Mensen roepen altijd hard dat je je kind moet loslaten. Wanneer dat punt komt kan echter niemand daarbij vermelden. Nu ben ik er inmiddels wel achter dat dat per kind verschilt, en ook de leeftijd is erg verschillend. Zo lieten wij de teugels van onze oudste al op zevenjarige leeftijd vieren toen hij voor het eerst als jonge welp mee mocht naar het Noordelijk Pinksterkamp in Lauwersoog.
En hoewel onze jongste nu die leeftijd heeft, is hij absoluut geen jongen die op stap wil en overal maar wil slapen. Hij is liever thuis met zijn eigen mama’s en zijn eigen spulletjes. Ook onze dochter Maud is een meisje dat het thuis wel prima vindt. Af en toe een vriendinnetje dat hier blijft slapen, of waar zij een nachtje verblijft, verder niet echt. Tot ze enkele weken terug met het verzoek kwam of ze mee mocht naar voetbalkamp op Schiermonnikoog. Er zouden ook nog twee vriendinnetje gaan.
Diezelfde avond heb ik nog het aanmeldformulier ingevuld. Het voelde wel een beetje raar, alsof je je kind opgaf om uit huis te gaan. Totaal overtrokken natuurlijk, want na drie dagen zou ze gewoon weer op de kade staan in Lauwersoog. De weken ervoor was ze razend enthousiast en had er heel erg veel zin in. Echter drie dagen voor vertrek werd Maud wat stiller en steeg de prikkelbaarheid behoorlijk. Ze snauwde en grauwde op haar broer en broertje en kon weinig hebben van de hond. Een dag voor vertrek was ze huilerig en kon ze moeilijk de slaap vinden. Ergens streelde dit natuurlijk wel een beetje ons ego, want ze miste ons nu al. Had ze op dat moment ook heel hard huilend gezegd dat ze niet meer wilde, hadden we haar resoluut afgemeld. Echter, dat gebeurde niet.
Op de dag van vertrek moest ik werken en bracht mijn vrouw haar naar de boot. Tot het moment dat ze op de boot zat ging het goed. Dikke tranen vloeiden toen de boot eenmaal vertrok. ‘Het gevoel je dochter naar de slachtbank te brengen was enorm,’ zei mijn vrouw later.
We hielden ons maar voor dat ze ongetwijfeld veel plezier zou hebben.
Mijn vrouw en zoons waren nog niet thuis of we hadden de eerste foto’s van de leiding al in de groepsapp. Hoewel de rode konen van de tranen nog zichtbaar waren, hadden de tranen plaats gemaakt voor een brede lach en die is op alle foto’s die we kregen vastgeplakt gebleven.
Ergens stak het dat het loslaten zo goed uitpakte, want ineens waren mama’s niet meer de meest belangrijke personen en was een klein meisje ineens niet meer zo klein. Het was een lesje in toekomstige puberteitsontwikkeling waarbij de peer group steeds belangrijker wordt en de moeders steeds achterlijker. Maar goed, voor we nu helemaal een oude, sentimentele muts worden: Maud heeft het fantastisch gehad. Naast het vele voetballen hebben ze veel gefietst, in zee gezwommen (de bikkel), ze zijn uit kanoën geweest en ze zijn zelfs nog getuige geweest van de geboorte van een kalfje.
De middag dat ik haar weer op kon halen heb ik veel te hard gereden over de ietwat saaie weg richting Lauwersoog. Daar aangekomen kwam Maud al naar me toegerend en ik kreeg een enorme knuffel van haar.
‘Gelukkig, ze kent me nog!’ was de eerste enorm suffe gedachte. Vol verhalen en druk babbelend heb ik haar weer meegenomen naar huis. Wat had ze het leuk gehad.
‘Mama, mag ik volgend jaar weer?’
Ik keek naar haar blije gezicht.
‘Ja hoor lieverd, als ze volgend jaar weer gaan, mag je zeker weer.’
Ik heb echt heel erg mijn best gedaan om dat heel overtuigend te laten klinken.
*
Floor Brands (Rolde, 1979) is woonachtig in Bedum, samen met haar vrouw en drie kinderen. Met een enthousiaste groep mensen om zich heen zet zij zich in voor de verborgen LHBT+ers. Voornamelijk in haar buurt, maar ook daarbuiten. Zij draagt als ‘B’ uit het LHBT+regenboogpalet haar steentje bij aan Gaykrant.