Komende maand is het Pride Amsterdam. De voorbereidingen zijn al in volle gang en het belooft met meer dan 300 activiteiten een mooie week te worden. We zullen als één grote LHBTI+gemeenschap hopelijk de gelederen sluiten en gezamenlijk de Pride Walk lopen en van de Canal Parade genieten.
De discussies rondom alles wat met Pride te maken heeft zullen misschien even verstommen opdat we het grotere doel van Pride – onze (wereldwijde) achterstelling, emancipatie en zichtbaarheid – nooit zullen vergeten. Want zoals inmiddels vrijwel elk jaar woedt er over alles wat met Pride te maken heeft wel ergens een discussie. Of het nu over een nieuwe invulling van het programma, over het thema (‘My Gender, My Pride’) of over het gebruik van de Progress Rainbow Flag gaat.
Discussie is goed. Zij is wat mij betreft een teken van volwassenwording van onze gemeenschap. Maar we moeten ons er ook niet al te zeer door uit elkaar laten drijven.
Op de dag van de Canal Parade publiceert Gaykrant het verhaal van onze jonge trans columnist Nick, die door zijn moeder verstoten werd nadat hij besloot in transitie te gaan. Zijn verhaal maakt duidelijk hoezeer ‘gender’ ook in deze tijd en ook in onze gemeenschap onze aandacht verdient. Op alle mogelijke manieren.
En dit geldt voor alle minderheden die zich bij onze gemeenschap aan willen sluiten en die hun zichtbaarheid willen tonen.
Voor velen belichaamt de regenboogvlag zoals deze was voldoende diversiteit. En dat mag. Het is niet voor niets jarenlang het symbool geweest van onze gemeenschap en het is niet meer dan begrijpelijk dat velen – met name de strijders van het eerste uur – het idee hebben afscheid te moeten nemen van deze vlag en dat zij daar moeite mee hebben.
Aan de ene kant zou ik willen zeggen: laat niemand anders jouw eigen symbool bepalen.
Aan de andere kant: wie ben ik om te bepalen dat één bepaalde vlag – één bepaald symbool – voldoende moet zijn voor iedereen?
Ik heb als Nederlandse, witte, homoseksuele cis-man mijn plekje onder de zon in dit land inmiddels zo’n beetje wel bevochten. Maar dat geldt niet voor iedereen, en dus niet voor iedere letter van onze kleurrijke gemeenschap.
Onze twintigjarige Nick is daar het levende bewijs van.
En van alle groeperingen in Nederland blijken biseksuele vrouwen het meeste te lijden te hebben van fysiek seksueel geweld.
Als we als gemeenschap voor al deze problemen onze ogen sluiten, zijn we mijns inziens geen knip voor de neus waard.
De Progress Pride Flag is voor mij daarmee een symbool van voortschrijdend inzicht, dynamiek en dus van vooruitgang geworden dat ik graag wil uitdragen. Zoals ik ooit in een interview zei: als ik als hoofdredacteur van het grootste LHBTI+platform van Nederland en Vlaanderen het gehele alfabet twee keer op en neer moet gaan om elke letter van onze gemeenschap te kunnen herbergen, als ik elke kleur en elk symbool van elke letter die zich bij onze gemeenschap aan wil sluiten moet gebruiken om deze letter een plek te gunnen, dan zal ik dat doen.
Elke letter, ieder persoon, elke groep mag, kan en moet misschien wel een eigen symbool uitdragen. Een eigen vlag. Een eigen kleur. Een eigen teken. Zo wissel ik het speldje van de regenboogvlag op mijn revers regelmatig af met het speldje van de roze driehoek.
Eenieder moet het recht hebben en krijgen zich te uiten zoals zij/hij/hen wil.
Het omarmen van deze maatschappelijke dynamiek, het bijeenbrengen van al die verschillen, de erkenning van een steeds veranderende wereld en dus van een steeds veranderende LHBTI+gemeenschap is niet iets waar we ons tegen moeten afzetten, wat verkeerd is, of waar we bang voor moeten zijn.
Het is de enige manier om zowel onze problemen, emancipatie, strijd, onze zoektocht naar een plek onder de zon als eventuele oplossingen daarvoor bespreekbaar te maken.
En al die symbolen, kleuren en vlaggen kunnen we heel goed in een steeds veranderende vlag integreren.
Die dynamiek is juist de wezenlijke drijfveer van onze gemeenschap.
Laten we die vooral omarmen.
*
Rick van der Made (Breda, 1968) is hoofdredacteur van Gaykrant. Hij is ook dichter en columnist. Rick woont met zijn huisgenote Pascale en hun twee katten Boris en Klaas in Hooge Zwaluwe.