Aldus Grunberg in Trouw: “Ik duik liever onder in het circus, het leger of de dans.” En Grunberg heeft meer talenten en rollen; masseren en kamermeisje spelen bijvoorbeeld. Maskers genoeg. Dat geeft te denken. Welke versie van Arnon Grunberg is eigenlijk de echte? Zichzelf beschouwt hij als een geloofwaardige homo, zoals hij ooit in De Volkskrant schreef.
Interview: Ranjith Postma
Beeld: Sander Voerman
‘Ik denk dat het algemeen bekend is dat vrijwel niemand honderd procent heteroseksueel is, of honderd procent homo,’ zegt Grunberg. ‘Daarom ben ik eigenlijk voor een losse en relativerende omgang met de eigen identiteit en met die van een ander.
intens
Zo kwamen de Vlaamse dichteres Charlotte Van den Broeck en ik in een openbare briefwisseling (in de Vlaamse krant De Standaard, RP) tot de conclusie dat dansen in het aangezicht van anderen voor ons een van de meest beschamende dingen was die we konden doen. Dus wilden we dit professioneel aanpakken en hebben we begin dit jaar gedanst in dansvoorstelling microcosm van Nicole Beutler, een Duitse choreografe.
Het was raar om zo lang (een half jaar repeteren en touren, RP) met zo’n kleine groep mensen zo nauw samen te werken. Als schrijver ben je toch gewend alleen te werken. Maar ik heb me aangepast aan die wereld, aan de professionals waar we mee dansten en aan wat er van mij gevraagd werd. Het was een mooie en leerzame ervaring. Op het moment dat ik danste voelde ik me een danser. Ik hou van assimileren, tot op zekere hoogte. Het was intens.
verlangen
In mijn vier mei lezing in 2020 Als ze het over Marokkanen hebben, zeg ik, dat als ze het over hen hebben, ze het ook over mij hebben. Ik verwijs naar Primo Levi (een Joods-Italiaans schrijver, RP) die schreef: “Ik kan niet begrijpen, niet verdragen dat men een mens beoordeelt niet naar wat hij is, maar naar de groep waar hij toevallig toe behoort.
‘Ik was eigenlijk het liefst op een rare manier onzichtbaar.’
Het is altijd, of bijna altijd eigenlijk, onterecht als je een individu, een mens, reduceert tot de groep waartoe hij zou behoren. Dat je niet meer ziet wie je voor je hebt, maar alleen ziet; daar staat een gay man. Natuurlijk, niemand is blind en we zitten allemaal met bepaalde vooroordelen – ik ook – maar daar hoef je niet naar te handelen. Het gaat erom, denk ik, dat je blijft zien met welk persoon je te maken hebt. Dat dat veel gevraagd is zie ik bijna dagelijks op sociale media. Maar ik denk wel dat je kunt verlangen naar zoiets fundamenteels.
vernederen
Discriminatie is een gruwelijke manier om mensen uit te sluiten en te vernederen. Ik denk dat mensen dat doen om zichzelf beter te voelen. Het is een gif dat je moet bestrijden en tegelijkertijd heb ik soms ook een probleem met de antiracismebeweging. Op het moment dat je je leven in dienst stelt van het bestrijden van een onrecht bestaat het gevaar dat je afhankelijk wordt van de vijand. Je loopt het risico een bepaalde felheid te ontwikkelen, geobsedeerd te raken.
Ik denk dat je onrecht mag bestrijden, dat vechten tegen de vijand soms noodzakelijk is. Maar zonder te vervallen in fanatisme, zonder dat je niet meer bij machte bent de grijze zones te zien waar we allemaal in zitten. Ik denk dat als je iemand van mening wil doen veranderen of tot de orde wil roepen, het geen zin heeft diegene te vernederen en uit te sluiten. Ik geloof dat burgers die elkaar straffen op sociale media niet de goede weg is en eigenlijk een nederlaag is.’
maskers
In zijn boek De dood in Taormina voert Grunberg de zesentwintigjarige Zelda op. Zij is op jonge leeftijd door haar moeder bij haar vader achtergelaten. Zelda vindt haar moeder terug die een relatie blijkt te hebben met een vrouw. Als puber wordt Zelda lokeend voor een jeugdbende. Ze verleidt oudere mannen die vervolgens door haar companen beroofd worden. Ook in haar relaties manipuleert Zelda de mannen met wie ze is. Ze neemt verschillende rollen aan en speelt toneel. In het begin van het boek zegt ze: “Ik ben eigenlijk een heel net meisje.” En twee regels verder: “In het woord ‘eigenlijk’ zit het hele verhaal, het verlangen, de verwarring, het noodlottige misverstand.”
‘Ik denk dat eigenlijk iedereen maskers opzet,’ zegt Grunberg. ‘Ik begrijp haar en heb veel sympathie voor haar. Op een bepaalde manier bewonder ik hoe zij zich door het leven slaat.bewondering
Sommigen zijn zich daar niet zo bewust van. Maar natuurlijk doe je altijd aan een bepaalde vorm van rollenspel en ben je net iemand anders thuis dan bij je vrienden, of als je op kantoor zit of in de supermarkt boodschappen doet. Je bent nooit helemaal dezelfde. En ik denk dat het heel goed is dat te beseffen. Soms speel je toneel en ben je beleefd terwijl je eigenlijk onbeleefd wil zijn of zeg je iets niet dat je wel wil zeggen. Dat hoort bij beschaving, dat hoort bij mens zijn, dat doen we allemaal.
Ik denk dat Zelda een personage is dat dat wat bewuster doet, wat hartstochtelijker en met meer inzet. Flirten, iemand verleiden, is eigenlijk een spel. Dat spelen zelf is voor mij essentieel en een van de mooiere dingen in het leven. Ik ben zonder meer dol op Zelda. Anders had ik haar niet bedacht en vormgegeven. Ik heb heel veel bewondering en respect en liefde voor haar.
zielig
Hoe iemand zich gedraagt in een bepaalde situatie is fascinerend. Het observeren van anderen is, denk ik, voor mij – en dat is het altijd al geweest – de basis van het schrijven. In mijn puberteit heb ik mezelf een redelijke buitenstaander gevoeld. Wat ik eigenlijk helemaal niet zo erg vond. Ik vond het heel prettig om langs de kant te staan en te kijken hoe andere mensen een feestje beleefden of hoe andere mensen dansten.
‘Ik denk dat het algemeen bekend is dat vrijwel niemand honderd procent heteroseksueel is, of honderd procent homo.’
Al komt dat oorspronkelijk voort, denk ik, uit de gedachte dat ik me een buitenstaander voel en dat mijn eigen verhaal eigenlijk niet de moeite waard is, dat mensen daarin niet geïnteresseerd zijn. Ik wil helemaal niet doen alsof ik daarin uniek ben. Ik denk dat heel veel pubers dat hebben. Bij de een is dat gevoel wat groter dan bij de ander. En bij mij was dat gevoel sterk aanwezig. Nu heb ik dat niet meer. Want natuurlijk wilde ik op een gegeven moment wèl meedoen. Het is een van de redenen waarom ik bepaalde keuzes in mijn leven heb gemaakt.
Je kunt alles heel erg problematiseren, en ik probeer hiermee niet te zeggen dat ik zielig was, alleen dat ik op een bepaalde manier leefde en dat ik het eigenlijk heel fijn vond om niet de aandacht op mij gevestigd te krijgen.
pijn
Nou ja, soms wel hoor. Ik hield niet voor niks van toneelspelen. Of ik vestig de aandacht juist enorm op me door iets heel overdrevens te doen of iets heel geks. Maar op een feestje of in het algemeen niet. Ik was eigenlijk het liefst op een rare manier onzichtbaar. En vanuit die onzichtbaarheid naar anderen kijken en hen ondervragen heb ik altijd eigenlijk heel fijn gevonden.
Dat vond ik niet raar en deed mij geen pijn. In tegendeel. Ik ben daar steeds meer van gaan houden. Het afnemen van interviews vind ik nog steeds ontzettend leuk en doe ik met heel veel plezier.’
———-
Binnenkort gaat Grunberg beginnen aan een nieuwe roman en momenteel is hij bezig met een non-fictie boek voor uitgeverij Pluim; een soort essay over vluchtelingen ten tijde van de oorlog in Oekraïne. Daarvoor is hij een week in Tblisi geweest. Daar zitten heel veel Russische en Oekraïense vluchtelingen. In juli is hij naar het opvangcentrum voor asielzoekers in Ter Apel geweest en in september gaat hij naar Oekraïne.
One thought on “Arnon Grunberg: “De schrijverswereld is voor mij niet een gemeenschap waar ik bij wil horen””