Omgaan met online haat: gelukkig hebben we de screenshots nog!

“SCHAAM JE DE KANKER”. De DM de ik zojuist had aangeklikt was vrij duidelijk. Maar verdere uitleg ontbrak volledig, want waarom moet ik me – of iemand anders van Team Gaykrant – zich dan schamen? Verder onderzoek was blijkbaar nodig.

Tekst en beeld: Ronald Mol, redacteur politiek

Schrijfsels waarin mensen hun haat naar een ander kenbaar maken, zijn zo oud als de weg naar Rome. Letterlijk zelfs: “Theophilus, bevredig jonge vrouwen niet oraal tegen de stadsmuur alsof je een straathond bent” is één van de stukken graffiti die in Pompeï zijn aangetroffen. Een andere beeldende uitspraak die daar op de stadsmuur is gevonden: “Chie, ik hoop dat je aambeien zoveel tegen elkaar wrijven dat ze erger pijn doen dan ze ooit hebben gedaan.” De DM die naar het Instagramaccount van Gaykrant was gestuurd, had dus zo op een Pompeïsch tegeltje gekund.

De eigenaar van het account waar de vier woorden vandaan kwamen, dacht ongetwijfeld dat het vakkundig was afgeschermd. Geen profielfoto of andere zichtbare foto’s. Ook de volgers en degenen die gevolgd werden, waren allemaal goed verborgen. Maar de eigenaar had waarschijnlijk wel zijn eigen naam gebruikt. Ook stond zijn woonplaats op het account. En een snelle zoektocht op Google maakte duidelijk dat er nu ook weer niet zoveel mannen met die naam in Nederland wonen. Maar je moet natuurlijk niet over één nacht ijs gaan. Voor hetzelfde geld heeft één of andere grapjas een nep-account aangemaakt om de echte een loer te draaien. Al snel kwam ik foto’s tegen uit 2014. Een schattig voetballertje, op de foto met zijn voetbalheld. Een foto op de teamsite van de voetbalclub. En een Facebookprofiel

“Als je reactie goed genoeg is, kunnen we altijd nog zien hoe we daarna verder gaan.”

Goed, ik had dus iemand met die naam gevonden. In dezelfde woonplaats. Maar zat hij ook achter het profiel dat ons de DM had gestuurd? Facebook bleek bijzonder behulpzaam. Ouders, zussen, vrienden van de zussen en zelfs zijn opa waren binnen no-time bekend. Maar hoe link je die gegevens aan het Instagramaccount? De meeste familieleden hadden de boel online ook netjes afgeschermd: het was ook bij hen niet mogelijk om te zien wie zij volgden of door wie zij gevolgd werden. Maar een aantal had dat niet gedaan. En toen was het vrij gemakkelijk om een aantal dwarsverbanden te leggen. Zeker toen ik zag dat onze ‘fan’ ook dingen likete en reacties plaatste onder bepaalde foto’s.

Dat was het moment waarop ik een reactie terugstuurde.

“Beste […], sorry voor de late reactie, maar ja: vakantie. Ik zag trouwens dat jij ook een leuke vakantie hebt gehad op de camping met je drie zussen en je ouders. Zie je, in ons team zitten veel verschillende mensen. Ik, bijvoorbeeld, heb wat ervaring opgedaan bij de politie met digitaal rechercheren. En momenteel ben ik bezig met een artikel waarin jij ook voorkomt. Werktitel: ‘Online haat en de mensen die het verspreiden’. Dus bij deze geef ik je de gelegenheid om na te denken over een reactie. Wacht er niet te lang mee, ik heb namelijk ook genoeg aangiftes opgenomen en de tekst daarvoor staat al klaar. Maakt het voor de agenten ook gemakkelijker: knippen, plakken, klaar! Je reactie kun je hier plaatsen, of sturen naar politiek@gaykrant.nl.”

“P.s.: Gelukkig hebben we de screenshots nog!”

“P.p.s.: Als je reactie goed genoeg is, kunnen we altijd nog zien hoe we daarna verder gaan.”

En toen wachtte ik af. Dat gaf me ook tijd om na te denken over de vervolgstappen. Want wat wilde ik hiermee bereiken? Aangifte doen? Hoewel iemand de kanker toewensen iets verschrikkelijks is, valt het in het strafrecht onder ‘eenvoudige belediging’. De dader was nèt geen achttien en het was via een DM, dus niet voor iedereen te zien. Tel daarbij op dat de politie kampt met een personeelstekort. Ook het Openbaar Ministerie (OM) heeft daar mee te maken. Die moest onlangs nog besluiten om 1500 zaken te seponeren wegens personeelstekort bij de rechtbanken in Gelderland.

In 2018 wees het COC, samen met het activistencollectief #IKBENHETZAT al op het feit dat rechtszaken rondom geweld of agressie tegen LHBTI+ personen zelden leiden tot een veroordeling waarin discriminatie is meegewogen. In dat jaar oordeelde de rechtbank van Rotterdam in een zaak zelfs dat het gebruik van het woord ‘kankerhomo’ niet discriminerend was. Het was volgens de rechtbank “meer illustratief voor het dagelijks taalgebruik van deze verdachten (…)”.

Niet echt vertrouwenwekkend dus.

Uit de laatste LHBT monitor van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat LHBTI+personen vaker het slachtoffer zijn van cyberpesten. Vanuit Gaykrant moeten wij daar iets mee. Het is een probleem dat helaas door het cisgender, heteroseksuele deel van Nederland vaak over het hoofd wordt gezien. Daarom is Pride volgens hen niet meer nodig: “Want het gaat toch allemaal wel goed in Nederland.” En juist op dat moment plaatste Pride Amsterdam een foto van een DM op Instagram. “Gas chambers for the LGBT community” las ik erop…

Toen ik het las werd ik stil. En ik werd boos.

De afgelopen jaren is de heteroseksueel zich steeds veiliger gaan voelen in Nederland. Voor de LHBTI+gemeenschap geldt dit helaas niet. En als mensen de vrijheid voelen om dit soort berichten te sturen, dan is er iets goed mis. Dus: als de politie hier geen tijd voor heeft, als de rechtbank er de mensen niet voor heeft en als de politiek er onvoldoende aandacht aan geeft, dan moeten wij het zelf maar doen. Met het bereik van Gaykrant moet het toch mogelijk zijn om dit aan de kaak te stellen?

Ik opperde het idee dat zich in mijn hoofd gevormd had bij Rick van der Made, hoofdredacteur van Gaykrant. Die was voor: pesters moeten keihard aangepakt worden. Als wij wel oproepen om te melden, maar er zelf niets aan doen, dan zijn we niet geloofwaardig.

Voor de zekerheid maakte ik een whatsappgroep aan, speciaal voor deze actie. Met daarin een soort ethische beoordelingscommissie. Want ja, onze ‘fan’ was wel minderjarig. Het ging ons niet om naming and shaming, want dat is te makkelijk. Wel wilden we een duidelijk voorbeeld stellen. Aan cisgender hetero’s die meestal niet de meest trouwe lezers van Gaykrant zijn. Aan slachtoffers van cyberpesten. En vooral aan de daders:

“Don’t mess with us.”

Het duurde even voor hij reageerde. En toen: fanmail. Hij bleef bij zijn eerdere bericht, hij had alleen de kanker eruit gehaald. Geen spijt, geen excuses. We moesten ons nog steeds schamen. Zonder verdere uitleg. Maar voor velen van de regenbooggemeenschap heeft het schamen al lang genoeg geduurd. Lang voordat we uiteindelijk onszelf durven te zijn. Dus daar nam ik geen genoegen mee. Ik schreef terug:

“Beste […], dit was natuurlijk niet de inhoudelijke reactie die we graag hadden gezien. Zoals gezegd, bij haatreacties geven we mensen graag de kans om het eerst nog goed te maken. Bij deze: kans gehad, kans gemist. Mijn voormalige leraar Frans gaf leerlingen geen straf, maar ‘extra aandacht’. We zullen je reactie dan ook maar beschouwen als een schreeuw om wat extra aandacht. Succes!”

Als reactie stuurde onze ‘fan’ een plaatje van een mannetjeswalrus op een ijsschots.

De waarschuwing was gegeven. De mogelijkheid tot verbetering of spijtbetuiging was afgeslagen. Met de ‘ethische commissie’ besprak ik wat we nu konden doen: de ouders in kennis stellen, buiten zijn medeweten om? De politie in kennis stellen, buiten hem en zijn ouders om? Of hem, tegelijkertijd met zijn ouders informeren? We kozen voor het laatste. Openbaar. Hij was immers al gewaarschuwd. We voelden een verantwoordelijkheid naar onze volgers om te laten zien dat we dit soort dingen absoluut niet pikken. En zo plaatste ik een foto van onze ‘fan’ op Instagram. Met daarbij zijn DM. Ik tagde niet alleen hem, maar ook zijn ouders, die ik vriendelijk vroeg om toch eens met hun zoon te gaan praten.

Al snel kreeg onze ‘fan’ er lucht van. En in plaats van zijn gedrag te verbeteren, stuurde hij zijn voetbalteam op ons dak. Die bleken geen haar beter. Maar na een stevig uurtje modereren kwam er een bericht van zijn vader. In een gesprek legde ik uit dat het zelfmoordcijfer onder LHBTI+jongeren beduidend hoger ligt dan bij heterojongeren. En dat we als nieuwsmedium dat zich specifiek richt op de regenbooggemeenschap een verantwoordelijkheid hebben om dit probleem aan te kaarten. En dat zijn zoon zo dom was geweest om zijn pijlen juist op het grootste Nederlandstalige LHBTI+ platform van Europa te richten.

Maar, zo verzekerde ik de vader: we komen hier vast wel uit. En na – puberale – excuses van onze ‘fan’ (“nou blij?”) en de toezegging van de vader om het online gedrag van zijn zoon beter in de gaten te houden, ging de foto weer offline. Met een kleine uitleg voor onze volgers op Instagram.

Tot slot: precies in de week dat wij aan de slag gingen met onze ‘fan’, sprak Sigrid Kaag met Marion Koopmans. De ene minister, de andere viroloog. Beiden online overspoeld met haat. Met weinig middelen om het effectief aan te kunnen pakken. De hoeveelheid is simpelweg te groot. Wij hebben een poging gedaan. We hebben online haat zichtbaar gemaakt voor het grote publiek. Dat is onze taak. Toch heeft een aantal mensen hier negatief op gereageerd. Zij vonden het schandalig wat we gedaan hebben. En ja: er is wetgeving in de maak om het verspreiden van privégegevens om mensen te intimideren, strafbaar te stellen. Dit wordt ook wel ‘doxing‘ genoemd en het is goed dat daar wetgeving voor komt. Want door het verspreiden van dat soort gegevens kan een minister zomaar een man met een brandende fakkel voor haar huis krijgen.

In die wetgeving wordt echter een uitzondering gemaakt voor journalistieke openbaarmakingen. Intimidatie is nooit ons doel geweest. Juist daarom hebben we onze ‘fan’ ook gewaarschuwd én de gelegenheid gegeven om zich te herpakken. Iets wat hij pas heeft gedaan nadat wij zijn haat openbaar maakten. En zelfs toen pas nadat anderen hem erop aanspraken. Maar bij deze, voor iedere hater of criticaster: cyberpesten en online discriminatie van de regenbooggemeenschap laten we niet langer zomaar gebeuren. Daar waar we kunnen, spreken we de daders erop aan en maken we de haat zichtbaar voor de buitenwereld.

Foto na foto.
Tweet na tweet.

*

Ronald Mol (Alkmaar, 1983) is een zelfverklaard Regenboogroeptoeter, ambassadeur voor Bi+ Nederland, hoofdconducteur en geïnteresseerd in politiek. Heeft: veel meningen, het lang niet altijd bij het juiste eind, geen huisdieren en een leuk leven.

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

One thought on “Omgaan met online haat: gelukkig hebben we de screenshots nog!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.