In deze column wil ik het graag over Annemarie Grewel (1935 – 1998) hebben. Niet zozeer over haar politieke carrière, maar over de tijd dat ze zich met het theater bezig hield, wat maar weinig mensen van haar weten.
Annemarie werd geboren in 1935 in Amsterdam. Ze was, wat ze toen noemden, van goede komaf: vader was neuroloog en moeder had in Parijs als bibliothecaresse gewerkt. Ze had een broer Charles. Het joodse gezin was de oorlog wonderwel goed doorgekomen en kon zich na de oorlog aan de Willemsparkweg vestigen.
Annemarie doorliep het Amsterdamse Lyceum en deed eindexamen gymnasium. Ze kon goed studeren en twijfelde of ze medicijnen of pedagogiek zou gaan studeren. De studie pedagogiek begon elke dag op een later tijdstip dan de studie medicijnen en Annemarie kon heel slecht haar bed uit komen, dus de keuze was snel gemaakt. Haar studie voltooide ze in Amsterdam en in 1963 studeerde zij af.
In de periode dat ze studeerde was ze lid van De Amsterdamse Studentenvereniging en zette ze zich in voor het studentencabaret. Daar leerde ze de passie van het theater kennen en bezocht ze met medestudenten vele voorstellingen in de Stadsschouwburg, waar ze met studentenkortingen de mooiste voorstellingen kon bekijken.
In 1957 leerde ze via de studentenvereniging schrijfster Mies Bouhuys kennen, waar ze jarenlang een vriendschappelijke band mee heeft gehad. Mies zag dat Annemarie gevoel voor teksten had en vroeg haar om naast haar rol in de musical Pluk een ster (gebracht door en voor het elfde lustrum van het Amsterdamse Studentencorps) ook als assistent van regisseur John Greter aan te treden.
Dit tot volle tevredenheid van Mies Bouhuys, die haar later nog vaak terug vroeg deze taak op zich te nemen. Zo ook voor de musical Alle wegen gaan naar Amsterdam, gebracht door Kunstmaand Amsterdam in 1960.Deze professionele musical speelde maar vijf voorstellingen in theater Carré, met onder andere Hedy d’Ancona (ja, de latere politieke collega van Annemarie), Piet Römer, Ton van Duinhoven, Dorien Mijksenaar (die na een theatercarrière in de plaatselijke politiek gegaan is), Herman Bouber, Ineke Huissens en vele andere theatermensen van verschillende theatervormen.
Uiteindelijk liet Annemarie het theater voor wat het was, ging als pedagoog–wetenschapper verder, werkte ze in verschillende functies voor de PvdA en zat ze in de Eerste Kamer. Ze had veel te danken aan de tijd die ze bij het studentencabaret had doorgebracht: daar had ze de basis gelegd om voor publiek te praten, wat ze in haar vele functies heeft moeten doen.
Annemarie had vaak vriendjes, maar haar gevoelens voor vrouwen namen steeds vaker de overhand. Toen Nelly Frijda in 1975 van haar echtgenoot ging scheiden en ook gevoelens voor haar eigen sekse kreeg, gingen de twee vrouwen samenwonen.
Dat werd een uitdaging voor Annemarie die steeds alleen gewoond had en haar eigen boontjes had moeten doppen, want Nelly nam drie jonge kinderen en een succesvolle acteercarrière met zich mee. Hier was enige organisatie nodig om alles in goede banen te leiden, maar in de relatie met Nelly voelde Annemarie zich als een vis in het water. Ze genoot van de drukte en van de kinderen om haar heen. Tien jaar lang heeft de relatie tussen Nelly en Annemarie geduurd, maar ze bleven tot aan de dood van Annemarie in 1998 bevriend en de kinderen bleven (toch ook) haar kinderen.
Annemarie leidde discussieavonden en congressen, heeft veel voor de emancipatie van de vrouw betekend en werkte voor de NVSH. Door de jaren heen deed ze af en toe nog iets voor het theater. Zo regisseerde ze voor het King Kong Collectief de voorstelling King Kong, geschreven door Willem Frederik Hermans, en speelde er een rolletje in naast onder andere Jan-Simon Minkema, Adèle Bloemendaal en Frans Icke.
Maar ook in debatten en discussies was Annemarie een graag geziene gast met haar scherpe opmerkingen. In theater Frascatie leidde ze vele debatten.
Na haar overlijden is er in 2000 een toneelstuk over haar gemaakt, genoemd – hoe kan het anders – Grewel. Het werd door de lesbische theatergroep Mevrouw Jansen op de planken gebracht, en mede door deze productie kreeg het gezelschap veel aandacht.
Annemarie is overleden aan kanker, maar daar wilde ze het in geen geval over hebben. Ze leefde door alsof ze niet ziek was. In haar laatste column schreef ze over positiviteit en haar aanstaande operatie. Kort erna is ze overleden en in een rode kist op Zorgvlied begraven.
Annemarie is maar 62 jaar geworden, maar deze jaren heeft ze volop geleefd. Ze heeft enorm veel voor de emancipatie van de (lesbische) vrouw gedaan waar wij als maatschappij en als LHBTI+gemeenschap nu nog steeds de vruchten van plukken.
*