Directeur Bi+ Nederland Barbara Oud: “Ik wil wegblijven van de stereotypes”

Barbara Oud is van voorzitter van Bi+ Nederland, naar de functie van directeur van Bi+ Nederland gegaan. Redacteur Ronald Mol zocht haar op om te vragen naar de reden van die verandering. Ook wilde hij weten wat er door Bi+ Nederland wordt gedaan en waarom dat nodig is. Maar het werd geen dramatisch verhaal want, zo zei Barbara: “Ik wil wegblijven van de stereotypes”.

Tekst: Ronald Mol, redacteur politiek.

Barbara Oud, het valt toch op: geen voorzitter meer, maar nu directeur van Bi+ Nederland. Waarom was deze organisatiewijziging noodzakelijk?
Nouja, om een stukje geschiedenis te geven: in 2016 hebben we de EuroBiCon georganiseerd, een Europese conferentie over biseksualiteit. Daarbij kwamen we met mensen van over de hele wereld bijeen voor ontmoetingen, kennisuitwisseling en workshops. Aan het einde konden we de opgedane kennis niet zomaar laten wegvloeien. Dus toen zijn we een denktank gestart. Destijds dachten we dat het een project met een begin- en een einddatum zou zijn, van ongeveer een avond of zes…

Oh girl, were you wrong…
Hahaha! Dat is inderdaad niet gelukt! Uiteindelijk bleek dat twee jaar te zijn. Toen kwamen we tot de conclusie dat we als denktank niet verder zouden komen, dus hebben we in 2019 met een klein groepje van zeven personen een stichting gevormd. Toen zijn we ook overgestapt op de term bi+. Op die manier konden we een grotere groep van mensen die op meer dan één gender vallen benoemen. Bi+ is voor ons een parapluterm voor mensen die op meer dan één gender vallen. Sommigen noemen zichzelf biseksueel, panseksueel, fluïde of queer. Maar er zijn ook veel mensen die hun bi+ zijn niet benoemen. Kortom: heel veel mensen die allerlei termen gebruiken om hun seksualiteit te omschrijven, maar die als overeenkomst hebben dat ze op meer dan één gender kunnen vallen. Het is een term die veel inclusiever is.

En als je niet onder deze parapluterm valt?
Dan noemen we dat monoseksueel: iemand die uitsluitend op één gender valt. Dus homo, lesbisch of hetero. Goed, de mensen in die stichting hielden zich met van alles bezig: community-vorming, pleitbezorging, onderzoek… En dat groeide heel snel. Nu zijn we met ongeveer dertig vrijwilligers en mensen die op een andere manier betrokken zijn bij ons werk. Die groei zorgde ervoor dat we een nieuwe structuur nodig hadden, we hopen bijvoorbeeld ook mensen in dienst te kunnen nemen. En om dat allemaal nog professioneler te laten verlopen ben ik als directeur van Bi+ Nederland aan de slag gegaan.

Mooi om te zien dat de Bi+ vertegenwoordiging steeds professioneler en zelfbewuster wordt, maar dan de groep die jullie vertegenwoordigen: jullie hebben onderzoek gedaan naar bi+ mensen om erachter te komen wat er bij hen leeft. Wat kwam er uit dat onderzoek?
We hebben onderzoek láten doen. We vinden namelijk dat zoiets gedaan moet worden door kenniscentra en universiteiten. En zij zijn voor ons aan de slag gegaan met de vraag: hoe gaat het met bi+ mensen? En daarmee heb je ook meteen een antwoord op je vraag; ze gebruiken meerdere termen, soms door elkaar heen, om hun seksualiteit te omschrijven. Ik merk dat ook aan mezelf: als ik in een groep mensen zit die de termen wel snappen, dan omschrijf ik mezelf als panseksueel. Maar aan mijn buurvrouw bijvoorbeeld, leg ik het eerder uit als biseksueel. Afhankelijk van de situatie gebruik ik een beschrijving waarvan ik denk dat die de meeste kans heeft om begrepen te worden. Ik gebruik dat label dus meer voor de toehoorder dan voor mijzelf. Ik zie mijzelf gewoon als iemand die valt op meerdere genders.

En dat is dus iets wat je bij die groep wel vaker ziet?
Het maakt vooral duidelijk dat er een grote diversiteit in de groep te ontdekken is. Niet alleen in de termen die bi+ mensen gebruiken om zichzelf te omschrijven, maar ook in de ervaringen die ze hebben opgedaan of in de relatievormen die ze hebben. Wat ze wel met elkaar delen is de wens om meer zichtbaar te zijn en om serieus genomen te worden.

En dan bedoel je serieus genomen worden door de monoseksuelen…
Precies. We kennen natuurlijk de heteroseksuele norm, die zien we iedere dag om ons heen. Maar er is dus ook de monoseksuele norm, men verwacht eigenlijk dat je op één gender valt. Het onderscheid tussen heteroseksueel en homoseksueel begrijpen de meeste mensen inmiddels wel, maar zodra je op meer dan één gender valt, gaat het schuren. Men heeft daar automatisch allerlei vooroordelen over. Dat zorgt er weer voor dat het mentale welbevinden van bi+ personen slechter is dan van monoseksuele mensen. En dat terwijl de ‘B’ van LHBTI bestaat uit ongeveer één miljoen mensen. Bi+ mensen zijn eigenlijk de grootste groep binnen de regenboogcommunity. Dat zien we ook onder jongeren; bi+ jongeren worden vaker gepest dan zowel hetero als homo jongeren.

En wat zou jij als directeur van een belangenbehartigingsorganisatie nu tegen die bi+ mensen willen zeggen. Wat zou jij de Barbara van toen willen laten weten?
Ik wil wegblijven van de stereotypes. Want als je die gaat benoemen, dan versterk je ze alleen maar. Dus aan de Barbara van toen zou ik willen zeggen dat het oké is zoals je bent. En als ik breder kijk dan mezelf, dan zou ik willen dat we normen gaan oprekken. Daarmee zeg ik niet dat we ze overboord moeten gooien, we zijn niet tegen normen. Maar eigenlijk zou diversiteit de norm moeten worden. Er moet meer mogelijk zijn. Dus wat je seksuele oriëntatie ook is; je moet de gelegenheid hebben om -uiteraard met consent- liefde, lust en relaties vorm te geven op een manier die bij jóú past. En niet zoals die wordt gevormd door normen die we aangeleerd krijgen.

Daarvoor hebben we meer diversiteit in representatie nodig en meer kennis. Dat gaat in stapjes. Ik heb het bijvoorbeeld over zichtbaarheid van seksuele diversiteit, maar ook van relatiediversiteit. Dat laatste is trouwens een thema dat speelt bij zowel bi+ mensen als voor monoseksuele mensen, dus vandaar dat wij ook als slogan hebben: ‘Meer ruimte voor iedereen!’ Wij denken namelijk dat er op die manier automatisch ook meer ruimte ontstaat voor monoseksuele mensen om zichzelf te kunnen zijn.

Wat dat betreft hebben we met Astrid Oosenbrug, de huidige COC-voorzitter, een goed voorbeeld.
Absoluut, maar helaas is één voorbeeld niet voldoende. Je lost daarmee het probleem van een gebrek aan zichtbaarheid niet op. We willen structureel meer voorbeelden van de diversiteit die we zien onder bi+ mensen. Daarom zetten we in op meer bi+ inclusie, want acceptatie is voor ons niet genoeg. Dat duidt namelijk op een bepaalde hiërarchie. Maar het is absoluut van belang dat er zo iemand als Astrid actief is bij het COC, om duidelijk te maken dat het oké is om bi+ te zijn.

Maar zijn er daarvoor wel genoeg mensen beschikbaar om die rol op zich te nemen?
Dat zou wel moeten. Zoals gezegd: bi+ mensen zijn de grootste groep binnen de regenboogcommunity, alleen worden die vaak niet zo gezien of behandeld. Dat is ook iets wat zich heeft ontwikkeld in de afgelopen decennia, vanuit een homo-emancipatiebeweging die ook ruimte maakte voor vrouwen. Zo werd dat langzaam uitgebreid. We zien bijvoorbeeld ook dat bi+ mensen die een relatie hebben met iemand van het andere geslacht of gender -een hetero ogende  relatie- zich niet persé welkom voelen binnen de LHBTI+ community. En toch zouden ze wel welkom moeten zijn, op basis van hun seksuele oriëntatie of aantrekkingskracht.

Dus we hebben het over verschillende dingen die beter kunnen: de normen die maken dat mensen niet zichzelf kunnen zijn; we hebben een situatie waarin het niet zo voordelig is om te zeggen dat je bi+ bent. Als je een relatie hebt met iemand van het andere gender, dan wordt het niet direct positief ontvangen wanneer je zegt dat je bi+ bent. Omdat je dan al die onterechte vooroordelen over je heen krijgt. En vervolgens heb je nog het feit dat bi+ mensen zich niet altijd welkom voelen bij homo en lesbische mensen. Daar zien we dan ook een taak voor ons weggelegd, om een bi+ community te creëren.

Maar we zien liever dat de regenboogcommunity zelf ook inclusiever wordt. Ik zou graag willen dat bi+ mensen meer als onlosmakelijk onderdeel van de LHBTI+ gemeenschap wordt gezien. We zien bijvoorbeeld dat als die afkorting wordt uitgeschreven, de L, de H en de T wel voluit worden geschreven, maar de B en de I vaak niet uitgeschreven worden. Wat we ook zien dat er bijvoorbeeld lesbische feesten worden georganiseerd, waarbij er vanuit gegaan wordt dat bi+ vrouwen zich ook welkom voelen. Voor bi+ vrouwen is dat lang niet altijd duidelijk. Als je een feest organiseert voor vrouwen die (ook) van vrouwen houden, dan is de toon al heel anders. Dus ik roep de kartrekkers binnen de regenboogcommunity dan ook op om de kennis die wij in huis hebben tot zich te nemen. Zo kunnen we samen de regenboogcommunity inclusiever maken.

Maar wat let je om dan een keer een feest specifiek voor bi+ mensen, of specifieker nog: bi+ vrouwen te organiseren en dan de “hardcore lesbians” buiten de deur te laten?
Haha! Ja oké, dat kan. Die organiseren we ook wel. Maar ik wil liever niet naar een situatie waarin allerlei groepen alleen maar naast elkaar kunnen bestaan. Soms is het belangrijk om een feest of evenement voor een specifieke doelgroep te organiseren. Maar tegelijkertijd is het belangrijk om te werken aan een situatie waarin we zorgen dat er meer ruimte is voor diversiteit. Elkaar versterken. Dat we elkaar kunnen ontmoeten op een plek waar onze identiteit op elkaar aansluit en dat we ons juist niet tegen elkaar gaan afzetten. We hebben elkaar nodig. Ook om ervoor te zorgen dat alle subgroepen waaruit de regenboogcommunity bestaat, gezamenlijk een plek vinden in de samenleving. Dus: Meer ruimte voor iedereen!

Meer ruimte voor iedereen is een mooie ambitie, noem er nog eens een paar?
We zijn bezig met kennisontwikkeling. Waar we bijvoorbeeld nog steeds weinig over weten is hoe het zit met seksueel geweld en seksueel overschrijdend gedrag bij bi+ mensen. En dat terwijl het wel de grootste groep is die ermee te maken krijgt, ook in verhouding tot homo en lesbische mensen. We willen in de toekomst ook meer betekenen voor mensen die seksueel overschrijdend gedrag hebben meegemaakt. Verder zijn we bezig met community-building, pleitbezorging en nog veel meer.

We pakken graag nog veel meer op, omdat we echt denken dat wanneer er meer ruimte komt voor bi+ mensen, er ook meer ruimte komt voor monoseksuele mensen. We willen groeien qua vrijwilligers, nog meer organiseren en daarmee ook meer zichtbaarheid creëren op dit thema. Daarom lopen we mee met de Pridewalk, is er een pubquiz op dinsdag tijdens Pride at the Beach, op woensdag is er een Bi+ Meet-up bij café Lola The Green Aardvark en varen we mee tijdens de Canal Parade met een Bi+ boot. En op 24 september, de dag na Bi-Visibility Day, organiseren wij in Utrecht de Bi+ dag in het congrescentrum DUS in Utrecht. Met allerlei workshops, een paneldebat en natuurlijk leuke ontmoetingen met gelijkgestemden!

Die staat nu ook in mijn agenda, veel succes met alle voorbereidingen!
Wil je meer weten over Bi+ Nederland? Klik dan hier!

 

 

 

 

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.