Soms kom je theaterpareltjes tegen in een theater dat zelf ook een pareltje genoemd mag worden. Theater Branoul bijvoorbeeld. Gelegen op een ferme steenworp van de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.
Ik had tot mijn schande niet eerder een voorstelling in Branoul bezocht en, afgaand op wat ik bij hun productie van LUDWIG aantrof, dat is beslist spijtig te noemen. Klein, en in zijn eenvoud charmant, word je door dit theaterzaaltje omarmd. En dat niet alleen, want omdat je er als publiek er zo dichtbij zit, wordt je blik als vanzelf naar het podium gezogen. En bij LUDWIG, een monoloog gebaseerd op een novelle van Klaus Mann over Ludwig II van Beieren pakt dat extra goed uit.
Sijtze van der Meer neemt ons mee naar de vooravond van Ludwigs vlucht of, volgens sommigen, van zijn moord. Met minimale middelen sleurt hij zijn publiek mee in de mentale wervelwind van deze roemruchte vorst. U weet wel, die van die beroemde kastelen, van Wagner en van de inmiddels fameuze Bayreuther Festspiele. Tot op heden hangt er een waas van mysterie om deze koning. Hij wordt van veel beticht, zo zou hij een visionaire fantast zijn, een megalomane mecenas of zelfs een paranoïde paria. En dat is allemaal een beetje waar.
Was de mens Ludwig een vat vol tegenstellingen, acteur Sijtze van der Meer maakt dat glashelder, alleen al door zijn fysiek. Door zijn wat statische houding gaat alle aandacht naar zijn mimiek. Knap. Omdat daarmee niet alleen de exaltatie van de hypersensitieve Ludwig alle ruimte krijgt, maar ook het korset waarin Ludwig letterlijk en figuurlijk gedwongen zit duidelijk wordt.
Ook qua opbouw van de tekst word je als toeschouwer meegesleurd in de neergaande spiraal waarin Ludwig zich in zijn laatste dagen en uren bevindt. Momenten van helderheid wisselen zich af met heftige emoties die gelijk weer onderdrukt worden, of die worden gesublimeerd in het ongrijpbare verhevene. De grens tussen waarheden en wanen vervagen en zo ontstaat ruimte voor door angsten gevoede paranoia. Complotten worden vermoed en gevreesd, al is het onduidelijk in hoeverre die vermoedens reëel zijn, of slechts uit verhitte complottheorieën bestaan. Die onduidelijkheid dreunt tot op heden door overigens. Maar dat terzijde.
Waar Sijtze van der Meer meesterlijk in slaagt, is inzicht geven in een beerput gevuld met angsten, wanhopen, wanen en frustraties zonder dat je als kijker de compassie verliest voor de mens die je voor je ogen ziet onttakelen. Als acteur heeft hij zijn personage ontdaan van sociaal wenselijke filters en opent hij de deur naar een innerlijk waarin de tere grenzen tussen angst en paranoia vervagen. Een innerlijk dat heen en weer zwiept van groots naar goor. En weer terug. Om in een neergaande cirkelbeweging van tekst en thematiek steeds verder los te raken van wat wij werkelijkheid noemen. Van der Meer oordeelt nergens over zijn personage. En door zijn Ludwig met compassie gestalte te geven, laat hij ons met minimale middelen, liefdevol getuige zijn van de teloorgang van een wellicht briljante maar gekwelde geest.
Had de gevel van het pand een wat onbestemde uitstraling als van het uiterlijk van een oester, binnenin school er een heuse parel. Met een rozige parelmoerfloers.
Aanbevolen.
*
Klik hier voor informatie over speellijst en kaartverkoop.
*
Jules Opstap werd ergens in de vorige eeuw, vanwege een fikse etnische DNA mix en met zijn Antilliaanse achtergrond, door zijn zus bestempeld tot ‘koninkrijkskind’. Het kwartje viel, en dat beviel wel. Jules schrijft als profi graag voor en over theater, en in zijn gedachten woont hij half in Londen.