Het moest er een keer van komen. In 2016 zetten Berendien Bos en ik, betrokken bij de Pride Kerkdienst, een crowdfundingsactie op touw, onder het mom ‘Ieder Godshuis verdient een regenboog’. We wilden de kerken in Amsterdam op vrolijke wijze de keuze voorleggen publiekelijk (regenboog)kleur te bekennen en we wilden alle buitenlandse deelnemers van EuroPride – dat jaar in Amsterdam – laten zien dat er landen/steden zijn die wel verwelkomende en inclusieve geloofsgemeenschappen hebben.
In het Koninklijk Concertgebouw zei een Italiaanse deelnemer aan het LHBTI Korenfestival ‘AmaSing’, dat daar plaatsvond, dat hij er van onder de indruk was. Waar hij vandaan kwam, zou dat nooit kunnen. Missie geslaagd, dacht ik. Dit is maar één klein voorbeeld van wat die vlag, inmiddels de Progress Pride Vlag, kan betekenen voor mensen. Berendien en ik kregen de middelen bij elkaar om drie enorme regenboogvlaggen van 25×4 meter te bestellen. Misschien, denk ik nu, valt het nog mee dat er ‘pas’ na ruim zes jaar eentje is verbrand?
De vlaggen hebben lange tijd in mijn box gelegen, niet ongebruikt trouwens. Ze hebben al prachtig een aantal kerken gesierd, buiten en binnen. Nu zijn ze voor een bescheiden bedrag te huren via het kerkelijk bureau van de Protestantse Kerk Amsterdam. Zo ging ook collega Alexander Noordijk onlangs vanuit zijn huidige woonplaats Monnickendam naar het kerkelijk bureau om een van de vlaggen op te halen. Hij hing de vlag op om de inhoud van het ‘Love love concert’ te markeren dat hij aan het organiseren was (en dat concert was weer een reactie op de weigering van een gospelgroep om met Alexander samen te werken, omdat hij ‘praktiserend homo’ is).
Aan de vooravond van het concert dat op 11 december in de Grote Kerk plaatsvond, werd de vlag van de gevel gehaald en verbrand. Toen ik het hoorde, vroeg ik me als wel vaker af: wat bezielt mensen toch om dit te doen en waar komt dat verzet, die haat vandaan? Waarom zou je een vlag verbranden die er is om te laten zien dat iedereen erbij hoort en dat alle verschillen tussen mensen juist gevierd mogen worden in plaats van geproblematiseerd? Diversiteit maakt het samenleven rijker, vrolijker en beter.
Deze incidenten af doen als alleen maar een kwajongensstreek, vind ik inmiddels toch wat te gemakkelijk. Ja, het zijn vaak jongens van amper zestien jaar, maar het gebeurt me net even iets te vaak. We hebben vlaggen genoeg, dus we hangen gewoon weer nieuwe op, maar wat, zo zei mijn collega Alexander Noordijk, toen wij kort even belden over het incident, gaat er om in een jong mens dat ontdekt dat hij LHBTI is en die dit in haar, hun of zijn woonplaats ziet gebeuren: dat je eigenlijk niet welkom bent, dat je niet mag zijn wie je ontdekt te zijn, dat je altijd een beetje schuil moet gaan, dat jij zelf eigenlijk ook nooit veilig bent?
Als je een aansteker bij een regenboogvlag houdt, verbrand je veel meer dan die vlag. Er gaat veel meer in vlammen op. Wie regenboogvlaggen verbrandt, moet weten dat hij uiteindelijk ook mensen verbrandt. Wat zou ik graag die brandstichters ontmoeten: face-to-face. Ergens moeten we de afstand een keer overbruggen, elkaar aanzien – letterlijk – om in elkaar de mens die wij zijn, te ontdekken.
*