Bernard John Jansz | Alessandro uit Roffa

Vereeuwigd in satijn ligt naast hem jouw afdruk.
Warm nog.

Hij buigt naar voren en snuift de sterrenstof op die achter jou de slaapkamer uit dwarrelt. Terstonds besluit hij om de wekelijks verschoning van het beddengoed minstens één keer over te slaan en, bij voorbaat met heimwee, ook het halflege bed te verlaten. Vanavond zal hij het onberoerd weer aantreffen, als een zelfherinnerend stilleven.Beneden zwijgen jullie.

Hij kijkt tegen het licht in dat door het keukenraam royaal over je heen schettert en observeert jouw silhouette. Het is lang geleden dat je daar zo stond, in je element ook nog en hij is zich zeer bewust van jouw fysieke aanwezigheid.Hij moet glimlachen om jouw linkerbil die er in tegenstelling tot de fiere rechtse een beetje bijbungelt. Die onvolkomenheid heeft hem altijd vertederd. Het maakt je minder onaantastbaar vindt hij.Iets in hem vindt dat jij je ook best ergens voor mag schamen. Niet zó erg als dat hij zich schaamt natuurlijk.

Dat kán ook niet. Zijn brein is als een chaotische stad bij nacht met onverlichte wegen vertelde hij je ooit, dus woont hij uit zelfbescherming afgelegen dorps en brengt hij je zoals altijd terug met de auto. Over onverlichte wegen gesproken.Steeds weer lijkt het zo dat hoe dichter jij bij hem bent, naast hem zit of op hem ligt, hoe groter de kloof wordt die tussen jullie gaapt. Hij is er wel, maar toch ook weer niet. Jou maakt het weinig uit.Zijn eau de toilette is het meest aanwezig.

Schreeuwerig bijna.Achter het station is het lawaaierig en druk. Jij opent je portier en begroet iemand terwijl hij zijn portefeuille zoekt. Als jagende haviken cirkelen jouw collega’s om zijn auto heen, met gulzig zoekende ogen die hij bewust negeert omdat ze hem anders inwendig zullen verwonden. Dan zal hij weer maanden verder zijn eer hij zijn onverschrokkenheid terugvindt om jou weer op te zoeken. Of hij reageert fel afwerend, omdat hij vreemd genoeg geen ander duldt die jouw plek mag innemen. Zo zijn jullie duistere, onuitgesproken regels nu eenmaal gegroeid. Hij betaalt je en jij stapt uit nadat je hem een kus op zijn voorhoofd hebt gegeven. Met je harde handen omvatte je zijn gezicht, zoals zijn handen deden deze nacht, gekweld, grijpend in jouw huid. Zijn grimas stoïcijns in trance. Die eeuwige grimas. Steeds weer. Jouw negen tenen die verkrampten tegen het uiteinde van zijn bed. De tiende mis je, iets wat hij verdomd sexy vindt.

Verknipt, inderdaad, zeker omdat hij weet hoe je hem verloor, maar net zoals je linkerbil windt het hem op en durft hij zich juist daardoor aan je te geven.

Jouw imperfecties strelen de zijne. Ze trekken de omstandigheden vlot. Hij wentelt zich nog een paar seconden in jouw energie en kijkt je na voordat hij zichzelf gedesillusioneerd terug zal vinden.Met een luide klap gooi je het autoportier in het slot.

Jij kijkt niet meer op of om. Dat heb je immers nooit gedaan.

*

Bernard John Jansz (Rotterdam, 1966) publiceerde in Mens en Gevoelens en is columnist voor Gay News en Gaykrant. In het dagelijkse leven is hij teamleider verstandelijk beperkten. Bernard John is het pseudoniem van John Thobokholt. Hij woont in Goes. 

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.