Het werk van de Duitse cult-regisseur Rainer Werner Fassbinder (1945 – 1982) heeft me altijd gefascineerd. Zijn werk is een mix van kitsch en snoeiharde werkelijkheid. Met brede stroken toont hij ons in zijn films alle lelijkheid die de mensheid heeft voortgebracht, maar meestal met een beminnelijk hoofdpersonage, zoals de verliefde schoonmaakster (Brigitte Mira) in het onvergetelijke Angst Essen Seele Auf (1974).
Een film die ik altijd benoemde als mijn favoriet allertijden, tot ik twee jaar geleden tijdens het Queer Pioneers Festival van de Amsterdamse bioscoop Rialto Faustrecht der Freiheit (1975) zag en Fassbinder zichzelf van de troon stootte. In Faustrecht der Freiheit speelt Fassbinder zelf de hoofdrol: anti-held Franz Bieberkopf, een jongeman die op de kermis werkt als Fox, der sprechende Kopf. Als zijn vriend, tevens de kermisexploitant, wordt opgepakt en Franz daardoor zijn baantje verliest, beproeft hij zijn geluk in de lotto. Het lot lijkt hem goedgezind, want hij wint een half miljoen. Maar met zijn nieuwe rijkdom beginnen de problemen pas echt.
Bijzonder aan Faustrecht der Freiheit is dat het verhaal zich afspeelt in de gay scene van München, zonder dat homoseksualiteit het thema van de film is. Al in de eerste vijf minuten kust Fassbinder zijn tegenspeler vol op de mond. Even later vraagt een man die Franz bij de openbare toiletten heeft ontmoet, wat hij lekker vindt. Ein schöner Rücken kann entzücken, ein schöner Bauch tut’s auch, antwoordt Franz. Ah, hij is dus versatile! De toon is gezet, in deze film winden ze er geen doekjes om.
De man die Franz heeft opgepikt (gespeeld door Sissi-keizer Karlheinz Böhm) introduceert hem bij zijn stijlvolle vrienden. In eerste instantie lachen ze Franz uit om zijn ongemanierd gedrag, maar als ze lucht krijgen van zijn fortuin, slaat een van hen, Eugen, genadeloos toe. Hij verovert Franz met een meesterlijk spelletje van aantrekken en afstoten. Al snel blijkt Eugen zich een soort professor Higgens te wanen, die Franz wel even de lessen van het fatsoen zal bijbrengen. Uiteraard op Franz’ eigen kosten.
In zijn verliefdheid gaat Franz akkoord met alles wat zijn nieuwe vriendje hem voorstelt: Een snelle sportwagen, dure kleding, een extravagant ingericht appartement, en ook een lening voor het noodlijdende bedrijf van Eugens vader. De manier waarop Franz wordt misbruikt door Eugen, zijn familie en zijn vrienden, wordt door Fassbinder steeds schaamtelozer blootgelegd.
Nergens bekruipt me het gevoel dat Fassbinder, zelf homoseksueel, hier afrekent met de gay scene, waarin hij het drama heeft gesitueerd. Hij speelt met de clichés: De valse kliek aan de bar, saunabezoek, gedweep met opera, een reis naar Marokko om samen te kunnen cruisen. Maar hij doet dat zo schaamteloos dat het bevrijdend werkt. Het is een verademing om een film uit 1975 te zien, waarin de dame van het reisbureau (een cameo van de legendarische zangeres Evelyn Künneke) achteloos en met een dikke knipoog tegen twee mannen zegt: Ach, ich versteh schon, Flitterwoche! (huwelijksreis)
Faustrecht der Freiheit is vooral een aanklacht tegen de schijnheiligheid van de bourgeoisie, met hun etiquette en zogenaamde beschaafdheid. Het is een donker beeld dat Fassbinder schetst. Als Franz uiteindelijk voor zichzelf kiest en daarmee zijn fortuin verliest, wordt hij door iedereen, oude en nieuwe vrienden, verraden en verlaten.
Dat Franz, in al zijn onbehouwenheid, vooral opzoek is naar warmte en liefde, maakt Faustrecht der Freiheit minder cynisch dan je uit bovenstaande beschrijving zou kunnen opmaken. Goed, het slotbeeld – dat ik hier niet zal verklappen – is meedogenloos. Maar Fassbinder heeft de filmgeschiedenis met Franz ‘Fox’ Bieberkopf een prachtige gay anti-held gegeven, type ruwe bolster / blanke pit, die je als publiek hartstochtelijk graag aan je boezem had willen drukken.
*
Faustrecht der Freiheit (1975, Engelse titel: Fox and his friends) van en met Rainer Werner Fassbinder, verder met o.a. Peter Chatel, Karlheinz Böhm, Ingrid Caven, El Hedi ben Salem, Irm Hermann, Adrian Hoven, Evelyn Künneke, Brigitte Mira, Barbara Valentin
*
Jeroen de Beer (Utrecht, 1974) is filmwetenschapper en dichter. Hij schreef liedteksten voor o.a. Mylene d’Anjou, Ellen Evers en Vera Mann. Hij werkte bij Joop van den Ende Theaterproducties, Stadsschouwburg Amsterdam en sinds 2013 bij de Academie voor Theater en Dans. Sinds 2017 is hij lid van het Amsterdam Gay Men’s Chorus.
*