Als je de zomer bent doorgekomen zonder kritiek te horen op het gebrek aan diversiteit van Pride Amsterdam, heb je met succes een discussie ontweken die de organisatie ervan leek te omhullen op een manier die gewoonlijk voorbehouden was aan de laatste dagen van pre-revolutionaire autoritaire regimes.
En terwijl alle autoritaire regimes vallen, begon de leider – in dit geval Lucien Spee, directeur van de organisatie – met een poging zijn critici het zwijgen op te leggen. ‘Kleurenblind’ was een opmerking die me bijbleef. Er waren er nog veel meer.
Later hoorde ik van de kritiek die zijn organisatie had gekregen (niet eerder) met betrekking tot het gebrek aan diversiteit en over een zekere robuustheid in gedrag en communicatie.
Niet lang daarna kreeg ik zelf een deel van deze behandeling, toen ik zijn assistent bij Pride tegen het lijf liep. Ondanks de trotse boodschap van een budget van 10 miljoen euro, had ik mijn verwarring geuit over het feit dat ik op het allerlaatste moment cadeaubonnen kreeg aangeboden om 10 uur van mij – en die van anderen – in Pride te investeren.
De tijd (Pride in the park), de plaats (het VIP-deck) en het aantal mensen om me heen die ik amper kende, deden me denken aan de kritiek op de organisatiecultuur. De ironie werd des te duidelijker omdat er tientallen kisten mousserende wijn op een dek waren gereserveerd voor donateurs en andere VIP’s, terwijl niet-exclusieve gemeenschapsinitiatieven een dubbelzinnige, alternatief soort valuta werd aangeboden om het schip drijvende te houden.
Ik kon alleen maar concluderen dat dit gemeenschapsevenement niet langer gemeenschapsgericht was zoals het moest zijn. Ik verliet het evenement met een minder goed gevoel dan toen ik aankwam.
Omdat ik vrienden heb die Pride-evenementen in andere Europese hoofdsteden organiseren, weet ik dat er een evenwicht moet zijn tussen gemeenschap, bredere samenleving, politiek en donoren. Maar pas wanneer het publiek het drama van dit alles begint te doorzien, verschuift de focus van een betere representatie naar het behoud van een kwetsbare gemeenschapscohesie.
Dus toen de Amsterdamse wethouder van cultuur aankondigde dat Pride zal worden uitgebreid tot Queer & Pride, was ik blij dat deze gemeenschapscohesie in ieder geval het burgemeesterskantoor had weten te bereiken. In theorie kan tweemaal zoveel tijd zorgen voor meer zichtbaarheid van kwesties die onder Pride Amsterdam worstelden om erkenning te krijgen: trans, BIPOC, aseksuelen, interseksuelen, slachtoffers van seksueel geweld en anderen hebben nu extra gelegenheid om deel te nemen. Ik verwelkom de mogelijkheid om meer mensen bij het evenement betrokken te laten zijn, en tegelijkertijd een nieuw, meer samenhangend concept te ontwikkelen.
Ik hoop ook dat onderwerpen die ieder van ons aangaan een grotere rol gaan spelen in de nieuwe, uitgebreide Pride. Consent is een van hen. Uit gegevens van het CBS van dit jaar blijkt dat onze gemeenschap de hoogste percentages seksueel geweld heeft, maar toch het laagste aantal initiatieven om dit op te lossen. En terwijl voor biseksuele en lesbische vrouwen het grootste risico bij heteromannen ligt, ligt dat risico voor homo- en biseksuele mannen voornamelijk in de gemeenschap zelf.
Eén op de vier van ons heeft het dit jaar meegemaakt. Misschien werd je gecatfisht, kwam je op een rare plek terecht toen je het adres volgde dat je op Grindr had gekregen, werd je betast in een bar, of misschien werd je verkracht. Als je werd gecatfished, had je misschien de vaardigheid om nee te zeggen tegen die persoon. Misschien heb je de persoon die je betastte verteld dat ze dat niet hadden moeten doen. Maar niet iedereen in onze gemeenschap heeft noodzakelijkerwijs de benodigde keuzevrijheid en mondigheid. En een ongewenst persoon bij je voordeur wegsturen wil niet zeggen dat dat bij een ander ongewenst persoon ook lukt.
Keuzevrijheid bieden aan degenen die het niet hebben: daarom hebben we Pride. En dat betekent ook naast slachtoffers van seksueel geweld gaan staan. Niet de slachtoffers kleineren.
Om de problemen waar we voor staan aan te pakken, hebben we niet een of twee evenementen op een dinsdagavond nodig waarop we praten over lastige en onbekende onderwerpen. Onderwerpen als consent, diversiteit en gelijkheid moeten in elk aspect van het nieuwe format worden geïntegreerd. Het publiek moet de één miljoen mensen zijn waar Pride voor is, niet slechts de vijftig mensen die ruimte in hun agenda hebben.
Dit is de enige manier waarop we ervoor kunnen zorgen dat we blijven bouwen aan een duurzame gemeenschap die veilig is voor iedereen: begrijpen waar onze verantwoordelijkheden tegenover elkaar liggen, en elkaar behandelen met het respect dat we verdienen.
*
Thomas Garrod-Pullar (31) is de oprichter en voorzitter van MenAsWell, de organisatie die opkomt voor de belangen van mannelijke slachtoffers van seksueel geweld.