Bi+mensen hebben een slechtere psychische en fysieke gezondheid én veiligheidsbeleving dan heteroseksuele, homoseksuele en lesbische mensen, blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Met 1 miljoen bi+mensen in Nederland zijn zij onder de LHBTI+paraplu de grootste groep. Toch zijn bi+mensen in beleid, onderzoek en media nog vaak een blinde vlek.
Tekst: Charlot Pierik, Movisie
Dit komt door het ‘uitwissen’ van bi+ ervaringen, omdat in de samenleving doorgaans sprake is van monoseksualiteit; de verwachting dat mensen op één gender vallen en dat alleen hetero óf homo/lesbische oriëntaties bestaan. Hierdoor worden bi+oriëntaties ontkend, niet serieus genomen en onzichtbaar gehouden. Ook ervaren bi+mensen vaker een gebrek aan steun van hun eigen partner.
Bi+personen hebben meer psychische gezondheidsproblemen en ervaren meer negatieve reacties en fysiek, verbaal en huiselijk geweld. Bi+personen ervaren een dubbele minderheidsstress; ze ervaren afwijzingen omdat ze niet voldoen aan de heteroseksuele norm én omdat ze niet voldoen aan de monoseksuele norm.
Vaak wordt gedacht dat inzet voor meer lhbti+emancipatie ook vanzelfsprekend positieve impact heeft voor bi+-mensen. Maar dat is lang niet altijd het geval. Het is nodig om bi+personen en thema’s expliciet zichtbaar te maken, erkennen, aandacht en ruimte te geven. Ook het verminderen van de monoseksuele norm en bi+fobie is nodig om deze blinde vlek zichtbaar te maken.
In de speciale handreiking ’10 vragen over bi+’ die op 21 september is verschenen, geven Movisie en Bi+ Nederland antwoord op prangende vragen als waarom aandacht voor bi+mensen nodig is, wat gemeenten kunnen doen voor bi+mensen en wat werkt om bi+ inclusie te bevorderen.
Klik hier voor de speciale handreiking ’10 vragen over bi+’