Als biseksuele Japanner thuis in Utrecht

Op een regenachtige middag in mei 2021 ontmoet ik de man die ik in dit stuk Toshio zal noemen (敏夫). Hij is geboren en getogen in Hachioji (八王子市), een stad in het westen van de prefectuur Tokio, en als student naar Nederland gekomen. Eerst naar Eindhoven, daarna naar Delft. Uiteindelijk vond hij zijn vaste baan en zijn grote liefde in Utrecht.

Tekst en beeld: Marine Mussies

“Ik wist niets van Nederland,” vertelt Toshio, “alleen dat je er ingenieur kon worden. Oh en dat Nijntje er vandaan komt! Alle meisjes uit mijn klas vonden Nijntje schattig.” En de jongens? Toshio lacht verlegen en kijkt weg. “Misschien… maar dan durfden ze het niet te zeggen. Althans, niet tegen mij. Ik denk dat ze wel aanvoelden dat ik geen standaard jongen was.”

“In Aziatische culturen praat je niet over seksualiteit. Maar als ik plaatjes zag van jongens samen, bijvoorbeeld op een filmposter of in een boek, dan voelde ik daar wel dingen bij. Dingen waar ik geen woord voor wist. Ik hield van Koreaanse films en ik spaarde een tijdje filmposters. De jongens daarop waren meestal broers of ‘gewone’ vrienden, dus dat was geen probleem. Maar toen we op school bij geschiedenis leerden over China en de Sovjet-Unie zag ik soms plaatjes van broederschap die me verwarden. Daar keek ik dan maar niet te lang naar. Ik probeerde mijn aandacht te richten op mijn schoolwerk.”

“Toen ik de eerste keer op een vrouw verliefd werd, voelde ik me opgelucht. Ze was een lerares op onze school en ik vond haar heel spannend. Maar de meeste verliefdheden in die tijd waren op jongens en daar schaamde ik me erg voor. Ik denk dat die emoties wel een rode draad in mijn leven vormen.” Toen we ons gesprek begonnen, wist Toshio niet welke kanji hij zou kiezen. “Dat is een beetje… moeilijk voor me”, legde hij uit, “Want zo denk ik niet. Ik denk niet: wat vind ik het leukste, wat wil ik het liefste? Ik probeer gewoon om me heen te kijken wat er nodig is, en daar zo goed mogelijk aan te voldoen.” 

Toch wist Toshio toen hij zijn huidige vrouw zag direct dat hij haar leuk vond. “Ik zag haar op straat en het was net een film, alsof de tijd langzamer ging en alles om haar heen onscherp werd. Eerst dacht ik nog: ‘wat een mooie jongen’, maar toen ze zich omdraaide… het was alsof ik door de bliksem geraakt werd. Ze is klein, plat als een plank, en met heel kort haar. Zo’n meisje dat in Japan uitgescholden zou worden voor “garuson”, van het Franse woord voor jongen, omdat ze jongensachtig is. Ik viel als een blok voor haar, maar het kostte me wel wat overredingskracht voordat ze mijn vriendinnetje wilde worden!”

Eén van de redenen dat zijn vrouw aanvankelijk twijfelde, was omdat ze vond dat Toshio er zo saai en kleurloos uitzag. “De jonge generatie van nu lijkt wel vrijer,” mijmert Toshio, “ze kleden zich meer androgyn en bevragen de normen van mannelijkheid: als vrouwen broeken mogen dragen, waarom zouden alleen meisjes en vrouwen rokken en jurken mogen dragen? Dat was in mijn tijd helemaal niet aan de orde. Hoe aantrekkelijk je was als man hing af van je otokorashisa – je mannelijkheid – en die kon de buitenwereld inschatten aan de hand van je betrouwbaarheid, je status, je loyaliteit en je productiviteit. Nu kijken vrouwen vaker naar welk kapsel een man heeft en hoe hij zich kleedt.”

Ook in Japan lijken de man/vrouw-verhoudingen dus te verschuiven. Maar schijn kan bedriegen en de rebelse kleding kan ook een puberale fase zijn. “Er komen steeds meer  iku-men – mannen die hun kinderen opvoeden – maar het belangrijkste Japanse archetype van mannelijkheid is nog steeds de kantoorklerk: hij heeft een vaste baan, in pak en met een koffertje, en onderhoudt daarmee zijn gezin. Dat is een plaatje waar ik gewoon niet in pas.”

In Nederland vond Toshio andere plaatjes, hokjes en voorbeelden. Toch is het niet zo dat hij Nederland verkiest boven Japan. “Ik blijf altijd een Japanner, want ik houd van Japan en ben trots op mijn achtergrond en cultuur. Maar als biseksuele Japanner voel ik me nu thuis in Utrecht.”

De naam Toshio is een pseudoniem.

*

Onder de titel “De Kracht van Kanji” doet de Stichting Japan Fans artistiek onderzoek naar Utrechters van Aziatische afkomst. De resultaten van dit onderzoek presenteren zij vanaf september in interviews en kanji (Chinese karakters) in diverse buurthuizen en bibliotheken in Utrecht. De Stichting Japan Fans streeft naar de oprichting van een centrum voor Japanse cultuur in Utrecht. “Als biseksuele Japanner thuis in Utrecht” is een exclusieve voorpublicatie voor de Gaykrant. 

*

Martine Mussies is als promovenda verbonden aan het Centre for Gender and Diversity van de Universiteit Maastricht. Naast haar onderzoek is ze professioneel musicus en beeldend kunstenaar. Momenteel werkt zij aan diverse projecten voor de  Stichting Japan Fans, waaronder een serie pianoconcerten met muziek uit Ghibli films. Voor het artistieke onderzoek ‘De Kracht van Kanji’ interviewt zij Utrechters van Aziatische afkomst en verwerkt hun verhalen in woord en beeld.

*

Klik hier de website van Martine.

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.