoel in het Nederland van 2023 als het over trans en genderdiverse mensen gaat. De haperende ‘wijziging van de transgenderwet’ is daarvan een goed voorbeeld, want zoals bekend is het stemmen daarover in de Tweede Kamer voor onbepaalde tijd uitgesteld. Politieke partijen die eerst heel erg vóór waren zijn nu tegen, of weten het ineens niet meer.
In het NRC van 31 december 2022 las ik het paginagrote stuk: ‘Ook transzorg moet aan medisch-wetenschappelijke standaarden voldoen’ van gendertwijfelaars en trans-criticasters Jan Kuitenbrouwer en Peter Vasterman. Voor de nietsvermoedende lezer een op het oog goed onderbouwd opiniestuk, waarin allerlei (Fins, Zweeds, Amerikaans en uiteraard Brits) bewijs wordt opgevoerd om het ongelijk aan te tonen van de plannen omtrent wetsaanpassingen inzake transzorg en de transgenderwet. De heren Kuitenbrouwer en Vasterman maken zich kennelijk ook grote zorgen over de toename van het aantal jongeren dat zich aanmeldt voor transzorg. En ik quote: “Wanneer jongeren zich aanmelden is er vaak niet echt sprake van genderdysforie, ze claimen genderincongruentie, ze willen iets anders zijn”. Einde quote.
Kortom, een gedrocht van een opiniestuk dat bol staat van de aannames, geschreven door naar ik aanneem twee cisgender meneren die het zogenaamde ‘Dutch protocol’ tot de grond toe afkraken.
Maar er was in de editie van het NRC van 31 december 2022 ook een tegengeluid te lezen, het stukje: ‘Wees zuinig op de genderzorg’. Een gezamenlijke reactie van Sabine Hannema (kinderarts/endocrinoloog), Thomas D. Steensma (Genderzorg psycholoog/principal investigator), Annelou de Vries (kinderarts/jeugdpsychiater/onderzoeker) en Annelijn Wensing-Kruger (genderzorgpsycholoog).
Vier specialisten die schrijven: “In een klimaat waarbij de transgenderzorg al is overbelast met lange wachtlijsten, is de zorg onderwerpen aan externe kritische evaluaties en inspecties niet behulpzaam. Wij gaan in Nederland door met wat reeds is opgebouwd, het leveren van verantwoorde, wetenschappelijk geëvalueerde zorgvuldig aangeboden zorg. Met een zelfkritische en onderzoeksgerichte houding, waarbij het continue onderzoek ons helpt bij het actueel en toenemend wetenschappelijk gedragen houden van het Dutch protocol”. Einde quote van de genderzorg-professionals.
Ik zou tegen de politieke twijfelaars in de Tweede Kamer over de ‘versoepeling van de transgenderwet’ willen zeggen: ga eens een koffietje doen met de professionals, in plaats van je oren laten hangen naar de onderbuikgevoelens van je electoraat, of je mening baseren op transkritische opiniemakers en gendertwijfelaars als Jan Kuitenbrouwer en Peter Vasterman.
Samengevat: le zou kunnen concluderen dat er sprake is van een groeiende beweging in de samenleving van 2023 die uiterst kritisch is over een verbetering van de transgenderwet. Een verbetering die hen veelal niet eens betreft.
Het is inmiddels een oud grijs gedraaid vooroordeelliedje.
Waarschijnlijk schrijf ik over vier jaar hetzelfde stukje.
*
Jacky van Tongeren is een vrouw met een transseksueel verleden. Ze speelt flamencogitaar, schrijft muziek en zet zich in voor de zichtbaarheid en validatie van trans en genderdiverse mensen.