Afgelopen woensdag oordeelde het Europese Hof van Justitie dat de Europese Commissie wel degelijk de geldkraan mag dichtdraaien als een lidstaat de principes van een rechtsstaat schendt. Dit is goed nieuws voor de regenboogcommunity in landen als Polen en Hongarije. Tegen het oordeel is geen hoger beroep mogelijk.
Tekst: Ronald Mol
Foto: Luxofluxo/Wikimedia Commons
De relatie tussen de Europese Commissie en lidstaten Polen en Hongarije staat al langere tijd op gespannen voet. In beide lidstaten zijn Eurosceptische regeringen aan de macht, die wetgeving willen invoeren waarmee ze de rechterlijke macht en de media aan banden proberen te leggen. Ook werken Polen en Hongarije niet mee aan het opvangen van vluchtelingen en kwamen rechten van LHBTI+ personen er onder druk te staan.
De EU heeft daarom al diverse zogenaamde inbreukprocedures tegen beide landen gevoerd. Daarmee kan wetgeving die ingaat tegen internationale verdragen ongeldig worden verklaard. Daarnaast kan het Europese Hof van Justitie een boete of dwangsom opleggen. Dat laatste is echter een proces dat jaren kan duren.
Ook houden Polen en Hongarije elkaar in Europees verband de hand boven het hoofd. Door deze samenwerking werd een artikel 7 procedure -een sanctiemiddel waardoor lidstaten hun stemrecht kunnen verliezen- onmogelijk gemaakt. Omdat lidstaten niet door andere landen uit de EU kunnen worden gezet, bleven tot slot alleen financiële sancties over als drukmiddel. Dit middel werd, mede dankzij Nederlandse druk, in 2020 goedgekeurd door alle lidstaten.
Voor Polen hing aan die goedkeuring ook iets anders vast: de mogelijkheid om subsidies in te kunnen houden was namelijk gekoppeld aan een begroting waarin ook extra subsidies ter waarde van 600 miljoen Euro voor dat land waren opgenomen. In Polen heeft de dreiging van het inhouden van subsidies er intussen al toe geleid dat op verschillende plaatsen de zogenaamde LHBTI-vrije zones weer zijn opgeheven.
Rechtszaak
Het systeem van korten of inhouden van subsidies bleef echter op grote bezwaren van juist Polen en Hongarije stuiten. In het geval van Polen, zo meldt de NOS, zou het ertoe kunnen leiden dat het land tot 2027 ongeveer 75 miljard aan subsidies kan mislopen. Voor Hongarije is dat iets minder, namelijk tot 2027 minimaal 22,5 miljard. De landen stapten daarom zelf naar het Europese Hof van Justitie om de maatregel aan te vechten. Een beslissing die ze nu ongetwijfeld zullen berouwen, maar die ook niet echt als een verrassing kwam. In december gaf de Advocaat Generaal, een adviesorgaan van het Hof, al aan dat de Commissie in haar recht stond bij het inhouden van de subsidies. Meestal wordt een dergelijk advies door het Europese Hof overgenomen. Zo ook afgelopen woensdag.
Verdere stappen
Na de uitspraak van het Hof gaf de Poolse regering aan het inhouden van subsidies te zien als ‘een vorm van chantage’ en sprak de Hongaarse minister van justitie over ‘machtsmisbruik’ door de EU. In aanloop naar de uitspraak van het Hof sprak Victor Orbán, de Hongaarse premier, volgens het Duitse persbureau DPA al over ‘een heilige oorlog, een jihad’ die door de EU tegen Hongarije wordt gevoerd.
In zijn jaarlijkse state of the union eiste de Hongaarse premier tolerantie voor zijn land. Zonder die tolerantie was het volgens Orbán ‘niet meer mogelijk op een gemeenschappelijk pad verder te gaan’. Hiermee gaf de Hongaarse premier volgens de Duitse berichtgeving een duidelijke hint richting een mogelijke Hongaarse afscheiding van de Europese Unie, een Hexit. Berichtgeving die door de Hongaarse regering vervolgens weer werd ontkend.
Van een Hexit is momenteel dus nog geen sprake, maar van het opleggen van sancties door de EU zal het ook niet direct komen. Officieel omdat er nog niet is afgesproken in welke gevallen het geoorloofd is om de sancties op te leggen. Maar er spelen ook andere zaken mee: de Poolse premier heeft ondertussen namelijk aangegeven dat Polen nu toch echt, na veel aandringen, werk gaat maken van het verminderen van de spanningen tussen Polen en de EU.
De Eurocommissaris van justitie, de Belg Didier Reynders, gaf in een interview met Politico aan dat volgens hem alleen de dreiging van het inhouden van de subsidies al wezenlijke effecten op de Poolse houding had gehad. Reynders wil het land dan ook de kans geven om te laten zien dat ze de Brusselse aanwijzingen nu echt gaan opvolgen. Daarnaast worden in april in Hongarije verkiezingen gehouden. Ook dit zal een aanleiding zijn voor de Europese Commissie om het sanctiemiddel voor die lidstaat nog even in de ijskast te laten. Op die manier kan de Hongaarse regering de EU er namelijk niet van beschuldigen dat ze de verkiezingen op onrechtmatige wijze probeert te beïnvloeden.
Regenbooggemeenschap
Ondertussen wordt duidelijk dat de positie van de lokale regenbooggemeenschap in beide landen niet wezenlijk is veranderd. De Poolse LHBTI-vrije zones zijn dan wel opgeheven, de discriminatie en uitsluiting blijft. En in Hongarije is Katalin Novák, de leidende figuur achter de anti-LHBTI-politiek van het land, onlangs naar voren geschoven als nieuwe presidentskandidaat. Novák onderhoudt volgens de organisatie van de Boedapest Pride banden met diverse anti-LHBTI organisaties.
Hoewel de functie van president in Hongarije een ceremoniële positie betreft, is het een zeer krachtig statement naar de Hongaarse regenbooggemeenschap. Met deze nominatie is het vrijwel zeker dat de volgende Hongaarse president een homofobe president zal zijn. De positie kan Novák namelijk niet ontglippen omdat het Hongaarse parlement hierover stemt. En laat Fidesz, de partij van Victor Orbán, daar nu net een absolute meerderheid hebben…
De discriminatie van onder andere LHBTI+ personen is voor Europese politici dan ook een reden om te proberen om beide landen toch binnen de Europese Unie te houden. Wanneer die landen de EU de rug toekeren, zo redeneren deze politici, zal dat ongetwijfeld ook effect hebben op de bescherming van de rechten van minderheden zoals LHBTI+ personen.
Update: Catharina Rinzema, Europarlementariër die namens de VVD in de fractie RenewEU van het Europese Parlement zit laat desgevraagd aan Gaykrant weten:
“De VVD heeft hard gevochten voor een rechtsstaatmechanisme. Het is daarom goed nieuws dat het Europees Hof dit handhaaft, waarmee de Europese Commissie een concreet middel in handen heeft om te reageren indien de rechten van Europese inwoners niet worden gewaarborgd, inclusief de rechten van LHBTI-personen. We zijn een Unie van gedeelde waarden en regels die door iedereen moeten worden gevolgd, ook Hongarije en Polen. Nu is het zaak dat de commissie doorpakt.”
Rinzema was onlangs de enige Europarlementariër die zich na het vertrek van haar voorganger, Liesje Schreinemacher, actief inzette maakte om de vrijgekomen positie in de LGBTI-Intergroup van het Europees Parlement in Nederlandse handen te houden.
*
Ronald Mol (Alkmaar, 1983) is een zelfverklaard Regenboogroeptoeter, ambassadeur voor Bi+ Nederland, hoofdconducteur en geïnteresseerd in politiek. Heeft: veel meningen, het lang niet altijd bij het juiste eind, geen huisdieren en een leuk leven.