Jeanne d’Arc, de maagd van Orleans, symbool van Frankrijk, heiligverklaard door de kerk die haar op de brandstapel zette. Haar verhaal werd talloze keren verfilmd, maar zelden zo indringend als door Carl Theodore Dreyer in 1928. La Passion de Jeanne d’Arc verscheen vlak voordat de geluidsfilm standaard werd. De stille film was overigens nooit echt stil geweest, er was live muziek, er waren explicateurs (mensen die staand naast het filmdoek het verhaal vertelden) en experimenten met een elektronische soundtrack zijn zo oud als de film zelf. Maar dat terzijde.
Dreyers film focust op het beruchte schijnproces dat Jeanne tot de brandstapel veroordeelde. Hij baseerde zich daarbij op de transcripties die van de inquisitie bewaard zijn gebleven. We zien haar dus niet ten strijde trekken in haar harnas. De handeling begint in de rechtszaal, waar Jeanne wordt voorgeleid aan de kerkelijke rechters, die vastberaden zijn haar klein te krijgen. Tussen de mannen in hun lange gewaden is actrice Maria Falconetti met haar korte haren en eenvoudige hemd en broek direct herkenbaar als Jeanne. Als ze zweert op de bijbel, is haar blik vol oprechtheid. Een van haar aanklagers kijkt spottend toe. Dit is een beeld dat blijft terugkomen: De close-ups van de wanhopig kijkende Jeanne doorsneden met de gemene koppen van de oude mannen die haar uit de weg willen ruimen.De ondervraging komt opvallend snel op het onderwerp gender. Als toeschouwers lezen we het vragenvuur mee op de tussentitels: ‘U beweert dat de aartsengel Michael voor u is verschenen. Hoe kon u zien of het een man of een vrouw was? Was hij naakt? Had hij lang haar?’ Jeanne sluit haar ogen bij het moeten aanhoren van zoveel stupiditeit. De focus verschuift naar Jeanne’s eigen uiterlijk. ‘Waarom kleedt u zich als man? Als we u een jurk geven, zult u die dan dragen?’ De rechters winden zich enorm op bij het stellen van hun vragen. ‘Als ik Gods roeping heb volbracht, zal ik weer vrouwenkleren dragen’ antwoordt Jeanne. ‘Dus het was God die u vertelde hoe u zich moest kleden?’ De blik van Jeanne in reactie op de zelfvoldane koppen van haar aanklagers, spreekt boekdelen. Haar houding maakt hen woedend. ‘Godslastering!’, spuugt een van hen in haar gezicht. Als Jeanne later een mis wil bijwonen, mag dat alleen als ze zich eerst omkleedt, wat ze weigert. ‘Dus deze kleren zijn u dierbaarder dan de Heilige Mis?’
Of de echte Jeanne non-binair of genderfluïde was, dat kunnen we niet met zekerheid stellen. Dreyers visie in La Passion de Jeanne d’Arc lijkt zijn tijd in ieder geval ver vooruit. De sympathie ligt duidelijk bij Jeanne, die zich niet wil conformeren aan de regels van de kerkelijke macht. De film voelt vooral als aanklacht tegen hun schijnheiligheid, met de pure Jeanne als eenzaam tegenstander. Pas na haar gruwelijk in beeld gebrachte dood komt het volk in opstand. Vlak voordat ze wordt weggevoerd naar de brandstapel, noemt ze haar martelaarschap als haar grote overwinning. In de loop der eeuwen is Jeanne door velen als zodanig geclaimd, onder andere door de Franse nationalisten. Er is eindeloos veel over haar identiteit geschreven, het voert te ver om alle theorieën hier de revue te laten passeren. Maar kijkend naar deze film, vanuit ons LHBTIQ+-perspectief, zou Jeanne net zo goed onze martelaar kunnen zijn.
*
Jeroen de Beer (Utrecht, 1974) is filmwetenschapper en dichter. Hij schreef liedteksten voor o.a. Mylene d’Anjou, Ellen Evers en Vera Mann. Hij werkte bij Joop van den Ende Theaterproducties, Stadsschouwburg Amsterdam en sinds 2013 bij de Academie voor Theater en Dans. Sinds 2017 is hij lid van het Amsterdam Gay Men’s Chorus.