Gerardjan Rijnders ontmoette via een datingsite een man. Hij noemde zich “Jack.’ Of Gerardjan er wel van op de hoogte was dat deze man een escort was? Dat was Gerardjan – nogal naïef – niet. Omdat hij vermoedde dat er wel eens een interessant verhaal in deze man zou kunnen zitten vroeg hij hem of hij hem mocht interviewen. Aanvankelijk mocht dit niet, maar na enige tijd zocht de man toch weer contact; dat hij ervoor open stond, mits het discreet kon gebeuren.
Tijdens de interviews die Gerardjan opnam op zijn telefoon, vervormde de man zijn stem en liet Gerardjan beloven dat, nadat Gerardjan met de opnames had gedaan wat hij van plan was, hij ze zou vernietigen. Dat heeft hij ook gedaan.
Het verhaal dat volgde zou meerdere sessies van uren in beslag nemen. Het bleek een verhaal over misbruik, mensenhandel, prostitutie, mishandeling, zelfs marteling. Een verhaal dat begon op achtjarige leeftijd en waar geen ontsnappen aan mogelijk leek. Er blijkt een compleet circuit van illegale prostitutie in onze hoofdstad te bestaan. In de tijd van de coronapandemie, toen alle bordelen en alle darkrooms moesten sluiten, nam het aantal illegale bordelen handoverhand toe.
Om de zoveel maanden verplaatsten die bordelen zich om maar onder de radar te blijven. Een wereld die bij zowel de vastgoedreuzen, de politie als bij veel prominent politici bekend is. Zij verschijnen met naam en toenaam in het verhaal. Een constructie waarin politiek en politie elkaar de hand boven het hoofd houden waardoor het voortbestaan van deze mishandeling en mensenhandel tot op de dag van vandaag mogelijk blijft en blijft voortbestaan.
Na de interviews zat Gerardjan met een veelheid informatie die hij eigenlijk niet wilde weten. Die niemand wil horen, maar die wel verteld moet worden. Hij besloot ze uit te schrijven. Woord voor woord, onderbreking na onderbreking, pauzes, herpakkingen, fouten, herhalingen. Hij schreef zo nauwkeurig mogelijk de letterlijke tekst uit. Het leverde een verhaal op dat te gruwelijk was om in zijn geheel te lezen, laat staan te horen, laat staan te zien. De enige interventie die Gerardjan zichzelf toestond was schrappen. Omdat door de veelheid aan gruwelijkheden een lezer of kijker blasé zou kunnen raken waardoor de boodschap niet meer aankomt, zag hij zich genoodzaakt uit deze gruwelijkheden te kiezen en sommige passages te schrappen. Samen met Thijs en Roelof besloot hij het experiment aan te gaan of er theater in zit.
MOTIVATIE
Soms kom je verhalen tegen die vanaf het moment dat je weet dat ze bestaan het niet meer verdragen niet verteld te worden. Omdat de kennis ervan een verantwoordelijkheid in zich draagt. Niets zeggen komt gelijk te staan aan verzwijgen. Het verhaal van een man die al veertig jaar rondloopt met een geheim dat niet alleen over hem gaat, maar om zoveel meer ongelukkige mannen en vrouwen in ons land die onder de radar gedwongen sekswerk verrichten, verhandeld en gemarteld worden en keer op keer als onoplosbaar feit worden bestempeld.
Uiteindelijk bleek in dit persoonlijke verhaal een klassiek, afgerond en aangrijpend verhaal te zitten. Een verhaal dat de persoonlijke anekdote overstijgt, omdat het raakt aan de oerdrift van de mens te overleven tegen de klippen op. Een verhaal over de onoverwinnelijkheid van de hoop. Over het wonderlijke vermogen van de mens in iedere situatie op zoek te gaan naar de mogelijkheden. Over het fenomeen verslaafd te raken aan dat wat ons uiteindelijk kapot zal maken, maar hoe die verslaving toch zo van sterker lijkt dan het gezonde verstand. Maar dat is eigen aan een verslaving.
Kortom een universeel verhaal over de (on)wendbaarheid van ons, de mens, die zich staande houdt no matter what. VERHAAL
Op zevenjarige leeftijd scheiden de ouders van Jack. Hij blijft bij zijn moeder wonen die al op zijn achtste een nieuwe vriend heeft. De stiefvader. In die eerste zomer wordt er veel gezwommen. Steeds vader komt hij met zijn stiefvader in de kleedhokjes terecht waar ze samen afdrogen en omkleden. Al vrij snel weet stiefvader hem te bewegen handelingen uit te voeren die hem tot dusver onbekend waren. Hij moest uiteindelijk steeds oraal en manueel zijn stiefvader bevredigen.
“Maar het beperkte zich steeds tot dat kleedhok in het zwembad. Pas toen augustus voorbij was en ik dus weer naar school moest, toen ging het thuis ook beginnen”
Steeds vaker wanneer zijn moeder niet thuis was, of wanneer ze sliep, zocht stiefvader hem op en wilde gepijpt worden.
“Ik heb hem gewoon gelikt, want ja, pijpen geen idee”
Voor enige tijd ‘beperkte het zich tot deze orale mishandeling. Toch blijkt, zoals helaas viel te verwachten, een complete verkrachting niet uit.
“Alsof je een heggenschaar… Dat heb ik nooit gehad. Maar alsof je wordt opengeknipt.”
Vanaf dat moment veranderde er iets.
“Het is net als met een seriemoordenaar. Die heeft voor de eerste keer iemand omgelegd, dat geeft een soort high dus hij moet, er volgen er nog twintig. Zo was het met dit ook. Het hek was van de dam, in die zin, het gebeurde niet wekelijks, maar wel regelmatig”
Stiefvader begint hem te ‘verhuren’ aan andere mannen. Hij maakt een serie polaroids om zijn ‘waar aan te prijzen’. Tijdens de handelingen wacht hij dan in de woonkamer terwijl de 9 jarige jongen in de slaapkamers van deze ‘klanten’ wordt verkracht. Het duurt tot de puberteit dat hij ontspoort. Na uithuisplaatsing, pleeggezinnen, internaten en een ontsnapping komt hij terecht in ‘het circuit’ en vervolgens in het illegaal bordeel waar mannen uit heel Europa naar toe worden gelokt onder het mom van ‘een zogenaamde baan in een pizzeria’. Bij aankomst worden ze gedrogeerd, worden hun spullen en telefoon afgepakt en worden ze in drie maanden tijd gedrogeerd gehouden, uitgebuit en kapot gemaakt. Waarna ze gedesillusioneerd zonder spullen en zonder geld op straat worden gezet.
“Sommigen van die jongens komen dan na twee uur alweer terug. Die hebben zoiets van, ja wat moet ik nu? Dan heb je drie maanden lang de hoer uit lopen hangen, je bent behoorlijk verslaafd geraakt en je hebt geen cent verdiend, nul”
De rest van zijn leven volgt. Hij doet meerdere pogingen om te ontsnappen, maar dat lijkt niet mogelijk. Langzaam werkt hij toe naar de ultieme vraag die hem ’s nachts wakker houdt: weet zijn moeder hiervan? Wat als zij ooit de polaroids gevonden heeft, dan moet ze er toch van geweten hebben? En waarom heeft ze er dan nooit iets van gezegd of tegen gedaan? Met die pijnlijke vraag blijf je als publiek achter bij een man die naar eigen zeggen een soort geluk heeft gevonden. Die voldoening heeft gevonden in de pijn omdat hij die keer op keer weer weet te overwinnen. Waardoor hij wel mooi degene is die in charge is.
Wat zien we
Midden op een verder lege vloer staat een kleine verhoging van tweeëneenhalf bij tweeëneenhalve meter. Gemaakt van het zwarte schuimrubber waar gereedschap vaak in verpakt zit. In dit geval zijn het vele houten onderdelen. Op deze vloer staat een schemerlamp.
Jack gespeeld door Thijs, zal gedurende de gehele voorstelling op dit vierkant blijven. De maatvoering van deze ruimte komt in het begin van de tekst letterlijk naar voren als de grootte van de ruimte waar de jongens in het bordeel ’s avonds en ’s nachts en werken en overdag slapen en waar ze gedurende maanden verblijven zonder daglicht te zien.
Gedurende de voorstelling haalt de man steeds houten onderdelen uit de vloer en zet hij dit Ikea-achtige meubel in elkaar. Tegen het eind van de voorstelling is duidelijk dat het meubel een stoel wordt. Een Ikea stoel. Alsof de persoon nog een keer probeert een normaal leven op te bouwen. Uiteindelijk zit hij op de stoel met alleen een slip aan, die bij nader inzien een speedo-zwembroek is. We horen honderden kinderstemmen. We horen ze plonzen in het water van een zwembad. We bevinden ons op de bodem van het zwembad waar “het begon”. Het trappetje, de enige uitweg, is te hoog om te bereiken. De persoon zit nog steeds vast in het zwembad waar zijn leven ooit ontspoorde.
Dans
Gedurende de voorstelling wordt de vertelling op gezette tijden onderbroken door een hevig in knallende muziek. Jack onderbreekt zijn verhaal en als in een Pavlov-reactie begint hij een intensieve showballet-choreografie. Thijs, die geen danser is, raakt zichtbaar uitgeput door deze handeling.
Wanneer de muziek stopt gaat hij abrupt verder in waar hij zijn verhaal stopte, met alle gevolgen van dien. Het is de verbeelding van het niet kunnen ontkomen aan wat er van hem gevraagd wordt en de kick en adrenaline die de uitputting hem schenken.
Wanneer Jack aan het einde van de voorstelling in alleen een speedo op zijn stoel achterblijft, kinderstemmen en zwembadgeluiden de vertelling overstemmen, om te eindigen in de verbeelding van een majestueuze plons in het water, start nog een keer deze muziek. Jack lijkt het te horen, maar hij negeert het dit keer. Hij danst niet. Een klein sprankje hoop gloort dat hij er dan toch in slaagt niet aan de teisterende roep te antwoorden, voor een keer. Het is het kleine beetje hoop dat we mee willen geven. Een sprankje hoop die we met het vertellen van deze voorstelling hopen te bereiken.
Makers
Kat op het Spek
Theatergroep Kat op het Spek verbindt theater, literatuur en actualiteit aan de hand van rauwe, poëtische, attaquerende verhalen die het gevoel geven in een kring rond het vuur te zitten, in een punkconcert. De theatergroep is opgericht in 2015 vanuit de wens van Thijs Prein en Roelof Pothuis om theater in te steken als een onderzoek naar nieuwe, pure, vormen waarin alle ingrediënten zichtbaar blijven; tekst, vormgeving en verschillende kunstdisciplines. Steeds gaan zij de verbinding aan met andere makers, muzikanten of schrijvers. Waarbij ze laten zien dat alle aspecten van een productie (artistiek, decor, techniek, licht, muziek) een gelijke stem hebben in de voorstelling.
Gerardjan Rijnders
Gerardjan heeft met zijn indrukwekkend CV een onuitwisbare stempel op het theater gedrukt. Hij stond niet alleen aan de wieg van meerdere nog altijd gerenommeerde gezelschappen (ITA), speelstijlen (montage theater) en stukken (liefhebbers), zijn vernieuwende visie en drang om te blijven maken zijn nog altijd even levend als hijzelf. Het maakt samenwerken met Gerardjan een recht voor zijn raap aangelegenheid. Wat al gedaan is, interesseert hem niet, wat niet absoluut noodzakelijk is wil hij niet zien. Het levert een sobere, haarscherp gefileerde stijl op die zich voornamelijk kenmerk door het afwezig zijn van al het onnodige. Door situaties, taal en beeld te ontdoen van alles wat niet bijdraagt aan de kern, hakt hij universele beelden uit gecompliceerde thematieken en problemen.
Thijs Prein
Tijdens zijn afstuderen aan de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunstacademie richtte Thijs samen met Roelof en Gerardjan theatergezelschap De Hollanders op. Samen met gerenommeerd Nederlandse schrijvers maakten zij steeds aan de actualiteit ontleende voorstellingen. Deze samenwerking zetten zij voort met de nieuwe stichting Kat op het Spek. Naast het spelen en produceren van eigen werk speelde Thijs vanaf zijn afstuderen in vele reizende voorstellingen en producties. Met Kat op het Spek komt hij komende jaren na het corona-interval uit met een reeks voorstellingen in coproductie met de sinds een jaar bestaande maakplek Het Motorblok in Zaandam.
Roelof Pothuis
Roelof Pothuis is sinds zijn afstuderen aan de Theaterschool Amsterdam, richtingen scenografie en techniek verantwoordelijk voor alle vormgevingen en concepten van de voorstellingen van De Hollanders, Kat op het Spek en een indrukwekkende hoeveelheid producties van externe gezelschappen en producenten. Daarnaast is hij vormgever op internationaal niveau van binnenhuisarchitectuur tot meer kunstzinnige installaties. Ook heeft hij de theaterzaal van Het Motorblok ontworpen en gebouwd.
*
Slakje
Kat Op Het Spek
In het Parool Theater Student Hotel Centre
30 juli, 20:00 uur
31 juli, 20:00 uur
1 augustus (tijd volgt)
6 augustus, 20:00 uur