In het kleine jaar dat ik deze column schrijf, heb ik nooit een Nederlandse film besproken. Hoog tijd voor een inhaalslag. Hoewel Nederland lange tijd niet bepaald uitblonk in de LHBTIQ+-gerelateerde cinema, is er in de loop der jaren toch genoeg bezienswaardigs verschenen.
Denk bijvoorbeeld aan het controversiële Spetters (1980) van Paul Verhoeven of zijn Reve-verfilming De Vierde Man (1983). Aan het oeuvre van Marleen Gorris wil ik ook zeker nog eens een column wijden. Dit keer wil ik het echter hebben over een oer-Hollandse schuimtaart, die een onverwacht internationaal succes werd.
Ja Zuster, Nee Zuster (2002) is een bontgekleurde musical comedy zoals die nog nooit in Nederland was gemaakt. Überhaupt zijn we slecht in musicalfilms. In de jaren dertig had je De Jantjes en Bleeke Bet, verfilmingen van volkstoneel. Later zongen Sonneveld en Toon Hermans ook wel liedjes in hun films, maar dat kon je met de beste wil geen musicals noemen. Daarna moesten we wachten tot 1991, toen Paul Ruven zijn briljante korte film De Tranen van Maria Machita uitbracht, met in de hoofdrol de piepjonge Ellen ten Damme. Ruim tien jaar later haalde theaterregisseur Pieter Kramer alle toeters en bellen van zolder om de polderversie van een Hollywoodmusical te maken. Hij was niet onbekend met het bronmateriaal, want eerder maakte hij al de theaterversie van Ja Zuster, Nee Zuster, die dan weer gebaseerd was op de legendarische televisieserie van eind jaren zestig, geschreven door Annie M.G. Schmidt, met de onvergetelijke muziek van Harry Bannink.
Ja Zuster, Nee Zuster gaat over een rusthuis vol herrie (zoals Schmidt het zelf omschreef), met aan het hoofd de onverschrokken Zuster Klivia (Loes Luca). Veroorzaker van veel ellende in het leven van de rusthuisbewoners is boze buurman Boordevol (Paul Kooij), tevens huisbaas, die het gezelschap koste wat het kost uit zijn pand wil krijgen. Wie de voorstellingen en films van Kramer kent, zal zich niet verbazen over de cartooneske aanpak van het geheel. Spel, orkestraties, choreografieën: alles is uitbundig. De vormgeving is over the top sixties.Ja Zuster, Nee Zuster heeft succesvol de ronde gedaan langs de internationale LHBTIQ+ filmfestivals. Ofschoon de film ook een uitgesproken gay verhaallijn heeft, vermoed ik dat de scene waarin Tjitske Reidinga en Waldemar Torenstra de evergreen Duifies zingen, een groot aandeel heeft gehad in dit specifieke succes. Want hoewel hier een heteroseksuele liefde tot bloei komt, is Torenstra in zijn witte hemd en broekje de ultieme ‘beefcake’ (mannelijke tegenhanger van de pin-up). Zoals hij zijn interlockje vult, doen weinigen hem na. Foto’s van die scene zullen zeker een grote publiekstrekker zijn geweest.
Met het publiek eenmaal binnen werd de belofte van een roze film ruimschoots ingelost. Niet enkel vanwege het hoge campgehalte, maar ook vanwege de romance tussen Boordevol en Wouter (Paul de Leeuw), die een kapperszaak opent tegenover het rusthuis. Het is de verdienste van Kramer en de twee acteurs, dat ze, ondanks de groteske invulling van hun rollen, de juiste snaar weten te raken.In de oorspronkelijke televisieserie zal Annie M.G. nog niet heel expliciet zijn geweest over eventuele homoseksualiteit van bepaalde personages. Maar er speelde veel homoseksuele acteurs in mee. Ik heb ooit van regisseur Henk Barnard begrepen dat het er op de set vrolijk en vals aan toe kon gaan. Misschien dat dit ‘onder ons’ sfeertje Annie inspireerde tot het briljante liedje De Jongens van de Reisvereniging, waarvan de goede verstaander ook destijds de diepere betekenis moet hebben begrepen. In de filmversie laat het nostalgisch duet tussen Boordevol en Wouter niets te raden over. Vele vakantievriendjes passeren de revue.
Met onze ‘woke’ ogen van nu is misschien niet alles ideaal in Ja Zuster, Nee Zuster. Boordevol is een uitgesproken bullebak, een valse nicht, Wouter is een wufte dameskapper. Wat dat betreft speelt Kramer ook hier leentjebuur bij klassiek Hollywood, dat LHBTIQ+-personages graag in hokjes van villain of sissy stopte (zie mijn column van oktober 2021). Het grote verschil is dat Ja Zuster, Nee Zuster een happy end kent voor de mannen. Dat gebeurde in Hollywood nooit. Ja Zuster, Nee Zuster (2002)
Een film van Pieter Kramer naar de gelijknamige televisieserie van Annie M.G. Schmidt, met o.a. Loes Luca, Paul Kooij, Paul de Leeuw, Tjitske Reidinga, Waldemar Torenstra, Beppe Kosta, Eddo Brunner, Frits Lambrechts, Olga Zuiderhoek, Arjan Ederveen en De Drie Trudies: Trudy de Jong, Trudie Lute en Raymonde de Kuyper. Let op de cameo van Hetty Blok, de oorspronkelijke Zuster Klivia!
*
Jeroen de Beer (Utrecht, 1974) is filmwetenschapper en dichter. Hij schreef liedteksten voor o.a. Mylene d’Anjou, Ellen Evers en Vera Mann. Hij werkte bij Joop van den Ende Theaterproducties, Stadsschouwburg Amsterdam en sinds 2013 bij de Academie voor Theater en Dans. Sinds 2017 is hij lid van het Amsterdam Gay Men’s Chorus.