‘De oesters die als delicatesse worden gegeten zijn ooit uit Japan naar Europa gehaald en hebben zich verwilderd en gretig langs onze kust voortgeplant,’ zegt Koos Dijksterhuis. ‘Ze komen daarbij uitbundig klaar in een gigantische gangbang. Met korte tussenpozen spugen ze wolken eitjes of zaadjes uit, die het water melkachtig vertroebelen. In een paar warme zomers in de jaren zeventig en begin jaren tachtig was er een explosieve ei- en zaadlozing langs de hele kust. Het zwemwater werd er troebel van en badgasten vluchtten het water uit.’
Beeld: Koos Dijksterhuis
‘Eén zo’n Japanse oestervrouw kan wel honderd miljoen eitjes produceren, waarop de mannetjes ad rem reageren met hun zaadlozing. Overigens is het verschil tussen de seksen bij oesters en sommige andere schelpdieren relatief, want ze zijn tweeslachtig, wat je tegenwoordig binair zou kunnen noemen.
‘Die geslachtsverandering vindt waarschijnlijk plaats als het dier er groot en dik genoeg voor is’
Maar oesters zijn dat op een aparte manier. Ze beginnen hun leven als mannetje en worden na een paar jaar vrouw. Die geslachtsverandering vindt waarschijnlijk plaats als het dier er groot en dik genoeg voor is, en soms misschien ook als het dier nog jong en klein is maar in een overvloed aan voedsel leeft. De productie van eitjes kost meer energie dan de productie van zaadjes. Met een kleine energievoorraad krijgt een oester meer nakomelingen als hij zaadjes loost, bij een grote voorraad als ze eitjes loost.
Muiltjes doen dat ook: van man in vrouw veranderen. Muiltjes zijn zeeslakken met een slakkenhuis, maar dan een slakkenhuis van slechts één winding en met een wagenwijde opening. Die opening gaat halfslachtig schuil achter een wit, iets naar binnen geduwd plaatje. Een muiltje lijkt niet te kunnen kiezen tussen een echte spiralende horen en een platte schaalhoren. Het muiltje is de vleesgeworden nuance van het niet kunnen kiezen, altijd die twijfel, altijd beide zijden van de zaak zien. De meest intrigerende beide kanten van het muiltje zijn wel de mannelijke en vrouwelijke kant.
‘De vrouwtjes hebben de meeste ervaring, de grootste schelp en de sterkste schouders’
Muiltjes stapelen zich op tot een zogenoemde ketting, met de oudste en grootste dieren onderop. Omdat ze pas na een paar levensjaren van geslacht veranderen, zijn die oudste muiltjes onder op de stapel altijd vrouwtjes. De vrouwtjes hebben de meeste ervaring, de grootste schelp en de sterkste schouders. Ik heb nooit begrepen waarom feministen het muiltje niet als vrouwenteken hebben gekozen. Misschien omdat muiltjes te veel aan de pantoffels van oude mannen doen denken.
De meeste slakkensoorten, maar niet alle, kennen twee geslachten: man en vrouw, maar de meeste (niet alle) daarvan verenigen die beide geslachten in elk individu. Ze veranderen niet van geslacht maar zijn hun hele leven zowel man als vrouw. Ze zijn hermafrodiet, genoemd naar de Griekse god Hermaphroditus, die vrouw en man ineen was.
Hoewel er soorten zijn die dat kunnen, wil die tweeslachtigheid niet zeggen dat slakken zichzelf bevruchten. Dat heeft alleen zin bij gebrek aan partners. Geslachtelijke voortplanting is juist ontstaan om genetisch materiaal van verschillende individuen te mixen.
Ongeslachtelijke voortplanting geschiedt veel sneller en efficiënter; het scheelt een boel hofmakerij en gehannes in bed. Het enorme nadeel ervan is dat het nageslacht uit klonen van de moeder bestaat. Zodra een bacterie of virus de sleutel tot het afweersysteem heeft gevonden en de cellen van het organisme weet binnen te dringen, kan die ziekteverwekker alle individuen binnendringen en de hele soort besmetten. Door er vaders bij te halen en de chromosomen van twee ouders te mengen, wordt de vatbaarheid voor ziekten en parasieten veel kleiner.
Dit is volgens veel biologen de belangrijkste reden van het ontstaan van een voortplantingsvorm waarbij de helft van de individuen slechts fungeert als zaaddonor en zelf geen nageslacht kan produceren. Het zijn in de natuur juist altijd de eigenschappen die de overlevings- en voorplantingskansen bevorderen die de overhand krijgen. Dat er zo’n inefficiënt alternatief ontstond is een mirakel.
Wij mensen zijn geneigd ongeslachtelijke voortplanting en de maagdelijke geboorte als een wonder te beschouwen, maar geslachtelijke voortplanting is in wezen wonderbaarlijker. Een geslachtelijke voortplanting waarbij twee individuen elkaar tegelijkertijd kunnen bevruchten, zou meer nakomelingen opleveren; dan zouden beide partners nageslacht kunnen produceren. Zo’n intelligent design bestaat echt: slakken.
‘Tijgerslakken kunnen een hele nacht door seksen.’
Overigens is de tweeslachtige slak minder egalitair in man-vrouwverhoudingen dan hij/zij lijkt. Het doneren van zaad heeft andere gevolgen dan het ontvangen ervan. Na een zaadlozing kan de donor zijn dagelijkse bezigheden hervatten, terwijl de ontvanger met verantwoordelijkheden wordt opgezadeld: eitjes, nageslacht. Daarom is bij slakken net als bij soortgroepen met een strikte scheiding der seksen het zaad lozen populairder dan het zaad ontvangen. Teneinde de twee kanten van deze medaille te matchen, schieten sommige slakken tijdens hun lange voorspel witte staafjes in elkaars lijf. Deze zogenoemde liefdespijlen bevatten hormonen die de ontvangende geslachtsdelen openzetten en daar een naar binnen pompende beweging teweegbrengen.
Tijgerslakken kunnen een hele nacht door seksen. Dat zijn grijze naaktslakken met zwarte strepen. Ze komen in parken en tuinen voor, waar ze zich schaamteloos overgeven aan hun lusten. Ze verstrengelen zich, beschieten elkaar met liefdespijlen en wisselen sperma uit. En dat doen ze terwijl ze aan een steeds langere draad hangen. Al seksend seilen ze ab uit bijvoorbeeld een boom.’
Veel meer over schelpenseks is te lezen in Noordkrompen zee-engelen en koffieboontjes, een schelpenboek, door Koos Dijksterhuis. Je kunt het boek hier bestellen.